Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil
4.Beoordeling
21 augustus 2017aan BMN is geleverd.
20 juli 2017als datum waarop de materialen door Bouwcenter Dijkstra aan BMN zouden zijn geleverd (en niet
21 augustus 2017).
20 juli 2017. Vervolgens hebben eisers de opdracht aan de accountant van Bouwcentrum Dijkstra (Deloitte Accountants B.V., hierna Deloitte) verstrekt om een onderzoek te verrichten naar de juistheid van de factuur met kenmerk 00164780. Deloitte heeft in haar rapport van feitelijke bevindingen van 28 oktober 2019 – kort gezegd – geconcludeerd dat de leveringen van Bouwcenter Dijkstra aan BMN op
20 juli 2017hebben plaatsgevonden.
de kozijnen alleen geleverd worden. Ook deze factuur wijkt af van de factuur die door eisers in de dagvaarding als productie 7 is overgelegd en waarop te lezen is dat betaling ziet op
het plaatsen van de kozijnen inclusief toebehoren. Zoals reeds hierboven onder rov. 4.9 is overwogen, heeft de kantonrechter (gerede) aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de door BMN in het geding gebrachte stukken. Dat geldt te meer nu BMN haar verweer in de in rov. 2.9 besproken e-mail zelf weerspreekt omdat BMN in die e-mail aan eisers heeft geschreven dat er een bedrag van € 7.195,- (inclusief BTW) is betaald voor de kozijnen (inclusief het plaatsen daarvan). Bovendien heeft BMN haar verweer, dat de kozijnen bij eisers slechts worden geleverd en dat de kozijnen niet worden geplaatst, ook niet met nadere feiten en omstandigheden onderbouwd. Dat had wel van BMN mogen worden verwacht omdat eisers dit verweer gemotiveerd hebben betwist. Een en ander leidt er daarom toe dat ook dit verweer van BMN als onvoldoende onderbouwd zal worden verworpen.
Cliënt juicht de eventuele inzet van justitie ten zeerste toe. De onderste steen moet boven komen en met name dient er extra aandacht worden geschonken aan de vraag waarom Bouwcenter Dijkstra zijn verplichtingen uit de AVG zo makkelijk prijsgeeft en of er een connectie bestaat tussen dit bouwbedrijf en [eisers] . en of dit bouwbedrijf hier enig belang bij had”.