Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 januari 2018 te Dordrecht als verkeersdeelnemer,
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij onder invloed van alcohol (1,83 promille) was
- heeft gereden met een gelet op de verkeerssituatie en/of verkeersveiligheid
- een aantal voor hem rijdende voertuigen heeft ingehaald en (daarbij)
- bij het naderen en/of inrijden van de in die weg gelegen bocht de controle
ten gevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig tegen het trottoir is
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij onder invloed van alcohol (1,83 promille) was
- heeft gereden met een gelet op de verkeerssituatie en/of verkeersveiligheid
- een aantal voor hem rijdende voertuigen heeft ingehaald en (daarbij)
- bij het naderen en/of inrijden van de in die weg gelegen bocht de controle
ten gevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig tegen het trottoir is
hij op of omstreeks 13 januari 2018 te Dordrecht als bestuurder van een
3.Bewijsoverwegingen
hij op 13 januari 2018 te Dordrecht als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Hugo de Grootlaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door zeer onvoorzichtig en onoplettend als volgt te handelen:
- heeft gereden terwijl hij onder invloed van alcohol (1,83 promille) was en (vervolgens)
- heeft gereden met een gelet op de verkeerssituatie en verkeersveiligheid ter plaatse te hoge snelheid en
- een aantal voor hem rijdende voertuigen heeft ingehaald en (daarbij) gebruik heeft gemaakt van de busbaan en (vervolgens)
- bij het naderen en/of inrijden van de in die weg gelegen bocht de controle over zijn motorrijtuig is verloren,
ten gevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig tegen het trottoir is gereden en (vervolgens) tegen de (zijkant van de) brug is gebotst en (vervolgens) over de kop is geslagen en op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen,
,te weten de passagier achterin het motorrijtuig (genaamd [slachtoffer 1] )
,werd gedood en een ander
,te weten de passagier voor in het motorrijtuig (genaamd [slachtoffer 2] )
,zwaar lichamelijk letsel, te weten zwaar longletsel en puntbloedingen in de hersenen en een (aantal) gebroken ribben, werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
hij op 13 januari 2018 te Dordrecht als bestuurder van een motorrijtuig, auto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in verdachtes bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, 1,83 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De inbeslaggenomen goederen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
36(
zesendertig)
maanden;
5(
vijf)
jaren;