Op 31 mei 2019 is [werkneemster] door de WZH op staande voet ontslagen. De ontslagbrief luidt als volgt:
“Donderdag 16 mei jongstleden zijn wij geïnformeerd dat u bent aangehouden door de politie. U verscheen die avond niet op uw ingeroosterde avonddienst. Sinds 20 mei 2019 hebben wij uw salarisdoorbetaling gestaakt.
Ten tijde van uw dienstverband is op basis van signalen het vermoeden gerezen dat u diefstal zou hebben gepleegd bij onze bewoners op onze WZH locatie Waterhof. Wij zijn inmiddels geïnformeerd dat uit politieonderzoek is gebleken dat het strafbare feit van diefstal, waarvan u wordt verdacht te herleiden is tot uw werkzaamheden bij WZH. Deze ontstane ernstige werksituatie is van dien aard dat wij reeds op basis van het vermoeden hiervan genoodzaakt zijn om arbeidsrechtelijke maatregelen tegen u te treffen. Temeer nu tevens een match is vastgesteld tussen de vermoedelijk door u gestolen goederen van onze cliënten en de vondst van goederen in uw woning door de politie.
ConclusiesWij stellen vast dat:• U bent aangehouden door de politie en verkeert in detentie;• U wordt verdacht van diefstal bij onze bewoners op WZH locatie Waterhof;• Wij eerder signalen ontvingen over het vermoeden van diefstal door u gepleegd,
Ontslag op staande voetWij hebben ons beraden over de geconcludeerde feiten. De uitkomst van ons beraad is dat wij u met onmiddellijke ingang per 31 mei 2019 op staande voet ontslaan wegens dringende reden.
De dringende reden houdt - op hoofdlijnen zonder naar volledigheid te streven - in dat u gedurende uw dienstverband bij WZH diefstal heeft gepleegd bij onze bewoners. Hiermee heeft u flagrant in strijd met de verplichtingen op grond van uw arbeidsovereenkomst en goed werknemerschap gehandeld. De hierboven genoemde grond vormt een dringende reden.
Wij hebben bij ons besluit betrokkeni) de aard en de ernst van hetgeen is gebeurd;ii) de aard en de duur van de arbeidsovereenkomst;iii) de wijze waarop u heeft gefunctioneerd; eniv) uw persoonlijke omstandigheden.
Nu de arbeidsovereenkomst met ingang van 31 mei 2018 is beëindigd zal de loonbetaling met ingang van deze datum worden gestaakt. Dit betekent tevens dat u geen toegang meer heeft tot enige locaties van WZH en dat u geen contact mag opnemen met medewerkers en/ of vrijwilligers van WZH, bewoners en/of cliënten en/of familie daarvan.
U heeft nog een TAG en een naambordje in uw bezit. Wij verzoeken u deze bedrijfseigendommen te retourneren door middel van bijgevoegde retourenveloppe. Wij gaan er van uit dat u thans geen verdere bedrijfseigendommen cq. cliënten eigendommen in uw bezit te heeft. Indien u echter nog andere bedrijfseigendommen in bezit heeft dan verzoeken wij u hierbij ook deze in te leveren.
In beginsel hebt u nog recht op een eindafrekening. Een en ander zal evenwel gecompenseerd worden met de claim die wij op u hebben op grond van de gefixeerde schadevergoeding en overige geleden schade. De gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon dat over de opzegtermijn in acht genomen had moeten worden indien het dienstverband middels opzegging zonder dringende redenen was geëindigd. Een en ander resulteert in een negatieve eindafrekening. Deze negatieve eindafrekening zal op u worden verhaald.”