In Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (hierna: de Accijnsrichtlijn) is in artikel 27 het volgende opgenomen, voor zover nu relevant:
“1. De Lid-Staten verlenen voor de onder deze richtlijn vallende producten vrijstelling van de geharmoniseerde accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:
a)
wanneer zij zijn gedistribueerd in de vorm van alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van een Lid-Staat, waarbij deze voorschriften naar behoren zijn gemeld en aanvaard overeenkomstig de leden 3 en 4. Voorwaarde voor deze vrijstelling is dat de bepalingen van Richtlijn 92/12/EEG worden toegepast op het handelsverkeer van volledig gedenatureerde alcohol;
(…)
3. Vóór 1 januari 1993 en drie maanden vóór elke latere voorgenomen wijziging van de nationale wetgeving deelt elke Lid-Staat aan de Commissie, samen met alle dienstige informatie, de denatureringsmiddelen mede die hij voornemens is te gebruiken met het oog op de toepassing van lid 1, onder a). De commissie deelt deze gegevens binnen een maand na ontvangst mede aan de andere Lid-Staten.
4. Indien binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving aan de andere Lid-Staten noch de Commissie noch een Lid-Staat om behandeling van de aangelegenheid in de Raad heeft verzocht, wordt de Raad geacht het aangemelde denatureringsprocédé te hebben toegelaten. Indien binnen de termijn bezwaar wordt aangetekend, wordt er een besluit genomen overeenkomstig de procedure van artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG.
(…)”