Artikel 1:101 BW bepaalt dat een buitenslands tot stand gekomen rechtsfeit of rechtshandeling waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte, van rechtswege in Nederland wordt erkend, tenzij sprake is van een weigeringsgrond als genoemd in artikel 10:100 BW.
Door verzoekers zijn overgelegd de gelegaliseerde Nigeriaanse geboorteaktes van [zoon] en [dochter] , waarop de man als vader staat vermeld. De familierechtelijke betrekking die in deze aktes zijn neergelegd komen naar het oordeel van de rechtbank voor erkenning in aanmerking, tenzij zich een van de weigeringsgronden voordoet. Daarbij komt het aan op de vraag of, zoals de ambtenaar heeft betoogd, de erkenning van die familierechtelijke betrekking onverenigbaar is met de openbare orde.
De ambtenaar wijst er in de eerste plaats op dat uit de akte niet volgt wanneer en waar de erkenning heeft plaatsgevonden. Volgens de ambtenaar blijkt uit informatie van het Ministerie van Buitenlandse zaken dat een erkenning dient plaats te vinden bij de rechtbank in Nigeria. Evenwel ten tijde van de geboorte van de [zoon] en [dochter] en ten tijde van het opmaken van hun geboorteakte in 2002 was de Nigerian Childrens Right Act 2003 nog niet van kracht. Volgens het toentertijd geldende Common Law was erkenning van een kind in Nigeria buiten huwelijk niet mogelijk. Het Gewoonterecht daarentegen bepaalde dat de vader van een kind zijn biologische vader is als ook dat het gemakkelijk is voor een man om een juridische band te vestigen met zijn kind door het afleggen van een vormvrije, vrijwillige verklaring. Meestentijds kwam de erkenning tot stand komt door de opname van het kind in het gezin en de behandeling van het kind als een wettig kind (Module Burgerlijke stand en landeninformatie 3946). Anders dan de ambtenaar betoogt kan de man zich beroepen op het onder meer in [geboorteplaats] geldende Gewoonterecht nu hij in die sociale gemeenschap met de vrouw en de kinderen in gezinsverband heeft samengeleefd.
Niet in geschil is in dit geding dat de man de biologische vader van [zoon] en [dochter] is en evenmin dat hij vanaf de geboorte van de kinderen met hen en de vrouw in gezinsverband heeft samengeleefd. Dit alles in onderling verband en samenhang genomen leidt de rechtbank tot het oordeel dat de man [zoon] en [dochter] bij hun geboorte heeft erkend en aldus de juridisch vader van hen is.
De rechtbank is voorts van oordeel dat van strijd met de openbare orde in dit geval geen sprake is. Weliswaar was er tot 1 april 2014 sprake van dat erkenning van de kinderen door de man niet van rechtswege werden erkend wegens strijd met de openbare orde omdat vóor 1 april 2014 een erkenning gedaan door de man slechts kon worden erkend indien vastgesteld zou worden dat er ten tijde van de erkenning sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de man en de kinderen danwel dat tussen de man en de vrouw een band die op één lijn te stellen is met het huwelijk. Per 1 april 2014 is echter artikel 1:204 lid 1 sub e BW komen te vervallen, waardoor de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 10:101 lid 2 sub a BW zich niet meer kan voordoen voor wat betreft de omstandigheid dat de man ten tijde van de erkenning van [zoon] en [dochter] met een andere vrouw gehuwd was dan de moeder van de kinderen. In zoverre kan de erkenning door de man van Lucas en [dochter] worden erkend. Naar Nigeriaans recht is voor erkenning geen toestemming van de vrouw noodzakelijk, terwijl uit de stukken overigens blijkt dat de vrouw het altijd eens is geweest met de erkenning, zodat aan het bepaalde ingevolge artikel 10:95 lid 3 BW is voldaan. Van een schijnhandeling is verder niet gebleken.
Uit het voorgaande volgt dat de Nigeriaanse erkenning door de man van [zoon] en [dochter] ingevolge artikel 1:101 BW kan worden erkend zodat zijn verzoek op dit punt zal worden toegewezen.