Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Crossborder Animal Services B.V.,
Paloma Shipping B.V.,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 10 januari 2019 met 23 producties (nrs. 1 tot en met 23);
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie van 21 maart 2019 met vijf producties (nrs. 1 tot en met 5);
- de brief van de gemachtigde van CAS van 17 mei 2019 met een USB-stick met daarop een geluidsopname, waarvan productie 24 de uitgetypte versie is;
- de brief van de gemachtigde van Paloma van 22 mei 2019 met een aanvullende productie (ongenummerd);
- de conclusie van antwoord in reconventie van 28 mei 2019 met producties (nrs. 24 tot en met 27);
- de akte uitlating in conventie en in reconventie aan de zijde van CAS van 30 juli 2019 met drie producties (nrs. 28 tot en met 30);
- de akte uitlaten aan de zijde van Paloma van 24 september 2019.
2.De feiten
3.De vorderingen in conventie en in reconventie
€ 18.721,91, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 16.192,75 vanaf 21 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van CAS in de kosten van de procedure.
4.Het verweer
5.De beoordeling
was cancelled because dangerous communicable disease broke out at the place of origin.
vervoersverbod. Het enige dat blijkt is dat de invoervergunning van 13 november 2017 werd ingetrokken. Dat betekent niet meer dan dat de duiven niet langer vanuit
the place of origin(Nederland) in Thailand mochten worden ingevoerd. Strikt genomen had CAS niet meer verplichtingen op zich genomen dan het verzorgen van de luchtvracht en de transportdocumenten, met inbegrip van de douaneformaliteiten in Nederland, zo blijkt uit de offerte van CAS aan Paloma van 2 november 2017 (productie 2 bij dagvaarding). Uit de bewoording van de offerte blijkt dat de verplichtingen van CAS ophielden bij aankomst van de duiven op de luchthaven van Bangkok. CAS was alleen verantwoordelijk voor de douaneformaliteiten in Nederland, waaruit afgeleid kan worden dat het inklaren van de duiven in Thailand geen verantwoordelijkheid van CAS was. Het zou juist de invoer van de duiven (na aankomst) geweest zijn, die door het vervallen van de invoervergunning onmogelijk zou zijn geworden. Het is hoogst waarschijnlijk dat de duiven niet zouden worden teruggestuurd naar Nederland, maar ter plaatse zouden worden afgemaakt.
vervoersverbodhad CAS er strikt genomen ook voor kunnen kiezen de duiven op transport te stellen naar Thailand, maar daarmee zouden de belangen van Paloma niet gediend zijn geweest. De vraag is daarom thans aan de orde hoe de beslissing van CAS om de duiven niet op transport te stellen geduid moet worden in het licht van de tussen partijen geldende voorwaarden. De gevolgtrekking moet zijn dat CAS zich niet kan beroepen op overmacht in de zin van artikel 12.1 van de Fenex-voorwaarden, omdat, zoals hiervoor is overwogen, CAS haar verplichtingen jegens Paloma had kunnen nakomen, maar met het afmaken van de duiven tot waarschijnlijk gevolg. Omdat er geen sprake is van overmacht kan CAS zich niet beroepen op artikel 13.2 van de Fenex-voorwaarden als grondslag voor haar vordering in conventie. Deze bepaling zegt namelijk dat kosten van overmacht ten laste van de opdrachtgever komen. Is er geen sprake van overmacht dan is deze bepaling niet van toepassing. De vordering van CAS in conventie voor wat betreft de factuur met nummer INV-0163 zal daarom worden afgewezen.
place of originvan de duiven, gebruikte om de duiven toch naar Thailand te vervoeren.
nietuit te voeren. In de afweging van de betrokken belangen leek het verstandig de duiven op de betreffende 15 december 2017 niet naar Thailand te zenden. Dat vervolgens Paloma besluit de duiven toch via Roemenië naar Thailand te zenden is een beslissing die Paloma als afzender van de duiven uiteraard mag nemen, maar het feit dat Paloma aldus besloten heeft levert geen toerekenbare tekortkoming van CAS op. CAS is dan ook ten opzichte van Paloma niet toerekenbaar tekort geschoten. De vordering van Paloma in reconventie zal daarom worden afgewezen.
€ 6.966,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.022,37, waarvan € 360,00 vanwege salaris gemachtigde;
€ 360,00 vanwege salaris gemachtigde;