ECLI:NL:RBDHA:2019:11817

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2019
Publicatiedatum
7 november 2019
Zaaknummer
C/09/569585 / HA ZA 19-248
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de nalatenschap van een erflaatster met vermogensbestanddelen in Nederland en Spanje, inclusief een vakantiewoning en een Citroën Mehari

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om de verdeling van de nalatenschap van een overleden erflaatster, waarbij de betrokken partijen haar kinderen zijn. De nalatenschap omvat vermogensbestanddelen in Nederland en Spanje, waaronder een vakantiewoning en een Citroën Mehari. De man en de vrouw, beiden kinderen van de erflaatster, hebben de nalatenschap zuiver aanvaard en zijn in geschil over de wijze van verdeling van de nalatenschap. De man vordert onder andere de toedeling van de woning in Spanje aan hem, terwijl de vrouw dit ook claimt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdeling van de vermogensbestanddelen in Nederland reeds heeft plaatsgevonden en dat partijen gezamenlijk gerechtigd zijn tot de woning in Spanje. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw meer belang heeft bij de toedeling van de woning, maar dat dit onder de voorwaarde is dat zij in staat is om het aandeel van de man in de woning te financieren. Daarnaast is er een geschil over de waarde van de woning en de Citroën Mehari, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de woning opnieuw getaxeerd moet worden. De rechtbank heeft ook de vorderingen van beide partijen met betrekking tot de huurpenningen en de bankrekeningen in Spanje beoordeeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank de wijze van verdeling van de nalatenschap vastgesteld en de verplichtingen van beide partijen ten aanzien van de schulden van de nalatenschap uiteengezet.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/569585 / HA ZA 19-248
Vonnis van 6 november 2019
in de zaak van
[de man], te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. Y. Schippers te Groningen,
tegen
[de vrouw], te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.H. van Haga te Den Haag.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 februari 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte wijziging eis, met producties;
  • de akte overlegging producties van de zijde van de vrouw, met producties;
  • het proces-verbaal van comparitie van 19 september 2019.
1.2.
Het proces-verbaal van de comparitie van partijen is met instemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft.
De vrouw heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 8 oktober 2019 en de man heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 9 oktober 2019. Deze brieven maken deel uit van het procesdossier en het vonnis wordt gewezen met inachtneming van deze brieven, voor zover het correcties van feitelijke aard betreffen.
1.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [datum overlijden] is overleden te [plaats overlijden] mevrouw [de erflaatster] (hierna: erflaatster). Partijen zijn haar kinderen en zij zijn ieder voor de onverdeelde helft gerechtigd tot haar nalatenschap. Partijen hebben de nalatenschap van erflaatster zuiver aanvaard.
2.2.
De nalatenschap van erflaatster bestaat uit vermogensbestanddelen in Nederland en in Spanje. De afwikkeling van de nalatenschap wat betreft de vermogensbestanddelen in Nederland heeft reeds plaatsgevonden.
2.3.
De vermogensbestanddelen in Spanje die tot de nalatenschap van erflaatster behoren, zijn (in ieder geval) de woning in Spanje (hierna: de woning), ook wel bekend onder de naam [de woning] , inclusief de inboedel en inventaris, een vordering op de vrouw omdat zij voor de nalatenschap huurpenningen heeft geïnd en banksaldi van twee Spaanse bankrekeningen.
2.4.
Kort voor het overlijden van erflaatster, op 29 februari 2016, heeft notaris [de notaris] (hierna: de notaris) aan de vrouw een e-mailbericht gestuurd met daarbij een concept-testament voor erflaatster. In dit concept-testament is opgenomen dat erflaatster de woning aan de vrouw legateert onder de verplichting om met haar erfdeel te verrekenen of in de nalatenschap van erflaatster in te brengen een bedrag van € 87.000,- in contanten. Erflaatster heeft dit testament niet in het bijzijn van de notaris ondertekend.
2.5.
Partijen hebben zich na het overlijden van erflaatster gewend tot de notaris. Aldaar heeft de man kennisgenomen van het concept-testament van erflaatster. Vervolgens heeft op kantoor van de notaris een nader gesprek tussen partijen over de afwikkeling van de nalatenschap plaatsgevonden.
2.6.
De man heeft bij e-mail van 5 september 2016 de vrouw een aanbod gedaan om de woning aan haar toe te delen tegen een bedrag van € 65.000,-.
2.7.
Op 6 november 2017 heeft de man in een e-mailbericht aan de vrouw het volgende medegedeeld:

Ik zie dat je ons huis nog steeds te huur hebt staan. Per omgaande deze verhuur staken; op deze manier is de verhuur in meerdere opzichten illegaal en ik hou jou aansprakelijk voor mogelijke claims van de Spaanse staat inv naheffingen huuromzet.
[…]
Daarnaast heb ik een vordering op jou voor de helft van de huuropbrengsten [de woning] sinds de dood van mama, mei vorig jaar.
Als ik deze maand niets hoor mbt de overname door jou van [de woning] ga ik ervan uit dat je daarin niet geïnteresseerd bent en dan zal ik [X] opdracht geven de erfenis in Spanje in orde te brengen, waarbij [de woning] van ons beiden wordt en wij 6 maanden per jaar gebruiksrecht hebben van het huis.
2.8.
Op 14 december 2017 heeft de man in een e-mailbericht aan de vrouw onder meer het volgende geschreven:

Ondanks herhaald verzoek en mij en nu zelfs van [X] in Figueras hanteer je je inmiddels befaamde radiostilte met betrekking tot de afwikkeling van ons huis in Spanje. (…)
Ik ga er niet meer vanuit dat jij interesse hebt in een uitkoop van mijn 50% van [de woning] . [X] is nu klaar om de erfenis in Spanje af te wikkelen zodat wij beiden eigenaar van het huis worden.
(…)
De afwikkeling kan bij volmacht, waarna we praktische zaken moeten vastleggen mbt het onderhoud en bewoning van het huis, waarbij ik elke jaar 6 maanden bewoning en gebruik claim. Ik wil nogmaals niet dat het huis wordt verhuurd; alle claims die hieruit kunnen voortvloeien zullen bij ons samen worden neergelegd en het is belangrijk dat je weet dat ik jou vervolgens aansprakelijk zal stellen omdat ik nu meerdere malen schriftelijk heb aangegeven dat ik dat niet wil. Ik zal ook de site waar ons huis nog steeds te huur staat hierover aansprakelijk stellen. Daarnaast heb je de huurpenningen sinds de dood van mama achter gehouden, ook dat zul je met me moeten oplossen.
(…)
De eerste stap is dat je nu je volmacht regelt bij [X] en dat je het fatsoen neemt hierover contact over op te nemen met de Notaris in Spanje. Als zijn begin 2018 nog niets van je hebben gehoord zal ik juridisch advies inwinnen in Spanje.
De Mehari is gerestaureerd en staat weer in de garage. De garage dus vrij houden voor de auto’s.
2.9.
Op 5 februari 2018 heeft de vrouw aan de man het volgende bericht:

Antwoord op laatst verstuurde mailbericht:
Aangetekende brief niet ontvangen, zat daar een geschreven aanbod bij?
Onderstaand aanbod, het enige aanbod op schrift aangaande overname mijn deel [de woning] . Ik ga akkoord met het overnemen van jouw deel in het huis voor € 65.000,-.
Daarbij aangetekend dat de genoemde waarde van het huis een aanname is die ver afwijkt van de echte waarde.
2.10.
Op 27 augustus 2019 heeft [A] , de zoon van de man, in een e-mailbericht aan de man het volgende laten weten:

Opa [opa] heeft mij meerdere malen, ook in het bijzijn van oma [oma] en in het bijzijn van jou en Mama verteld dat de Mehari mij zou toekomen. Opa vond echt dat dat moest omdat ik de enige zoon en dus stamhouder ben. Dat heeft hij me ook gezegd toen ik 18 jaar werd.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
De man vordert, na wijziging van eis:
I. de wijze van verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen en in dat kader:
a) te bepalen dat de verdeling van de vermogensbestanddelen in Nederland reeds is geschied;
b) te verklaren voor recht dat de taxatiewaarde van de woning € 222.818,- bedraagt;
c) de woning, inclusief inboedel en inventaris, aan hem toe te delen onder toekenning van een vergoeding ten laste van hem aan de vrouw ter hoogte van € 111.409,-, dan wel een bedrag dat de rechtbank juist en redelijk acht;
d) de vrouw te gebieden binnen twee dagen na betekening van dit vonnis alle benodigde medewerking te verlenen aan de overdracht en levering van de woning aan hem, steeds op zijn eerste verzoek, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding en (dag)deel dat de overtreding voortduurt;
e) te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de door de vrouw te verrichten formaliteiten en te verlenen toestemming en/of wilsverklaring voor de overdracht en levering van de woning;
f) te bepalen dat de vrouw inzage moet geven in de volledige administratie van erflaatster, althans van de nalatenschap, waarna de bankrekeningen toegedeeld kunnen worden aan de vrouw en bepaald zal worden welke bedragen aan beide partijen toekomen, dan wel te bepalen dat aan hem toekomt ten minste de helft van het saldo op de bankrekeningen;
g) te bepalen dat hij recht heeft op de helft van de huuropbrengsten ad € 11.700,-;
h) te bepalen dat hij recht heeft op de helft van het contante bedrag dat in de Spaanse woning ligt ad € 3.700,-;
i) te bepalen dat aan hem toekomt een bedrag van € 1.591,45 ten aanzien van door hem uitgevoerd onderhoud aan de woning;
j) te verklaren voor recht, dan wel te bepalen, dat de Citroën Mehari is geschonken aan [A] , dan wel deze aan de man toe te delen tegen een waarde van € 6.500,- en in dat laatste geval te bepalen dat een bedrag van € 1.997,67 aan hem toekomt ten aanzien van het onderhoud aan voornoemde auto;
II. althans de wijze van verdeling vast te stellen zoals de rechtbank juist en redelijk acht;
III. de vrouw te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
De vrouw voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
De vrouw vordert, samengevat–:
I. de wijze van verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen en in dat kader:
 te bepalen dat de verdeling van de vermogensbestanddelen in Nederland reeds is geschied;
 de woning, inclusief inboedel en inventaris, aan haar toe te delen onder de verplichting uiterlijk ten tijde van de levering van de woning een bedrag van primair € 65.000,-, subsidiair € 87.000,- en meer subsidiair € 91.264,60 te voldoen aan de man;
 de Citroën Mahari toe te delen aan de man onder de verplichting aan haar
€ 11.250,- te voldoen;
 de bankrekeningen in Spanje ten name van erflaatster aan haar toe te delen onder de verplichting de helft van de aanwezige saldi aan de man te betalen;
 te bepalen dat zij een vordering heeft op de nalatenschap van in totaal € 12.148,-, te verminderen met door haar ontvangen huurinkomsten van € 8.200,- en dat zij derhalve nog € 3.948,- te vorderen heeft op de nalatenschap en dat zij dit bedrag mag verrekenen met het door haar aan de man te betalen bedrag;
 de man te veroordelen binen 14 dagen na betekening van dit vonnis op straffe van een dwangsom mee te werken aan het opmaken van de noodzakelijke (notariële) akten en al datgene te doen om de Spaanse bankrekeningen ten name van erflaatster op naam van de vrouw te zetten;
 te bepalen dat als de man in gebreke blijft aan ieder van voornoemde veroordeling te voldoen, dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke medewerking van de man en daarnaast haar te machtigen datgene te doen om uitvoering te kunnen geven aan dit vonnis;
II. althans de wijze van verdeling vast te stellen zoals de rechtbank in goede justitie meent te moeten doen;
III. kosten rechtens.
3.5.
De man voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, zal de rechtbank deze gezamenlijk behandelen.
Vermogensbestanddelen in Nederland
4.2.
Nu tussen partijen niet in geschil is dat de verdeling van de tot de nalatenschap van erflaatster behorende vermogensbestanddelen in Nederland reeds heeft plaatsgevonden en partijen elkaar ten aanzien van die verdeling kwijting en décharge hebben verleend, zal de rechtbank de vorderingen van partijen om te bepalen dat de verdeling van de vermogensbestanddelen in Nederland reeds is geschied, toewijzen.
Vermogensbestanddelen in Spanje
4.3.
Partijen verschillen, kort gezegd, van mening over de omvang van de nalatenschap van erflaatster wat betreft de vermogensbestanddelen in Spanje (hierna: de nalatenschap) en de verdeling daarvan.
De woning
4.4.
Tussen partijen is in geschil of zij overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van de woning. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Een overeenkomst komt op grond van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) tot stand door aanbod en aanvaarding. De man heeft bij de notaris en later in zijn e-mailbericht van 5 september 2016 een aanbod aan de vrouw gedaan om de woning aan de vrouw toe te delen voor een bedrag van € 65.000,-. De vrouw stelt dat zij dit aanbod ten kantore van de notaris mondeling heeft aanvaard. De man heeft dit betwist. Uit de e-mail van de vrouw van 5 februari 2018 aan de man leidt de rechtbank af dat de vrouw er zelf niet vanuit ging dat zij met de man ten kantore van de notaris (mondeling) overeenstemming had bereikt over de toedeling van de woning aan haar, nu zij hierin het later – op 5 september 2016 – door de man gedane aanbod accepteert. Anders dan de vrouw, leest de rechtbank hierin geen bevestiging van een eerder door de vrouw gedane aanvaarding van het eerdere (zelfde) aanbod van de man. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de vrouw niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan, zodat de rechtbank aan bewijslevering op dit punt niet toekomt. Verder stelt de vrouw dat zij met haar e-mail van 5 februari 2018 het op 5 september 2016 door de man gedane aanbod heeft aanvaard, zodat partijen op die datum overeenstemming hebben bereikt over de toedeling van de woning aan haar. Ook dit heeft de man gemotiveerd betwist. De rechtbank overweegt als volgt. Uit de e-mail van de man van 14 december 2017 volgt dat de man zijn aanbod om de woning aan de vrouw toe te delen, heeft herroepen. Nu de vrouw het aanbod van de man pas heeft aanvaard nadat hij dat had herroepen, is de rechtbank van oordeel dat de door de vrouw gestelde overeenkomst tussen partijen niet tot stand is gekomen. De vordering van de vrouw om de woning, inclusief inboedel en inventaris, aan haar toe te delen onder de verplichting een bedrag van € 65.000,- te voldoen aan de man zal dan ook worden afgewezen.
4.5.
De rechtbank komt daarom toe aan de vraag of erflaatster, zoals de vrouw stelt, de woning aan haar heeft gelegateerd onder de verplichting om een bedrag van € 87.000,- in contanten met haar erfdeel te verrekenen of in de nalatenschap van erflaatster in te brengen. De vrouw heeft ter onderbouwing van haar stelling verwezen naar het in 2.4 bedoelde concept-testament. De rechtbank overweegt dat het testament niet is gepasseerd, zodat dit geen definitief karakter heeft gekregen. Dit concept-testament kan daarom niet als een rechtsgeldige uiterste wil van erflaatster worden aangemerkt. Anders dan de vrouw stelt, is de woning dus niet rechtsgeldig aan haar gelegateerd. Voor toewijzing van de vordering van de vrouw om de woning aan haar toe te delen onder de verplichting dat de man een bedrag van € 87.000,- aan haar voldoet, bestaat dan ook geen grond.
4.6.
Nu naar het oordeel van de rechtbank geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen en het concept-testament geen rechtskracht heeft, zijn partijen (nog steeds) gezamenlijk gerechtigd tot de woning en zal de rechtbank, gelet op het gevorderde, de wijze van verdeling van deze woning vaststellen.
4.7.
Aangezien partijen niet langer in een onverdeeldheid willen blijven, en zij beiden toedeling van de woning aan henzelf vorderen, dient de rechtbank te bepalen aan wie de woning toegedeeld moet worden. Hiertoe dient gelet op artikel 3:185, eerste lid, BW een belangenafweging plaats te vinden.
4.8.
Beide partijen hebben de rechtbank ervan overtuigd dat de woning voor hen grote emotionele waarde heeft. Zij zijn beiden deels opgegroeid in de woning en hun ouders hebben de woning jarenlang gebruikt als hun hoofdverblijf. Daarnaast hebben beide partijen aangetoond diverse periodes zorg te hebben gedragen voor de woning. Hieronder schaart de rechtbank de administratie, het beheer en onderhoud van de woning. De stellingen van de man dat de vrouw minder vaak dan hij in de woning heeft verbleven en dat de vrouw, anders dan hij, geen rijbewijs heeft, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de vrouw minder belang heeft bij de toedeling van de woning dan de man. Vaststaat dat de man reeds geruime tijd voor het overlijden van erflaatster zelf een vakantiewoning heeft aangekocht in het natuurgebied waar de woning is gelegen. Hierdoor is het voor de man, ook als hij de woning niet toegedeeld krijgt, mogelijk het gebied te blijven bezoeken en de aldaar door hem opgedane contacten te behouden en onderhouden. De man heeft ter comparitie gezegd dat in het natuurgebied waar de woning is gelegen in totaal vijf woningen staan. Gelet hierop acht de rechtbank de kans zeer gering dat de vrouw zelf een woning in dit gebied zal kunnen verwerven. Als de vrouw de woning niet toebedeeld krijgt, is het voor haar dus – anders dan voor de man – niet meer mogelijk om in het gebied te verblijven en wordt het voor haar moeilijker om de door haar aldaar opgedane contacten te behouden en te onderhouden. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vrouw meer belang heeft bij toedeling van de woning dan de man. Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank de woning dan ook toedelen aan de vrouw, dit onder de opschortende voorwaarde dat zij de overname van het aandeel van de man in de woning kan financieren.
4.9.
Partijen twisten over de vraag wat de waarde van de woning is. Zij hebben beiden een taxatierapport overgelegd. Nu dit geen recente taxatierapporten zijn, de taxatiewaardes ver uit elkaar liggen, het niet duidelijk is of de in de taxatierapporten genoemde waardes de waarde in het economische verkeer betreffen en of de taxatierapporten zijn opgemaakt door een geregistreerd taxateur-architect, kan de rechtbank de actuele waarde van de woning niet vaststellen. De woning zal dan ook opnieuw dienen te worden getaxeerd. Partijen dienen hiertoe ieder binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis een makelaar/taxateur in Spanje aan te wijzen. Deze makelaars/taxateurs zullen binnen 14 dagen nadat zij zijn aangewezen een geregistreerd taxateur-architect aanwijzen die bekend is in het gebied waar de woning is gelegen. Vervolgens zal deze geregistreerd taxateur-architect zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken nadat hij/zij is aangewezen, de waarde in het economisch verkeer van de woning vaststellen. Deze taxatie is bindend voor partijen. Beide partijen dienen hun medewerking aan de taxatie te verlenen en moeten bij de taxatie aanwezig zijn, althans dienen daartoe op behoorlijke wijze in de gelegenheid te worden gesteld. De kosten van de door de man ingeschakelde makelaar/taxateur worden door de man gedragen en die van de door de vrouw ingeschakelde makelaar/taxateur door de vrouw. De kosten van de geregistreerd taxateur-architect die de taxatie verricht, worden door partijen ieder voor de helft gedragen.
4.10.
Indien de vrouw in staat is het aandeel van de man in de woning van hem over te nemen tegen de helft van de taxatiewaarde, dan zal de man zijn aandeel in de woning binnen twee maanden na de datum van het taxatierapport overdragen aan de vrouw. Ter gelegenheid van de levering van de woning aan de vrouw dient de vrouw de helft van de door de geregistreerd taxateur-architect getaxeerde waarde aan de man te vergoeden. De kosten van levering van het aandeel van de man in de woning aan de vrouw dienen door de vrouw te worden gedragen.
4.11.
Indien de vrouw niet in staat is het aandeel van de man in de woning van hem over te nemen tegen de helft van de taxatiewaarde, dan zal de woning worden toegedeeld aan de man, op de opschortende voorwaarde dat hij in staat is het aandeel van de vrouw in de woning van haar over te nemen tegen de helft van de taxatiewaarde. Indien hij daartoe in staat is, zal de vrouw haar aandeel in de woning binnen twee maanden na de datum van het taxatierapport overdragen aan de man. Ter gelegenheid van de levering van de woning aan de man dient de man de helft van de door de geregistreerd taxateur-architect getaxeerde waarde aan de vrouw te vergoeden. De kosten van levering van het aandeel van de vrouw in de woning aan de man dienen door de man te worden gedragen.
4.12.
Indien de man niet in staat is het aandeel van de vrouw in de woning over te nemen tegen de helft van de taxatiewaarde, dan zal de woning moeten worden verkocht aan een derde. Alsdan zullen partijen hiertoe gezamenlijk aan een in onderling overleg in te schakelen makelaar een verkoopdracht verstrekken waarbij de makelaar partijen bindend zal adviseren met betrekking tot de te hanteren vraag- en laatprijs. Ieder van partijen komt in geval van verkoop van de woning aan een derde de helft van de netto-verkoopopbrengst (verkoopprijs minus de aan de verkoop verbonden kosten) toe.
Citroën Mehari
4.13.
Partijen twisten over de vraag of de Citroën Mehari (hierna: de auto), die in de garage van de woning staat, in de nalatenschap van erflaatster valt. De man stelt dat de auto door de vader van partijen aan [A] is geschonken toen hij 18 jaar werd. De vrouw betwist dit. Uit de door de man overgelegde e-mail van [A] van 27 augustus 2019 blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat de auto aan [A] is geschonken, nu daaruit op zijn hoogst valt af te leiden dat zijn opa hem heeft toegezegd dat hij de auto ooit zou krijgen. De enkele toezegging van erflaatster of van wijlen haar echtgenoot dat de auto ooit aan [A] zou toekomen, maakt ook niet dat de auto is gelegateerd aan [A] . De man heeft derhalve onvoldoende onderbouwd gesteld dat de auto van zijn zoon [A] is. De rechtbank concludeert daarom dat de auto in de nalatenschap van erflaatster valt en tussen partijen dient te worden verdeeld.
4.14.
Partijen zijn het erover eens dat de auto in dat geval aan de man toegedeeld dient te worden. Partijen zijn het echter niet eens over de dagwaarde die daarbij gehanteerd dient te worden. De man stelt dat de dagwaarde van de auto € 6.500,- bedraagt en de vrouw stelt de dagwaarde op € 22.000,-. Beide partijen hebben ter onderbouwing van de door hen gestelde dagwaarde een uitdraai van een autoverkoopsite overgelegd met via internet te koop aangeboden Mehari’s. De gemiddelde waarde van de twee Mehari’s waarvan de man stelt dat die een vergelijkbare conditie hebben als de auto die in de nalatenschap valt, bedraagt echter € 6.650. Het gemiddelde van de auto’s die de vrouw ter vergelijking heeft genomen, bedraagt £ 15.889, oftewel ongeveer € 18.500. Ter comparitie heeft de man gesteld dat, teneinde te kunnen bepalen wat de waarde van de auto is, deze dient te worden vergeleken met auto’s van hetzelfde merk, hetzelfde bouwjaar, met dezelfde conditie en met ongeveer dezelfde kilometerstand. Hij heeft daartoe aangevoerd (i) dat het bouwjaar van de Mehari 1978 is, (ii) dat de Mehari onder Spaanse licentie is gemaakt en dat dergelijke Mehari’s minder waard zijn dan Franse Mehari’s, (iii) dat de auto geen 4x4 aandrijving heeft en (iv) dat de uitdraaien die hij heeft overgelegd, anders dan de uitdraaien van de vrouw, van Spaanse en Portugese verkoopsites zijn. Uit geen van de door partijen overgelegde overzichten kan de rechtbank afleiden (i) in welke mate het bouwjaar van invloed is op de waarde van de auto, (ii) of de betreffende Mehari’s onder Spaanse licentie zijn gemaakt en (iii) of de auto’s 4x4 aandrijving hebben. Ook is de rechtbank niet duidelijk geworden waardoor het grote prijsverschil tussen de door de man en de vrouw overgelegde overzichten is te verklaren. De rechtbank ziet gelet hierop aanleiding om de waarde van de auto te bepalen op het gemiddelde van de door de man (€ 6.650) en de vrouw (€ 18.500) gestelde waarde; derhalve op € 12.575,-. De rechtbank zal de auto gelet op het voorgaande aan de man toedelen onder de verplichting om uit hoofde van overbedeling € 6.287,50 aan de vrouw te betalen.
Banksaldi bankrekeningen Spanje
4.15.
De vrouw heeft afschriften van de bankrekeningen gehouden bij de CaixaBank in Spanje (met nummers [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] ) in het geding gebracht waaruit het saldoverloop op de bankrekeningen in Spanje van erflaatster blijkt vanaf de datum van haar overlijden tot 22 augustus 2019. De vrouw heeft naar het oordeel van de rechtbank hiermee volledige inzage gegeven in het saldoverloop na erflaatsters overlijden. De man heeft ter comparitie opgemerkt de afschrijvingen, die na het overlijden van erflaatster hebben plaatsgevonden, te erkennen als juist. Omdat de man niet heeft gesteld op welke gegevens zijn vordering onder f) verder nog ziet, zal de rechtbank de door de man gevorderde inzage in de volledige administratie van erflaatster afwijzen.
4.16.
Verder zal de rechtbank, zoals door beide partijen gevorderd, de bankrekeningen toedelen aan de vrouw. Partijen dienen binnen 14 dagen na voldoening van de schulden van de nalatenschap van deze bankrekeningen (zie 4.30) de CaixaBank te verzoeken om de betreffende bankrekeningen op naam van de vrouw te zetten. Binnen een week nadat de bank in Spanje de betreffende bankrekeningen op de naam van de vrouw heeft gesteld, dient de vrouw wegens overbedeling de helft van de eventueel nog resterende banksaldi op het moment van wijziging van de tenaamstelling van die rekeningen aan de man te voldoen. Mochten aan het voorgaande kosten zijn verbonden, dan dienen partijen ieder de helft van deze kosten te betalen.
Contant geld in woning Spanje
4.17.
De man stelt dat er in de woning € 7.400,- aan contant geld ligt en dat dit tot de nalatenschap behoort en verdeeld dient te worden. De man heeft ter onderbouwing een foto van enveloppen van de CaixaBank overgelegd met daarop met de hand geschreven diverse bedragen. De vrouw betwist dat er contant geld in de woning aanwezig is en, mocht dit er al zijn, dat dit tot de nalatenschap behoort. De vrouw voert hiertoe aan dat zij op de enveloppen van de bank, die op de foto te zien zijn, haar privé-administratie bijhield. In het geval er al geld in die enveloppen zit, dan is dat haar privé-geld.
4.18.
De rechtbank is van oordeel dat op de door de man overgelegde foto niet zichtbaar is dat zich contant geld in de enveloppen bevindt. Als er al geld in de enveloppen zit, dan is niet duidelijk om hoeveel geld het precies gaat. De bedragen die door de vrouw op de enveloppen zijn geschreven, zijn daarvoor niet maatgevend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de man, in het licht van de gemotiveerde betwisting van de vrouw, onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat er in de woning een bedrag aan contanten ligt ad € 7.400,- en dat dit bedrag tot de nalatenschap behoort. Het lag op de weg van de man om zijn stelling hieromtrent nader te onderbouwen. Dat is echter niet gebeurd. Dit leidt tot het oordeel dat de man niet aan de op hem rustende stelplicht heeft voldaan. De rechtbank komt daarom aan bewijslevering op dit punt niet toe en wijst het door de man gevorderde hieromtrent dan ook af.
Vordering van de nalatenschap op de vrouw in verband met de huurpenningen
4.19.
Tussen partijen is niet in geschil dat, na het overlijden van erflaatster, de woning is verhuurd aan derden, dat de vrouw hiervoor huurpenningen heeft ontvangen en dat de door haar ontvangen huurpenningen in de nalatenschap vallen. In geschil is enkel de hoogte van de in die periode door de vrouw ontvangen huurpenningen.
4.20.
De man stelt dat de huurpenningen over de jaren 2016 en 2017 € 23.400,- bedroegen en dat hij een vordering op de vrouw heeft van € 11.700,-. De man baseert de door hem gestelde huurpenningen op een berekening waarbij de woning in 2016 acht weken in het hoogseizoen zou zijn verhuurd en in 2017 één week in het laagseizoen en acht weken in het hoogseizoen.
4.21.
De vrouw betwist de hoogte van de door de man gestelde huurpenningen en stelt dat de huurpenningen over de jaren 2016 en 2017 € 8.200,- bedroegen. Ter onderbouwing hiervan heeft zij een overzicht overgelegd waaruit blijkt wie de woning in 2016 en 2017 heeft gehuurd en tegen welke prijs. De vrouw stelt dat de woning sinds 2015 niet meer werd aangeboden op vakantiehuizenspanje.nl omdat de woning niet voldeed aan de eisen die door die website werden gesteld. De woning werd enkel nog verhuurd aan vrienden en mensen die al eerder in de woning hadden verbleven en eenmaal via een advertentie die de vrouw had geplaatst op www.huisjetehuur.nl.
4.22.
De rechtbank is van oordeel dat de man onvoldoende feiten heeft gesteld waaruit blijkt dat de woning vaker verhuurd is geweest en/of tegen een hogere prijs dan de vrouw heeft gesteld. Daarnaast heeft de man niet betwist dat de woning al voor het overlijden van erflaatster niet meer via vakantiehuizenspanje.nl werd verhuurd. De man heeft tegenover de vrouw aangegeven dat hij wenste dat zij de woning niet meer te huur zou aanbieden omdat de woning daarvoor niet meer geschikt was (zie 2.7). Gelet hierop gaat de rechtbank uit van het bedrag aan huurpenningen dat de vrouw stelt te hebben ontvangen. De rechtbank stelt de vordering van de nalatenschap op de vrouw in verband met de door haar ontvangen huurpenningen dan ook vast op € 8.200,-. De vrouw heeft deze vordering reeds voldaan door overschrijving van een bedrag van € 4.500,- naar een van de Spaanse bankrekeningen van erflaatster (zie 4.23), en door van de contant door haar ontvangen huurpenningen voor een bedrag van in totaal € 3.700,- aan vaste lasten voor de woning te betalen (zie 4.24).
Schulden van de nalatenschap
Schuld van de nalatenschap aan de vrouw
4.23.
Als onbetwist staat vast dat de vrouw in totaal € 7.050,- van haar privérekening heeft overgemaakt naar de Spaanse bankrekeningen van erflaatster om ervoor te zorgen dat de vaste lasten van de woning betaald konden blijven worden. Ter zitting is komen vast te staan dat de vrouw de huurpenningen die zij op haar eigen bankrekening heeft ontvangen van in totaal € 4.500,- heeft doorgestort naar de Spaanse bankrekeningen van erflaatster. Hieruit volgt dat van de € 7.050,- die de vrouw vanaf haar privérekening heeft overgemaakt naar de Spaanse bankrekeningen van erflaatster, slechts een bedrag van € 2.550,- haar privégeld betrof (7.050 -/- 4.500). Dit laatste bedrag heeft zij onverschuldigd aan de nalatenschap betaald en kan zij derhalve van de nalatenschap terugvorderen.
4.24.
De vrouw stelt verder dat zij in totaal een bedrag van € 5.097,98 contant dan wel via haar eigen bankrekening aan vaste lasten voor de woning heeft betaald. Nu de man ter zitting heeft aangegeven de op de door de vrouw overgelegde berekeningen genoemde contant betaalde en via haar bankrekening betaalde kosten voor de woning niet langer te betwisten, stelt de rechtbank vast dat de vrouw in totaal een bedrag van € 5.097,98 contant dan wel via haar eigen bankrekening aan vaste lasten voor de woning heeft betaald. Nu ter zitting is komen vast te staan dat de vrouw de contant door haar ontvangen huurpenningen voor een bedrag van in totaal € 3.700,- heeft gebruikt om de vaste lasten van de woning – contant dan wel via haar eigen bankrekening – te betalen, heeft de vrouw naar het oordeel van de rechtbank met betrekking tot door haar voldane kosten voor de woning nog een vordering op de nalatenschap van € 1.397,98 (5.097,98 -/- 3.700).
4.25.
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat de nalatenschap nog een bedrag van in totaal € 3.947,98 (2.550 + 1.397,98) aan de vrouw verschuldigd is.
Schuld van nalatenschap aan de man
4.26.
De man stelt dat hij een vordering op de nalatenschap heeft omdat hij de auto (de hiervoor genoemde Citroën Mehari) heeft laten opknappen. Uit de door de man overgelegde factuur blijkt dat de man de auto heeft laten opknappen voor een bedrag van € 1.997,67. Ter zitting heeft de man onbetwist gesteld dat hij deze kosten deels heeft gemaakt omdat de auto anders niet door de keuring zou komen en deels om deze op te knappen voor [A] . De rechtbank is van oordeel dat het opknappen van de auto om ervoor te zorgen dat deze door de keuring kon komen, noodzakelijk onderhoud betrof en dat deze kosten voor rekening van de nalatenschap dienen te komen. Ten aanzien van het overige deel van de door de man gemaakte kosten heeft de man niet aangetoond dat deze kosten betrekking hadden op noodzakelijk onderhoud van de auto. De man heeft ook niet aangetoond dat de auto door dit onderhoud met een gelijk bedrag in waarde is gestegen. De rechtbank acht het gelet op het voorgaande redelijk om een bedrag van € 1.000,- aan te merken als kosten voor noodzakelijk onderhoud van de auto, zodat de man een vordering op de nalatenschap heeft van € 1.000,-.
4.27.
De man stelt verder € 1.591,45 aan onderhoudskosten te hebben gemaakt voor de woning. De door de man gemaakte kosten voor tuinonderhoud en de verf ten behoeve van de poort heeft de vrouw niet betwist. De kosten die de man stelt te hebben gemaakt met betrekking tot het onderhoud van het zwembad, de door hem gekochte chemicaliën voor het zwembad en de kosten voor de bosmaaier heeft de vrouw wel betwist.
4.28.
De rechtbank is van oordeel dat de man, in het licht van de betwisting van de vrouw, voldoende onderbouwd heeft gesteld dat hij de onderhoudskosten voor het zwembad en kosten voor de chemicaliën voor zijn rekening heeft genomen. De man heeft facturen en bonnen van Decopiscines.com overgelegd. Dat er in 2015 een nieuwe pomp is geplaatst bij het zwembad betekent niet dat deze niet kapot kan zijn gegaan, zoals de vrouw heeft aangevoerd. Daarnaast overweegt de rechtbank dat de onderhoudskosten van het zwembad doorlopen en dat chemicaliën op enig moment opraken. Ten aanzien van het door de man gevorderde bedrag van € 440 voor de reparatie van de bosmaaier overweegt de rechtbank dat de man zijn stelling – gelet op de gemotiveerde betwisting van de vrouw – onvoldoende heeft onderbouwd. Van hem had verwacht mogen worden dat hij terzake een factuur of betalingsbewijs zou overleggen, maar dat heeft hij niet gedaan. De man heeft met betrekking tot door hem betaalde onderhoudskosten voor de woning dan ook een vordering op de nalatenschap van € 1.151,45 (1.591,45 -/- 440).
4.29.
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat de nalatenschap nog een bedrag van in totaal € 2.151,45 (1.000 + 1.151,45) aan de man verschuldigd is.
Resumé: voldoening schulden van de nalatenschap
4.30.
Voordat de banksaldi kunnen worden verdeeld (4.16), moeten de schulden van de nalatenschap worden voldaan. De vorderingen van partijen op de nalatenschap dienen derhalve eerst te worden voldaan van de Spaanse bankrekeningen van erflaatster. Indien deze saldi daarvoor onvoldoende zijn, zijn partijen met hun privévermogen aansprakelijk voor de voldoening van de restantvorderingen, nu zij de nalatenschap beiden zuiver hebben aanvaard.
Dwangmiddelen
4.31.
Omdat is gesteld noch gebleken dat de man niet zal meewerken aan levering van zijn aandeel in de woning aan de vrouw en aan wijziging van de tenaamstelling van de Spaanse bankrekeningen, zal de rechtbank de vorderingen van de vrouw tot medewerking aan de tenuitvoerlegging van dit vonnis, dan wel tot reële executie van dit vonnis als bedoeld in de artikelen 3:299 BW en 3:300 BW, afwijzen.
Proceskosten
4.32.
Gelet op de familierelatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
verklaart voor recht dat de verdeling van de tot de nalatenschap van [de erflaatster] behorende vermogensbestanddelen in Nederland reeds is geschied;
5.2.
veroordeelt de nalatenschap van [de erflaatster] en voor zover deze nalatenschap niet toereikend is, veroordeelt partijen, aan de man te betalen een bedrag van € 2.151,45 en aan de vrouw te betalen een bedrag van € 3.947,98;
5.3.
stelt de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van nalatenschap als volgt vast:
5.3.1.
de woning te Spanje, inclusief inboedel en inventaris, zal worden toegedeeld aan de vrouw tegen de door een geregistreerd taxateur-architect nog voor partijen bindend te taxeren waarde, onder de opschortende voorwaarde dat zij in staat is de volledige eigendom van de woning te verkrijgen. De woning dient uiterlijk 15 januari 2020 te zijn getaxeerd. De opdracht aan de geregistreerd taxateur-architect die de woning bindend zal taxeren zal plaatsvinden op de in 4.9 bepaalde wijze. De kosten van de door de man ingeschakelde makelaar/taxateur worden door de man gedragen en die van de door de vrouw ingeschakelde makelaar/taxateur door de vrouw. De kosten van de geregistreerd taxateur-architect die de taxatie verricht, worden door partijen ieder voor de helft gedragen;
5.3.2.
indien aan de in 5.3.1 genoemde voorwaarde wordt voldaan, zal de man zijn aandeel in de woning binnen twee maanden na de datum van het taxatierapport overdragen aan de vrouw. De rechtbank bepaalt dat de man door die toedeling een vordering uit hoofde van overbedeling op de vrouw verkrijgt ter hoogte van de helft van de nog bindend te taxeren waarde. De kosten van levering van het aandeel van de man in de woning aan de vrouw dienen door de vrouw te worden gedragen;
5.3.3.
indien niet aan de in 5.3.1 genoemde voorwaarde wordt voldaan, zal de woning te Spanje, inclusief inboedel en inventaris, worden toegedeeld aan de man tegen de door een geregistreerd taxateur-architect nog voor partijen bindend te taxeren waarde, onder de opschortende voorwaarde dat hij in staat is de volledige eigendom van de woning te verkrijgen. Indien aan deze voorwaarde wordt voldaan, zal de vrouw haar aandeel in de woning binnen twee maanden na de datum van het taxatierapport overdragen aan de man. De rechtbank bepaalt dat de vrouw door die toedeling een vordering uit hoofde van overbedeling op de man verkrijgt ter hoogte van de helft van de nog bindend te taxeren waarde. De kosten van levering van het aandeel van de vrouw in de woning aan de man dienen door de man te worden gedragen;
5.3.4.
indien en voor zover niet aan de hiervoor onder 5.3.1 en 5.3.3 genoemde voorwaarden wordt voldaan, zal de woning worden verkocht en geleverd aan een derde, waartoe partijen gezamenlijk een verkoopopdracht zullen verstrekken aan een in onderling overleg in te bepalen makelaar, die partijen bindend zal adviseren over de te hanteren vraag- en laatprijs. Partijen komt dan ieder de helft van de netto-verkoopopbrengst toe;
5.3.5.
deelt de Citroën Mehari toe aan de man, onder gehoudenheid van de man om uit hoofde van overbedeling een bedrag van € 6.287,50,- aan de vrouw te voldoen;
5.3.6.
deelt de twee Spaanse bankrekeningen van erflaatster met nummers [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] toe aan de vrouw onder de verplichting om uit hoofde van overbedeling de helft van de eventueel ná voldoening van de schulden van de nalatenschap resterende saldi op het moment van de wijziging van de tenaamstelling van de bankrekeningen aan de man te betalen, met inachtneming van al hetgeen hierover in 4.16 is overwogen;
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 en 5.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C. Kranenburg en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2019.