ECLI:NL:RBDHA:2019:11777
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Tunesische homoseksuele man wegens ongeloofwaardige geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Tunesische man die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser, geboren in 1990, stelde dat hij homoseksueel is en vreesde voor zijn leven door zijn seksuele geaardheid in Tunesië. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser over zijn homoseksualiteit als ongeloofwaardig beoordeeld. Verweerder had vastgesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig waren, maar de geaardheid niet. Eiser had vaag en oppervlakkig verklaard over zijn seksuele ervaringen en de problemen met zijn familie. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet onterecht had geoordeeld over de geloofwaardigheid van eisers verklaringen en dat de aanvraag terecht was afgewezen. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn relatie met een man in Nederland en de rechtbank zag geen aanleiding om de behandeling van het beroep aan te houden voor verdere rapportages over culturele achtergronden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.