2.3.Het Reglement is gebaseerd op het certificeringsschema dat is opgesteld en gepubliceerd door de European and Mediterranean Plant Protection Organisation (hierna: EPPO), die zich ten doel stelt internationale standaarden te realiseren voor de ontwikkeling en teelt van gezond plantmateriaal. In het Reglement is onder meer het volgende het volgende bepaald:
“ARTIKEL 1
[…]
In dit Reglement en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:
[…]
d.
Kandidaatplanten:
Planten, waaruit materiaal wordt geselecteerd, bestemd voor de opkweek van moederplanten klasse SEE;
e.
Moederplanten klasse SEE:
Moederplanten die rechtstreeks zijn opgekweekt uit virusvrij materiaal en dienen voor instandhouding en de productie van teeltmateriaal klasse SEE;
[…]
q.
Virusvrij materiaal:
Virusvrij materiaal dat volgens internationaal erkende wetenschappelijke methoden is getest en vrij is bevonden van besmetting, dat bij inspecties tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziekteverwekkers, dat in stand is gehouden op een wijze die infectie voorkomt en geacht wordt vrij te zijn van alle virussen en virusachtige ziekteverwekkers, waarvan bekend is dat zij in de Europese Unie bij de betrokken soort voorkomen, als in bijlage III bij dit Reglement genoemd.
Materiaal dat vegetatief en in rechte lijn in een specifiek aantal stadia uit dergelijk materiaal is voortgekweekt als bepaald in dit Reglement, dat bij inspectie tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziekteverwekkers en dat is geproduceerd en in stand gehouden op een wijze die infectie voorkomt en overeenkomstig het bepaalde in dit Reglement, wordt eveneens geacht virusvrij te zijn;
[…]
ARTIKEL 8
1. Kandidaatplanten zijn planten die, door de deelnemer of een andere in de certificering deelnemende partij, zijn geselecteerd ten behoeve van opname in de certificering. De kandidaatplanten dienen gedurende een volledig seizoen op onderwerpelijke ziekten beoordeeld te worden.
2. Kandidaatplanten dienen te worden geteeld in een van een sluis voorziene, afgesloten luisdichte kas, waarin geen moederplanten en/of teeltmateriaal klasse SEE voorkomen respectievelijk voorkomt, in ziektevrije grond alsmede los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers, onder strikt bedrijfshygiënische omstandigheden. De kandidaatplanten moeten op een door Naktuinbouw geaccepteerde wijze worden getoetst op alle virussen, als in bijlage III bij dit Reglement aangegeven, op
Phytophthora fragariae var. fragariae,
Colletotrichum acutatum,
Xanthomonas fragariaeen overige algemeen
voorkomende schimmelziekten. De kandidaatplanten moeten voorts door de deelnemer in het bijzonder op rasechtheid worden gecontroleerd. […]
4. Nakomelingen van kandidaatplanten, die bij de toetsingen als in lid 1 bedoeld vrij zijn bevonden van de onderwerpelijke virussen, worden door Naktuinbouw aangemerkt als virusvrij materiaal.
[…]
BIJLAGE III
Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing op pathogenen van teeltmateriaal Aardbeiplanten.
Virusziekten (Engels/Nederlandse naam)
Diagnose via symptomen
Mechanische inoculatie op kruidachtige indicatoren
Indicatoren voor bladenenting
UC-nummer:
Virusziekten die voorkomen in de EPPO-regio en waarop in het Naktuinbouw-certificeringssysteem getoetst wordt:
Luisoverdraagbaar
Strawberry crinkle virus
Aardbeikrinkelvirus
Nee
Nee
4,5
”