ECLI:NL:RBDHA:2019:11523

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2019
Publicatiedatum
31 oktober 2019
Zaaknummer
09/857454-16
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Computervredebreuk, laster, belediging en bezit van kinderporno door verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder computervredebreuk, laster, belediging en het bezit van kinderporno. De verdachte heeft zonder toestemming toegang verkregen tot verschillende iCloud-accounts, waarbij hij beveiligingsmaatregelen heeft doorbroken. Hij heeft vervolgens naaktfoto's van slachtoffers op internet geplaatst, wat heeft geleid tot ernstige aantasting van hun eer en goede naam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 14 januari 2015 tot en met 27 juli 2016 in het bezit was van kinderpornografisch materiaal, wat hij ook actief heeft gedeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/857454-16
Datum uitspraak: 31 oktober 2019
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Amsterdam,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 17 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. Sam-Sin en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. C.R. Pirone naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding [1]
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vier strafbare feiten, te weten: computervredebreuk (feit 1), laster, dan wel smaadschrift, dan wel belediging (feit 2), belediging (feit 3) en het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van gegevensdragers bevattende kinderpornografisch materiaal (feit 4).
De volgende feiten kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen en omdat deze door de verdediging niet zijn betwist als vaststaand worden aangemerkt en kunnen zonder nadere motivering als vertrekpunt voor de bewijsvraag dienen.
Op 31 januari 2016 heeft [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) aangifte gedaan en het volgende verklaard. Zij had gehoord dat er naaktfoto’s van haar op een website, te weten [website 1] , stonden. Op voornoemde website heeft [slachtoffer 1] meerdere naaktfoto’s van haarzelf aangetroffen. Bij een over haar aangemaakt profiel zag zij onder andere de volgende tekst staan: “email me voor meer: [mailadres 1] ”. [2]
Op 4 maart 2016 heeft [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) aangifte gedaan en het volgende verklaard. Zij had gehoord dat er naaktfoto’s van haar op een website, te weten [website 1] , werden aangeboden. De broer van [slachtoffer 2] heeft vervolgens contact gezocht met de aanbieder van die foto’s, die gebruik maakte van het e-mailadres [mailadres 1] , en deze gevraagd om hem naaktfoto’s toe te sturen. Hierop heeft hij van degene die gebruikt maakte van dit e-mailadres naaktfoto’s van [slachtoffer 2] ontvangen. Die foto’s waren gemaakt door de ex-vriend van [slachtoffer 2] , [vriend slachtoffer2] (hierna: [vriend slachtoffer2] ). Vervolgens zijn de broer en de vader van [slachtoffer 2] verder gaan zoeken naar [mailadres 1] en kwamen zij terecht op de website [website 2] , waar zij bewerkte foto’s van [slachtoffer 2] aantroffen. De oorspronkelijke foto’s stonden in het iCloud-account van [slachtoffer 2] . [3]
Op de bewerkte foto’s is het volgende te zien:
- het gezicht van [slachtoffer 2] met daarnaast een stijve penis;
- het gezicht van [slachtoffer 2] met daarop een op sperma gelijkende substantie;
- het gezicht van [slachtoffer 2] geplaatst op het lichaam van een andere persoon die poseert in een erotisch getinte houding, waarbij nadrukkelijk de ontblote vagina en de borsten van deze persoon in beeld zijn gebracht;
- [slachtoffer 2] en andere personen, met daarbij de teksten: “trek maar lekker op ze af”, “ [slachtoffer 2] , [naam] en [naam] met een grote lading zaad” en “ [naam] ’s familie, [slachtoffer 2] en [naam] hadden weer een leuke vakantie samen. Vol met gangbangs, sperma en vingersessies van de meiden. Ze moeten elke dag een lul hebben om hun sletterigheid kwijt te kunnen raken. Het liefst 1 pik in elk gat”. [4]
De vader van [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij en zijn zoon via internet hebben kunnen achterhalen dat de verdachte degene was die gebruik maakte van het e-mailadres [mailadres 1] . [5]
Bij de politie en ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij inderdaad de gebruiker was van het e-mailadres [mailadres 1] en dat hij zich op internet voordeed als [naam 2] . Verder heeft hij verklaard dat hij, via het beantwoorden van de beveiligingsvragen, in het iCloud-account van [slachtoffer 1] is gekomen en daarvan naaktfoto’s heeft gedownload. Op dezelfde wijze is hij in het iCloud-account van [slachtoffer 2] gekomen. Ook heeft hij via het Dropbox-account van [vriend slachtoffer2] de naaktfoto’s van [slachtoffer 2] bemachtigd. Doordat [vriend slachtoffer2] een keer op de laptop van de verdachte had ingelogd op zijn Dropbox-account, was het wachtwoord bewaard gebleven op die laptop en kon de verdachte inloggen op het account van [vriend slachtoffer2] zonder diens medeweten.
De verdachte heeft verder verklaard dat hij de naaktfoto’s van [slachtoffer 1] op de website [website 1] heeft geplaatst. De naaktfoto’s van [slachtoffer 2] heeft de verdachte met meerdere mensen online gedeeld, onder wie de medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ). Ook heeft hij foto’s van [slachtoffer 2] , die hij van haar openbare Facebook-account had gehaald, bewerkt met Photoshop zoals hierboven omschreven en de bewerkte foto’s op de website [website 2] geplaatst.·
De verdachte heeft verder verklaard dat hij ook op andere iCloud-accounts dan die van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft ingelogd. Zijn werkwijze was telkens als volgt. Op de website www.icloud.com vulde hij het e-mailadres van degene die hij wilden ‘hacken’ in en koos dan de optie ‘wachtwoord vergeten’. Vervolgens kreeg hij beveiligingsvragen te zien. Als de verdachte die beveiligingsvragen goed beantwoordde, kwam hij in het iCloud-account van de betreffende persoon. Vervolgens gebruikte hij het programma ‘iPhone Backup Extractor’ om een back-up van het gehele account te maken. Via internet is de verdachte in contact gekomen met medeverdachte [medeverdachte] , met wie hij gegevens over die iCloud-accounts en de inhoud daarvan heeft uitgewisseld via Skype en via het programma ‘Gigatribe’. [6]
Op 13 maart 2016 is onder de verdachte een Apple Macbook Air in beslag genomen. [7] Hierop zijn back-ups van meerdere iCloud-accounts aangetroffen. [8]
Op 27 juli 2016 zijn onder de medeverdachte [medeverdachte] een harde schijf en een laptop in beslag genomen. [9] Hierop zijn back-ups van een groot aantal iCloud-accounts aangetroffen. [10]
Op 27 juli 2016 zijn tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte diverse gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een HP laptop en een Lenovo laptop. [11] Uit onderzoek naar die laptops en de eerdergenoemde Apple Macbook Air is gebleken dat daarop honderden kinderpornografische afbeeldingen en rond de 20 kinderpornografische video’s stonden. Uit onderzoek is gebleken dat vastgesteld kan worden dat de verdachte vanaf 14 januari 2015 in het bezit is geweest van kinderporno. [12] De verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting verklaard dat hij inderdaad kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had. Een deel van dit materiaal heeft hij van internet gedownload. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij via internet contact had met bepaalde personen en dat hij aan deze personen heeft gevraagd of zij hem kinderporno konden toesturen en die vervolgens ook heeft ontvangen. [13]
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van een deel van het ten laste gelegde. Op de specifieke (bewijs)verweren van de verdediging zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank merkt de hiervoor beschreven werkwijze van de verdachte om toegang te krijgen tot iCloud-accounts aan als computervredebreuk, dat wil zeggen: het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in (een deel van) een geautomatiseerd werk door een beveiliging te doorbreken, met gebruikmaking van een valse sleutel (het gewijzigde wachtwoord van het account nadat de beveiligingsvragen juist waren beantwoord) en door het aannemen van een valse hoedanigheid (namelijk die van degene die bevoegd was de beveiligingsvragen te beantwoorden: de houder van het account). Ook het inloggen in het Dropbox-account van [vriend slachtoffer2] zonder diens medeweten merkt de rechtbank als zodanig aan.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor het medeplegen van computervredebreuk en dat de verdachte van dat deel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit onderzoek naar de gegevensdragers van de verdachte is gebleken dat de verdachte, die zich [naam 2] noemde, via Skype gesprekken heeft gevoerd met de medeverdachte [medeverdachte] , die zich in die gesprekken [naam 3] noemde. Onder meer de volgende gesprekken zijn gevoerd:
Op 7 februari 2016
[naam 2] : en ik heb verder ook nog bij [naam] , [slachtoffer 2] , [naam] en [naam] weten in te komen
[naam 3] : Waar had je trouwens die foto's van [slachtoffer 2] vandaan die op anon-ib stonden
[naam 3] : Die bijna naakte
[naam 2] : die heb ik van mail van haar ex
[naam 3] : Haha nice
Op 31 januari 2016:
[naam 2] : ik kwam ook in die van [naam]
[naam 3] : Echt??
[naam 2] : die had geen foto's maar wel veelbackups
[naam 3] : Shit
[naam 2] : [naam] proberen dan?
[naam 2] : [naam] had ook backup
[naam 3] : Ja hopen dat die beter gaat
[naam 3] : Doe eerst [naam] maar haha
[naam 2] : [mailadres 2]
[naam 2] : bijnaam= Do plaats= Alphen
[naam 2] : 25 september 1995
[naam 3] : Damn
[naam 3] : Ik heb daar alphen a/d rijn gegokt
[naam 3] : Ik was zo dichtbij haha
[naam 2] : hahaha
[naam 2] : ja had geluk
[naam 2] : maarja kan elke dag proberen totdat je m goed had
[naam 3] : Backup van .8gb
[naam 3] : 2.8
[naam 3] : van vandaag :)
[naam 2] : oh van vandaag zelf
[naam 2] : zelfs
[naam 2] : ik hoop dat t lukt
[naam 3] : Hij is bezig met ophalen in ieder geval
[naam 3] : Maar dat kan wel ff duren
Op 23 februari 2016:
[naam 3] : Ik ben wel in de mail van [naam] gekomen
[naam 3] : en facebook
[naam 3] : Maar niks interessants
Op 16 februari 2016:
[naam 3] : Ben ook in die van [naam] van tongeren
[naam 3] : Maar heb mn maximale aantal devices gehad op het programma
[naam 3] : Dus kan de backup niet downloaden
[naam 2] : oh dan doe ik het?
[naam 3] : Sure
[naam 3] : straat is [straatnaam]
[naam 3] : bijnaam is [naam]
[naam 3] : In de fotostream stond niks leuks
[naam 2] : oh oké ga ik t proberen
[naam 3] : Succes:)
[naam 2] : je kan ook t ww geven evt? valt minder op
[naam 3] : Die had ze alweer veranderd
[naam 3] : Dus misschien kunnen we het beter vanaaf doen
[naam 2] : oké ja dan doe ik het vanavond idd
Op 17 februari 2016:
[naam 2] : hey ik heb die van [naam] kunnen downloaden
[naam 2] : maar zit echt niks tussen
Op 9 februari 2016:
[naam 2] : Sent file [naam] .zip.
[naam 2] : nog wat van zusje van [naam]
[naam 3] : Ja zij is ook lekker man
[naam 2] : ja zeker
[naam 2] : heb net dr whatsapp gedownload , maar was niet veel bijzonders
[naam 3] : Zit je in dr icloud?
[naam 2] : ja ww is transalpl 1 volgens mij
[naam 2] : als je erop gaat moet je misschien ook ff emailtje verwijderen
[naam 3] : Alright
[naam 2] : ww van dr gmail is ook transalpl 1
[naam 3] : en wat was haar email? :)
[naam 2] : [mailadres 3]
Op 28 januari 2016:
[naam 3] : Maar staat niks op
[naam 3] : Is een heel oud account
[naam 2] : ahh jammer man
[naam 2] : zij is zo geil
[naam 3] : Zeker wel
[naam 3] : de vraag was 'welke kleur is mijn fiets'
[naam 3] : haha
[naam 2] : oh ja klopt
[naam 2] : die heb ik ook geprobeerd, maar als ze maar 1 vraag hebben kan er volgens mij niks op staan
[naam 3] : Nee met geboortdatum denk ik ook
[naam 3] : Als er geen jaar bij hoeft
[naam 2] : Ja precies
Op 7 februari 2016:
[naam 3] : Ik heb wel wat leuke dingen gevonden vandaag :)
[naam 2] : oh h nice
[naam 3] : 3 accounts gehackt
[naam 2] : zozo
[naam 3] : [naam]
[naam 2] : mee
[naam 3] : [naam]
[naam 2] : die ken ik wel
[naam 3] : en [naam]
Op 15 februari 2016:
[naam 3] : Ben in die van [naam] maar er staat niks in :/
[naam 3] : Geen fotos en geen backup
[naam 2] : oh jammer
[naam 3] : Beetje jammer dit
[naam 2] : die had ik net ook nog geprobeerd maar ik kwam er niet in
[naam 3] : Ohh haha
[naam 3] : bijnaam is [naam]
[naam 3] : huisdier is [naam]
[naam 2] : oh ole thanks
Op 27 en 28 februari 2016:
[naam 3] : Yo man ken jij [naam] ?
[naam 2] : jazeker:)
[naam 3] : Ben in dr account:)
[naam 3] : dropbox ww is [wachtwoord]
[naam 2] : haha nice
[naam 2] : wat is dr email eigenlijk? xd
[naam 3] : [mailadres 4] [14]
Uit de inhoud van deze gesprekken leidt de rechtbank het volgende af. De verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] hebben intensief en veelvuldig informatie met elkaar uitgewisseld over iCloud-accounts die zij wilden hacken of reeds hadden gehackt. In het bijzonder ging het daarbij om e-mailadressen, antwoorden op beveiligingsvragen en wachtwoorden van de iCloud-accounts. Ook vertellen zij elkaar wat er te vinden is in een bepaald account en helpen zij elkaar toegang te krijgen en de inhoud van de accounts te downloaden. Zo is te lezen dat als het [medeverdachte] niet lukt om van een bepaald account een back-up te maken, de verdachte het probeert.
Bezien in samenhang met de verklaring van de verdachte dat hij via ‘Gigatribe’ bestanden afkomstig uit die iCloud-accounts heeft gedeeld met de medeverdachte [medeverdachte] , en het aantreffen van back-ups van (in totaal) een groot aantal iCloud-accounts op gegevensdragers van zowel de verdachte als de medeverdachte, leidt dat de rechtbank tot de conclusie dat er een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte bestond waar het ging om het binnendringen van een groot aantal iCloud-accounts. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank acht niet bewezen dat de medeverdachte [medeverdachte] of enig ander persoon dan de verdachte betrokkenheid heeft gehad bij het binnendringen van het Dropbox-account van [vriend slachtoffer2] en de iCloud-accounts van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , zodat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van het medeplegen ten aanzien van die accounts.
Feit 2
De rechtbank dient te beoordelen of de door de verdachte op internet geplaatste bewerkte foto’s van aangeefster [slachtoffer 2] als laster, dan wel smaadschrift, of als eenvoudige belediging kunnen worden gekwalificeerd.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er geen sprake is van ‘tenlastelegging van een bepaald feit’, als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank stelt vast dat bewerkte foto’s, inclusief de teksten, betrekking hadden op aangeefster en dat deze haar eer en goede naam hebben aangerand. De verdachte heeft het kennelijke doel gehad om ruchtbaarheid te geven aan deze foto’s, nu hij ze heeft verspreid door ze op de website [website 2] te plaatsen. Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat die foto’s blijk geven van tenlastelegging van een bepaald feit. Sommige foto’s zijn immers zodanig bewerkt, dat daarop duidelijk te onderkennen concrete gedragingen in beeld zijn gebracht. Die gedragingen – en daarmee de aan aangeefster ‘ten laste gelegde feiten’ – houden in dat aangeefster zich op expliciete wijze naakt zou hebben laten fotograferen, dat zij zich met een penis bij haar gezicht zou hebben laten fotograferen en dat zij zich met sperma op haar gezicht zou hebben laten fotograferen. Bij een andere foto zijn middels de daarbij geplaatste teksten duidelijk te onderkennen concrete gedragingen verwoord, namelijk dat aangeefster zou hebben gedaan aan gangbangs en ‘vingersessies met de meiden’. Het verweer van de raadsvrouw wordt dan ook verworpen.
De rechtbank acht op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting eveneens wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wist dat voornoemde door hem aan [slachtoffer 2] ten laste gelegde feiten in strijd met de waarheid waren. De verdachte heeft de foto’s immers zelf bewerkt en aldus door hem zelf gecreëerde – en daarmee niet waarheidsgetrouwe – gedragingen in beeld gebracht. Ook heeft hij de foto’s van zelfverzonnen teksten voorzien. Uit niets blijkt dat datgene wat hij in die teksten heeft verwoord enige grond van waarheid bevat.
Gelet op het hiervoor overwogene acht de rechtbank laster wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
De verdachte heeft naaktfoto’s van [slachtoffer 1] online geplaatst op de website [website 1] . Door deze foto’s openbaar te maken is sprake van aanranding van de waardigheid en aantasting van de eer en goede naam van aangeefster.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank belediging wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4
Op grond van hetgeen de rechtbank hierboven heeft vastgesteld acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 14 januari 2015 tot en met 27 juli 2016 gegevensdragers bevattende kinderpornografische afbeeldingen en films in zijn bezit heeft gehad.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte het kinderpornografisch materiaal heeft verspreid en van het bezit een gewoonte heeft gemaakt.
Met de raadsvrouw en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte het kinderpornografisch materiaal heeft verspreid, zodat hij van dat deel van de tenlastelegging vrijgesproken zal worden.
Ten aanzien van de vraag of de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal oordeelt de rechtbank als volgt. Op grond van de bewezenverklaarde periode van anderhalf jaar, de niet geringe hoeveelheid aangetroffen (363 “accessible”) afbeeldingen en het feit dat er op meerdere gegevensdragers afbeeldingen en films zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat eveneens bewezen kan worden dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van gegevensdragers bevattende kinderpornografisch materiaal. De rechtbank betrekt hierbij de verklaring van de verdachte, namelijk dat hij op zoek ging naar steeds extremere kinderporno en dat hij dat bij herhaling heeft gedaan. [15] Hetgeen de raadsvrouw hiertoe heeft aangevoerd wordt dan ook verworpen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 1 april 2016 te Alphen aan den Rijn telkens opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken of in een deel daarvan, te weten een Dropbox- en iCloud-accounts is binnengedrongen, waarbij hij zich de toegang tot die geautomatiseerde werken heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en door een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, en vervolgens gegevens die waren opgeslagen door die geautomatiseerde werken waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen, immers heeft verdachte, zichzelf, door het onbevoegd gebruik maken van een account en wachtwoorden en door het beantwoorden van beveiligingsvragen, toegang verschaft tot de Dropbox- en iCloud-accounts van [vriend slachtoffer2] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en vervolgens (met behulp van het software programma iPhone Backup Extractor) (een deel) van die Dropbox- en iCloud-accounts gedownload en verspreid;
en
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 1 april 2016 te Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met een ander, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken of in een deel daarvan, te weten iCloud-accounts is binnengedrongen, waarbij hij en/of zijn mededader zich de toegang tot die geautomatiseerde werken heeft/hebben verworven door het doorbreken van een beveiliging en door een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, en vervolgens gegevens die waren opgeslagen door die geautomatiseerde werken waarin hij en/of zijn mededader zich wederrechtelijk bevond(en), voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, immers hebben verdachte en zijn mededader, zichzelf, door het onbevoegd gebruik maken van accounts en wachtwoorden en door het beantwoorden van beveiligingsvragen toegang verschaft tot de iCloud-accounts van een groot aantal personen en vervolgens met behulp van het software programma iPhone Backup Extractor (een deel) van die iCloud-accounts gedownload en verspreid;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 1 april 2016 te Alphen aan den Rijn, opzettelijk door middel van het openlijk tentoonstellen van afbeeldingen en teksten, de eer en goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel bewerkte afbeeldingen, te weten foto's waarbij
- een stijve penis bij/naast het afgebeelde gezicht van die [slachtoffer 2] zichtbaar was en
- op het afgebeelde gezicht van die [slachtoffer 2] een op sperma
gelijkende substantie zichtbaar was en
- het afgebeelde gezicht van die [slachtoffer 2] geplaatst was op een lichaam van een ander persoon die poseert in een erotisch getinte houding en waarbij nadrukkelijk de ontblote vagina en de borsten van deze persoon in beeld zijn gebracht en
- bij de afgebeelde [slachtoffer 2] teksten zijn geplaatst inhoudende "trek maar lekker op ze af" en " [slachtoffer 2] () met een grote lading zaad" en "() [slachtoffer 2] () hadden weer leuke vakantie samen. Vol met gangbangs, sperma en vingersessies van de meiden. Ze moeten elke dag een lul hebben om hun sletterigheid kwijt te kunnen. Het liefst 1 pik in elk gat." en "tuurlijk ik pijp je vader zo wel even klaar", op het internet, te weten [website 2] tentoongesteld, terwijl verdachte wist dat voornoemde ten laste gelegde feiten in strijd met de waarheid waren;
3.
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 1 april 2016 te Alphen aan den Rijn, opzettelijk de eer en goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand, immers heeft verdachte foto's waarop voornoemde [slachtoffer 1] naakt te zien is op het internet, te weten [website 1] , tentoongesteld;
4.
hij op in de periode 14 januari 2015 tot en met 27 juli 2016 te Alphen aan den Rijn,
telkens gegevensdragers, te weten laptops van het merk Apple (Macbook Air) en
Lenovo en HP, bevattende afbeeldingen en films van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft in bezit gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of voorwerp en/of vinger/hand en/of met mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis en/of voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en):
- [bestandsnaam] ;
- ^ [bestandsnaam] ;
- [bestandsnaam] , p. 22;
- [bestandsnaam] , p. 23;
- [bestandsnaam] , p. 52;
- [bestandsnaam] , p. 48;
- [bestandsnaam] , p. 48;
- [bestandsnaam] , p. 49;
- [bestandsnaam] p. 49; -
^ [bestandsnaam] .jpg, p. 50;
- [bestandsnaam] , p. 50;
- [bestandsnaam] , p. 51; en/of
- [bestandsnaam] p. 51.)
en
het met de/een penis en/of vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam] p. 24)
en
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en):
- [bestandsnaam] , p. 24;
- [bestandsnaam] p. 52;
- [bestandsnaam] 50; en/of
- [bestandsnaam] p. 51)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en):
- [bestandsnaam] .;
- [bestandsnaam] p. 23;
- [bestandsnaam] , p. 24;
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of (waarbij) op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
en
het urineren boven/bij en/of op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en):
- [bestandsnaam] p. 22;
- [bestandsnaam] , p. 23;
- [bestandsnaam] p. ;
- [bestandsnaam] 50; [bestandsnaam] p. 51;
en/of
- [bestandsnaam] p. 52)
en
het houden van een vagina bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam] , p. 24)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan de verdachte, gelet op artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht, een gevangenisstraf van één dag op te leggen, met daarbij een taakstraf en eventueel een deels voorwaardelijke straf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk, laster en belediging. Hij heeft zich (al dan niet samen met zijn medeverdachte) zonder toestemming van de rechthebbenden de toegang verschaft tot een Dropbox-account en vele iCloud-accounts en de inhoud daarvan gedownload en gedeeld met (onder andere) zijn medeverdachte. Met dit handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de privacy van een groot aantal personen. Daarnaast heeft de verdachte naaktfoto’s van jonge vrouwen die hij op die manier had verkregen, en op een seksueel getinte wijze bewerkte foto’s van jonge vrouwen, verspreid op openbaar toegankelijke websites. Dit heeft een grote impact gehad op de slachtoffers, die zich beledigd, vernederd en beschaamd hebben gevoeld.
Voorts heeft de verdachte gedurende een periode van anderhalf jaar kinderpornografische afbeeldingen en filmbestanden gedownload. Op de onder hem in beslag genomen gegevensdragers is een grote hoeveelheid afbeeldingen en filmbestanden aangetroffen, waarop zeer jonge kinderen te zien zijn die op gruwelijke wijze worden misbruikt. Bij de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal worden kinderen seksueel misbruikt. Dergelijk misbruik kan zeer nadelige en langdurige psychische, emotionele en lichamelijke gevolgen hebben voor de betrokken kinderen en zij kunnen hierdoor ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Door het downloaden van door anderen vervaardigde kinderpornografische afbeeldingen heeft de verdachte er toe bijgedragen dat deze verwerpelijke praktijken in stand worden gehouden en bevorderd.
Proceshouding van de verdachte
De verdachte heeft van meet af aan openheid van zaken gegeven en zijn medewerking verleend aan het onderzoek. Zowel bij de politie als ter terechtzitting heeft hij spijt betuigd.
De persoonlijke omstandigheden en persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 19 september 2019, waaruit blijkt dat hij, anders dan onderhavige feiten, niet met politie en justitie in aanraking is geweest.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 2 juli 2019. Hieruit blijkt dat de verdachte over het algemeen een stabiel leven leidt. De reclassering heeft geen uitspraken kunnen doen over het psychosociaal functioneren van de verdachte.
Verder houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze op de terechtzitting van 17 oktober 2019 naar voren zijn gekomen.
Redelijke termijn
In strafzaken kan op het aan een verdachte toegekende recht op berechting binnen een redelijke termijn inbreuk worden gemaakt door het tijdsverloop, te rekenen vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens die verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
De rechtbank is van oordeel dat de doorzoeking op 27 juli 2016 aan te merken is als een handeling waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat hij vervolgd zou worden. Bij deze doorzoeking zijn namelijk gegevensdragers in beslag genomen waarvan de verdachte wist dat zich daarop gegevens bevonden die hem in verband zouden brengen met de tegen hem gedane aangiftes, waarvan de verdachte op dat moment reeds op de hoogte was. Ook wist de verdachte dat zich op de gegevensdragers kinderpornografisch materiaal bevond.
De rechtbank stelt dan ook vast dat de redelijke termijn met anderhalf jaar is overschreden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
De strafoplegging
De ernst van de feiten rechtvaardigt in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Nu echter ruim drie jaren zijn verstreken sinds de bewezen verklaarde feiten, waarbij bovendien de redelijke termijn in ruime mate is overschreden, de verdachte zowel vóór als na het plegen van de feiten niet (meer) in aanraking is geweest met politie en justitie, langdurige detentie voor hem grote gevolgen zou hebben, en gelet op zijn proceshouding, is een langdurige gevangenisstraf naar het oordeel van de rechtbank nu niet meer passend. Niettemin kan niet worden volstaan met het opleggen van een taakstraf, al dan niet met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf: enerzijds omdat artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht dit verbiedt in het geval van het bezit van kinderporno, anderzijds omdat dit geen recht zou doen aan de ernst van de feiten. De rechtbank acht daarom een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, en de maximale taakstraf van 240 uur passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 2.800,-, bestaande uit € 2.500,- immateriële schade en € 300,- materiële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De officier van justitie heeft verzocht het materiële deel van de vordering af te wijzen, nu dit deel van de vordering onvoldoende is onderbouwd. Verder heeft zij verzocht het bedrag ten aanzien van het immateriële deel van de vordering te matigen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het materiële deel van de vordering dient te worden afgewezen, nu er geen sprake is van een causaal verband tussen de behandelkosten en het strafbare feit. Ten aanzien van het immateriële deel van de vordering heeft de raadsvrouw verzocht dit bedrag aanzienlijk te matigen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering met betrekking tot de materiële schade. De benadeelde partij heeft gesteld dat zij ten gevolge van het handelen van de verdachte extra therapiebehandelingen nodig heeft gehad. Dit heeft zij onderbouwd met facturen van haar therapeut. Zij heeft echter ook gesteld dat zij reeds bij deze therapeut in behandeling was voor rouwverwerking. Dat is ook wat er op de facturen is vermeld. De rechtbank kan uit de facturen noch uit hetgeen ter onderbouwing van de vordering is gesteld, afleiden of en in hoeverre het handelen van de verdachte ertoe heeft geleid dat de benadeelde partij extra behandelingen nodig heeft gehad. De vordering behoeft dus in zoverre nadere onderbouwing. Het heropenen van het onderzoek om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen die nadere onderbouwing te geven, zou echter een onevenredige belasting van het strafgeding vormen. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering alleen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
Ter zake van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank, gelet op hetgeen namens de benadeelde partij ter toelichting is aangevoerd, naar billijkheid een bedrag van
€ 1.000,- toewijzen, nu is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder feit 3 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.000,-.
Wettelijke rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen over de schadevergoeding vanaf 31 januari 2016, zijnde de datum van de aangifte, nu vast is komen te staan dat de schade in ieder geval met ingang van die datum is ontstaan.
Proceskosten
Het voorgaande brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Omdat de verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en de verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2016, tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 1] .

8.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 4.053,04, bestaande uit € 2.500,- immateriële schade en
€ 1.553,04,- materiële schade.
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De officier van justitie heeft verzocht het materiële deel van de vordering af te wijzen, nu er geen sprake is van een causaal verband. Verder heeft zij verzocht het bedrag ten aanzien van het immateriële deel van de vordering te matigen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het materiële deel van de vordering dient te worden afgewezen, nu er geen sprake is van een causaal verband tussen de advocaatkosten en de strafbare feiten. Ten aanzien van het immateriële deel van de vordering heeft de raadsvrouw verzocht dit bedrag aanzienlijk te matigen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering met betrekking tot de materiële schade, nu er onvoldoende verband bestaat tussen het bewezen verklaarde handelen van de verdachte en de door de benadeelde partij gevorderde advocaatkosten om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse materiële schade is toegebracht. De rechtbank heeft begrip voor de keuze van de benadeelde partij om in een vroeg stadium een advocaat in de arm te nemen omdat de politie weinig voortvarend was in het opsporingsonderzoek, maar zij acht dit – in het kader van het strafgeding – niet toerekenbaar aan de verdachte.
Immateriële schade
Ter zake van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank, gelet op hetgeen namens de benadeelde partij ter toelichting heeft aangevoerd, naar billijkheid een bedrag van
€ 1.000,- toewijzen, nu is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van onder feit 1 en 2 bewezen verklaarde feiten.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.000,-.
Wettelijke rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen over de schadevergoeding vanaf 4 maart 2016, zijnde de datum van de (eerste) aangifte, nu vast is komen te staan dat de schade in ieder geval met ingang van die datum is ontstaan.
Proceskosten
Het voorgaande brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Omdat de verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer 2] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht en de verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot
€ 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2016, tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 2] .

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 138ab, 240b, 262 en 266 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
laster;
ten aanzien van feit 3:
eenvoudige belediging;
ten aanzien van feit 4:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
6 (zes) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
5 (vijf) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van
240 (tweehonderdveertig) uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
120 (honderdtwintig) dagen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen
[slachtoffer 1]en
[slachtoffer 2]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
-
[slachtoffer 1] ,een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
-
[slachtoffer 2] ,tot een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partijen voor het overige deel niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partijen hun vorderingen in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van de benadeelde partij genaamd
[slachtoffer 1]en van een bedrag groot € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van de benadeelde partij genaamd
[slachtoffer 2];
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van de verschuldigde bedragen volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 20 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.W. Mulder, voorzitter,
mr. S.W.E. de Ruiter, rechter,
mr. H.C.L. Vreugdenhil, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. K.A. van Iwaarden, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 oktober 2019.
Mr. H.C.L. Vreugdenhil is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I - Tekst tenlastelegging

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [PLnummer] , van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn – Gouda, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 383), hierna: dossier I, en het proces-verbaal met het nummer [PLnummer] , van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn – Gouda, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m. 122), hierna: dossier II.
2.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] , inclusief bijlagen, d.d. 2 februari 2016, p. 160-172, dossier I.
3.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] , inclusief bijlagen, d.d. 4 maart 2016, p. 185-234, dossier I.
4.De eigen waarneming van de rechtbank van de foto’s op p. 218, 231, 232 en 272, dossier I.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , d.d. 13 juni 2016, p. 283-286, dossier I.
6.Proces-verbaal verhoor [verdachte] , d.d. 8 mei 2017, p. 23-30, dossier I.
7.Kennisgeving van inbeslagneming, d.d. 13 maart 2016, p. 3-4, dossier I.
8.Proces-verbaal onderzoek data, d.d. 2 februari 2017, p. 375-379.
9.Proces-verbaal binnentreden woning, d.d. 27 juli 2016, inclusief bijlagen, p. 111-116, dossier I.
10.Proces-verbaal onderzoek data, d.d. 2 februari 2017, p. 375-379, dossier I.
11.Proces-verbaal binnentreden woning, d.d. 27 juli 2016, inclusief bijlage, p. 59-60, dossier I.
12.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d.17 november 2016, inclusief bijlagen, p. 10-35, dossier II; proces-verbaal beschrijving van kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, d.d. 17 november 2016, p. 36-62, dossier II.
13.Proces-verbaal van verhoor [verdachte] , d.d. 8 mei 2017, p. 107-122, dossier II; verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 17 oktober 2019.
14.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 27 juni 2016, inclusief bijlagen, p. 343-351, dossier I.
15.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 17 oktober 2019.