ECLI:NL:RBDHA:2019:11378

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2019
Publicatiedatum
29 oktober 2019
Zaaknummer
7499347 EJ19-80469
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van ontslag op staande voet afgewezen na getuigenverhoor

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van een ontslag op staande voet. De verzoeker, aangeduid als [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek], had het verzoek ingediend na een ontslag dat op 30 november 2018 was gegeven door zijn werkgever, de besloten vennootschap Compaxo Fijne Vleeswaren B.V. De kantonrechter heeft na het horen van getuigen, waaronder teamleider [getuige 1], vastgesteld dat de verzoeker tijdens een woordenwisseling op 27 november 2018 de teamleider in het gezicht heeft geslagen. Dit feit werd door meerdere getuigen bevestigd, met uitzondering van één getuige. De kantonrechter oordeelde dat de verzoeker onjuist had verklaard over zijn gedrag en dat er in het verleden al meerdere incidenten waren geweest waarvoor hij was gewaarschuwd.

De kantonrechter concludeerde dat de feiten en omstandigheden een dringende reden voor ontslag op staande voet opleverden. Het verzoek van de verzoeker werd afgewezen en het voorwaardelijk tegenverzoek werd niet verder behandeld. De verzoeker werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Compaxo tot dat moment waren begroot op € 800,- voor het salaris van de gemachtigde. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. P.M. Frinking en werd openbaar uitgesproken op de zitting van 22 oktober 2019.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
Zaaknr./rolnr.: 7499347/ EJ VERZ 19-80469
Uitspraakdatum: 22 oktober 2019
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij in de zaak van het verzoek, verwerende partij in de zaak van het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde: mr. H.A.T. Vijftigschild
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Compaxo Fijne Vleeswaren B.V.,
gevestigd te Gouda,
verwerende partij in de zaak van het verzoek, verzoekende partij in de zaak van het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde: mr. E.J.L. Mulderink.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] ” en “Compaxo”.

1.Verdere procedure

De kantonrechter heeft na de beschikking van 19 maart 2019 nog kennis genomen van:
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 3 juni 2019;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 1 augustus 2019;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 25 september 2019.

2.Verdere beoordeling

2.1
Bij beschikking van 19 maart 2019 heeft de kantonrechter Compaxo toegelaten tot bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat zij redenen had om [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] op 30 november 2018 op staande voet te ontslaan. Compaxo heeft als getuigen laten horen de heren [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] . [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] heeft afgezien van het horen van getuigen in de contra-enquête.
2.2
De kantonrechter is van oordeel dat door de afgelegde getuigenverklaringen Compaxo heeft bewezen dat [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] tijdens een woordenwisseling de heer [getuige 1] , teamleider van [getuige 4] , plotseling gedurende werktijd in het gezicht heeft geslagen. Dat is door alle getuigen, behoudens de heer [getuige 3] , bevestigd. De klap was zo hard dat de heer [getuige 1] bijna is gevallen en hij daarna een rode plek in zijn nek had.
2.3
Tussen partijen staat niet ter discussie dat een en ander op 27 november 2018 heeft plaatsgevonden. Bovendien staat naar het oordeel van de kantonrechter daarmee vast dat [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] over zijn rol bij het voorval niet juist heeft verklaard aan Compaxo voorafgaand aan het ontslag op staande voet. Hij heeft ten onrechte gesteld dat hij zich niet agressief had gedragen en geen geweld had toegepast.
Voorts heeft [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] niet de stelling van Compaxo weersproken dat in het verleden (vergelijkbare) incidenten hebben plaatsgevonden, waarvoor hij meerdere malen zowel schriftelijk als mondeling was gewaarschuwd, waaronder een handgemeen in november 2017.
2.4
De kantonrechter is van oordeel dat de bovengenoemde feiten en omstandigheden, in onderling samenhang bezien, een dringende reden voor een ontslag op staande voet opleveren, mede gelet op het feit dat [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] geen persoonlijke omstandigheden heeft aangevoerd die tot een andere conclusie zouden kunnen leiden.
2.5
Het voorafgaande brengt mee dat het verzoek zal worden afgewezen en het voorwaardelijk tegenverzoek geen verdere behandeling behoeft. [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

3.BeslissingDe kantonrechter:

- wijst het verzoek af;
- veroordeelt [verzoeker en verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek] in de proceskosten aan de zijde van Compaxo tot heden begroot op € 800,- voor salaris van de gemachtigde van Compaxo;
-
verklaart deze beschikking wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. P.M. Frinking en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 oktober 2019.