Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken, Rijksvastgoedbedrijf),
WHITE HOUSE DEVELOPMENT B.V.,
BINCKHORSTHOF ONTWIKKELING BV,
1.De procedure
- de dagvaarding van NL van 9 november 2018;
- de akte houdende overlegging producties van NL van 21 november 2018;
- de conclusie van antwoord van de zijde van de Staat van 13 februari 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord van de zijde van BHO van 13 februari 2019;
- het tussenvonnis van 6 maart 2019 waarbij een comparitie is bepaald;
- het bericht van de rechtbank aan partijen van 5 juni 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 2 juli 2019 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Een deelnemer mag aan deze bieding voorwaarden verbinden. Deze voorwaarden mogen uitsluitend betrekking hebben op het verkrijgen van de financiering en/of ruimtelijke ordeningsaspecten met betrekking tot het object. Overige, door een bieder gestelde voorwaarden worden voor niet - geschreven gehouden.
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat de op 8 juni 2018 tussen RVB en WHD gesloten koopovereenkomst nietig is en dat de tussen RVB en BHO opgemaakte akte van levering van 26 juli 2018 niet rechtsgeldig is;
- RVB te gebieden de levering van het voormalig hoofdkantoor van de Koninklijke Luchtmacht aan de Binkhorstlaan te Den Haag ongedaan te maken;
- WHD te gebieden haar medewerking te verlenen aan de ongedaanmaking van de levering als bedoeld onder 2;
- BHO te gebieden haar medewerking te verlenen aan het ongedaan maken van de levering als bedoeld onder 2;
- RVB te gebieden het voormalig hoofdkantoor van de Koninklijke Luchtmacht binnen een maand van het te wijzen vonnis aan NL te gunnen en te leveren;
- Ieder der gedaagden te veroordelen tot betaling aan NL van een dwangsom van
4.De beoordeling
volledigvoorwaardelijk en dat maakte, indien zou worden gegund aan NL, het moment van de eigendomsoverdracht een onzekere factor, evenals het moment van de betaling van de koopsom. Bovendien bleef de Staat bij gunning aan NL tot (het onzekere moment van) eigendomsoverdracht de risicodragende partij, die in die periode een forse last aan onderhouds-, exploitatie- en beheerkosten voor het pand zou moeten dragen.
in beginsel, zo staat in het biedboek) 6 weken niet is gehaald. Voor een zorgvuldige beoordeling van de biedingen bleek overleg met de gemeente nodig. Op het moment van de biedingen bestond nog geen duidelijkheid over de stedenbouwkundige randvoorwaarden. Op basis van de uitgangspunten van het Stedenbouwkundig Plan Trekvlietzone in combinatie met oriënterende gesprekken met de gemeente had de Staat een inschatting gemaakt over het bouwvolume dat zou kunnen worden gerealiseerd. Als gezegd (zie 4.7.) ging de Staat uit van ongeveer 95.000 m2 BVO, dat gelijk staat aan ruim 71.000 m2 GBO. In de Nota van de gemeente, die verscheen op de uiterste dag van de biedingen, stonden echter z.g. floor space indexen (fsi’s; het aantal vierkante meters vloeroppervlak van een gebouw in relatie tot het aantal vierkante meters van de kavel) vermeld op grond waarvan, aldus de Staat, niet meer dan 30.000 m2 BVO zou mogen worden gerealiseerd op het complex. Deze fsi’s kónden volgens de Staat niet juist zijn, omdat zelfs de huidige bebouwing met ruim 42.000 BVO m2 op dat moment niet toegestaan zou zijn. De Staat noch de biedende partijen hadden rekening gehouden met een dergelijk beperkt aantal vierkante meters bouwoppervlak. Als de gemeente bleef vasthouden aan de beperkte fsi’s dan zou de bieding van NL moeten worden afgewezen, dan zou de bieding van WHD blijven steken op de onvoorwaardelijke koopsom van €17.511.500, en dan zou een derde partij een hogere prijs hebben geboden. Het was daarom - voor een zorgvuldige beoordeling van de waardering van de biedingen - noodzakelijk om met de gemeente in overleg te treden over die (in de ogen van de Staat) onjuiste fsi’s in de Nota, alvorens te gunnen. De gemeente wilde enerzijds niet meewerken aan het aanpassen van de Nota en heeft zich anderzijds wel uitdrukkelijk uitgesproken voor een hoog bouwvolume. Het heeft lang geduurd voordat de gemeente afstand wilde nemen van de in de Nota opgenomen fsi’s, omdat daar een langdurig besluitvormingsproces voor nodig zou zijn. De impasse werd doorbroken, doordat de gemeente heeft toegezegd haar medewerking te verlenen aan de realisering van 67.000 m2 GBO, aldus de Staat.
922(2 punten × tarief € 461,00)