Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juni 2019;
- de akte houdende producties van Hoggan Scientific;
- de incidentele conclusie inhoudende exceptie van onbevoegdheid van Mustec;
- het antwoord in incident tevens inhoudende akte vermindering eis van Hoggan Scientific.
2.De vordering in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident
lex specialisvormt ten opzichte van de Brussel I-bis-Vo [5] en de bepalingen inzake rechtsmacht in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) [6] . Art. 4.6 BVIE bepaalt, voor zover hier van belang, in lid 1 dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde of van de plaats waar de in het geding zijnde verbintenis is ontstaan, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd, bevoegd is.