Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eisende partij sub 1] ,
2. [eisende partij sub 2] ,
3. [eisende partij sub 3] ,
1.[gedaagde sub 1] , te [plaats 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
chairmanals
managing directorwas. [de Trust] en ETIRC zijn destijds overeengekomen dat zij elk een bedrag van USD 10.000.000,- ter beschikking zouden stellen aan Eclipse Aviation Corporation. [de Trust] heeft op grond van de overeenkomst het gehele bedrag (USD 20.000.000,-) ter beschikking gesteld, dus ook het deel van ETIRC. [A] heeft op 26 november 2008 een persoonlijke garantie afgegeven aan [de Trust] voor het door ETIRC aan [de Trust] verschuldigde bedrag van USD 10.000.000,-.
freezing orderover het vermogen van [A] . Op 6 november 2018 heeft het High Court of Justice de
freezing orderuitgebreid.
3.Het geschil
- De gevorderde bescheiden zijn
- [eisende partij sub 1 c.s.] heeft een
- De verzochte bescheiden hebben betrekking op
- De
4.De beoordeling van het geschil
affidavit(met het verzoek tot instandhouding en uitbreiding van de
freezing order) al melding gemaakt van de offshore structuur. Daarbij heeft [eisende partij sub 1 c.s.] ook BJMD en [gedaagde sub 1 c.s.] al genoemd en met betrekking tot BJMD dezelfde feiten aangedragen als [eisende partij sub 1 c.s.] in deze procedure aan haar vordering tot afgifte ten grondslag legt (
affidavit, randnummers 209 tot en met 213). Uit de
affidavitvolgt eveneens dat al op 5 juni 2018 een uittreksel uit het handelsregister in Curaçao met betrekking tot BJMD is opgevraagd. Hoewel BJMD en [gedaagde sub 1 c.s.] dus al vanaf ten minste medio 2018 bij [eisende partij sub 1 c.s.] in beeld waren, heeft [eisende partij sub 1 c.s.] ruim een jaar (tot 21 augustus 2019) gewacht met het instellen van de vordering tot afgifte van stukken op grond van artikel 843a Rv, terwijl moet worden aangenomen dat de belangen die [eisende partij sub 1 c.s.] aan haar vordering verbindt (het verzamelen van bewijs voor en verkrijgen van inzicht in de offshore structuur) ook toen al bestonden. [eisende partij sub 1 c.s.] heeft ook niet deugdelijk toegelicht wat er sindsdien concreet is gewijzigd, dat ertoe leidt dat thans een spoedeisende situatie is komen te ontstaan die een spoedvoorziening in kortgeding noodzakelijk maakt.
freezing orderis uitgesproken), is dit – naar voorlopig oordeel – geen ‘nieuw’ risico, maar een risico dat al enige tijd bestaat. [eisende partij sub 1 c.s.] heeft niet concreet gesteld wat inmiddels is gewijzigd in deze reeds bestaande situatie en waarom er thans – anders dan voorheen – sprake is van een urgente vrees voor vermogensverduistering, die maakt dat een bodemprocedure niet kan worden afgewacht.
fishing expeditionste voorkomen.