ECLI:NL:RBDHA:2019:10906

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2019
Publicatiedatum
16 oktober 2019
Zaaknummer
7880328/19-15135
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van online bestelde goederen niet opeisbaar bij levering aan overburen

Op 16 oktober 2019 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats ‘s-Gravenhage, uitspraak gedaan in de zaak tussen Zalando SE, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd te Berlijn, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. Zalando vorderde een bedrag van € 500,00 van de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een onbetaalde factuur voor online bestelde goederen. De factuur, gedateerd op 18 september 2018, betrof een totaalbedrag van € 988,45 voor diverse artikelen die op 19 september 2018 bij de overburen van de gedaagde zijn afgeleverd.

De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij nooit artikelen had besteld of ontvangen. Tijdens de procedure is gebleken dat Zalando niet kon aantonen dat de gedaagde de artikelen had ontvangen, aangezien de levering aan de overburen had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat voor een geslaagd beroep op nakoming van een overeenkomst vereist is dat de prestatie opeisbaar is. Aangezien de gedaagde de artikelen niet had ontvangen, was de betalingstermijn van de factuur niet aangevangen, waardoor de vordering van Zalando niet opeisbaar was.

De kantonrechter heeft de vorderingen van Zalando afgewezen en veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 36,00. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 16 oktober 2019.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Gravenhage
Rolnr.: 7880328/19 - 15135
16 oktober 2019
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ZALANDO SE
gevestigd te Berlijn (Duitsland),
eisende partij,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hier worden aangeduid als ‘Zalando’ en ‘ [gedaagde] ’.

1.Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 juni 2019 met twee producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • de akte aan de zijde van Zalando met één productie.
Op 2 september 2019 was een comparitie van partijen bepaald. Partijen zijn niet verschenen.

2.Feiten

2.1.
In verband met de aankoop van diverse artikelen heeft Zalando medio september aan [gedaagde] een factuur gestuurd ten bedrage van € 988,45. De factuur is gedateerd op 18 september 2018.
2.2.
De diverse artikelen zijn op 19 september 2018 om 15.59 uur bij de overburen van [gedaagde] afgeleverd.
2.3.
Op 28 maart 2019 heeft Zalando [gedaagde] een betalingsherinnering toegezonden.
2.4.
De factuur is onbetaald gebleven.

3.Het geschil

3.1.
Zalando vordert - samengevat – [gedaagde] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen om aan Zalando te voldoen een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 500,00 vanaf heden tot de algehele voldoening, en vermeerderd met de kosten van deze procedure.
3.2.
Zalando legt aan haar vordering tegen grondslag - kort weergegeven – dat [gedaagde] diverse kledingstukken heeft besteld van Zalando, daarvoor een factuur heeft ontvangen en deze onbetaald heeft gelaten, terwijl de betalingstermijn 14 dagen na ontvangst van de goederen betreft. Ook na een betalingsherinnering is geen betaling verricht. Met het oog op de hoogte van het griffierecht, heeft Zalando haar vordering beperkt tot € 500,00.
3.3.
Het verweer van [gedaagde] is – samengevat – dat hij nooit zaken heeft besteld, deze ook nooit heeft ontvangen en dat uit de overgelegde productie niet blijkt dat er iets aan hem is afgeleverd. [gedaagde] vordert de proceskosten van Zalando.

4.Beoordeling

Nakoming
4.1.
Voor een geslaagd beroep op de nakoming van een overeenkomst is vereist dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen middels aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 BW). Daarnaast dient de prestatie waarvoor nakoming wordt gevorderd opeisbaar te zijn. Als een tijd voor de nakoming is bepaald, kan de schuldeiser niet voor het verstrijken van die tijd nakoming vorderen (artikel 6:39 BW).
4.2.
[gedaagde] heeft de stelling van Zalando betwist dat hij diverse artikelen bij Zalando heeft besteld en deze artikelen heeft ontvangen. In het midden kan blijven of [gedaagde] de diverse artikelen heeft besteld en tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, aangezien Zalando niet heeft gesteld dat [gedaagde] de diverse artikelen heeft ontvangen. Uit de stelling van Zalando, dat de overburen van [gedaagde] de diverse artikelen hebben ontvangen, blijkt dat de bestelde artikelen niet aan [gedaagde] zijn geleverd.
4.3.
Nu Zalando onbetwist heeft gesteld dat de betalingstermijn van de factuur 14 dagen na ontvangst van de goederen betreft en niet vast staat dat de diverse artikelen door [gedaagde] zijn ontvangen, is de betalingstermijn niet aangevangen of verstreken. Dit heeft tot gevolg dat de vordering van Zalando op [gedaagde] niet opeisbaar is en Zalando geen nakoming kan vorderen.
4.4.
De kantonrechter wijst de vorderingen van Zalando af.
Proceskosten
4.5.
Zalando wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van [gedaagde] . [gedaagde] heeft in persoon heeft geprocedeerd, waardoor de proceskosten van [gedaagde] op de helft van het salaris gemachtigde wordt begroot. Dit betreft een bedrag van € 36,00.
Beslissing
De kantonrechter:
1. wijst de vorderingen van Zalando af,
2 veroordeelt Zalando in de kosten van de procedure, aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 36,00.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. I.F. Dam en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2019.