ECLI:NL:RBDHA:2019:1068
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. van As
- B. Hammer
- N.I.S. Wallet
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak met minderjarige na kinderfeestje
Op 7 februari 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De zaak betrof een incident dat plaatsvond op 24 augustus 2013 tijdens een kinderfeestje in Woerdense Verlaat, waar de verdachte, die een onderneming had, de leiding over had. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen die de verdachte zou hebben verricht ten opzichte van het slachtoffer, dat op dat moment 16 jaar oud was. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar en een bijzondere voorwaarde om niet betrokken te zijn bij activiteiten met kinderen.
Tijdens de terechtzitting op 24 januari 2019 werd de verdachte bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.C. Dekkers. De rechtbank heeft het dossier en de verklaringen van de betrokkenen zorgvuldig bestudeerd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verdachte had verklaard dat hij niet bewust naast het slachtoffer was gaan liggen en dat de handelingen die in de tenlastelegging stonden, niet als ontuchtige handelingen konden worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de handelingen, zoals het kriebelen van de rug en het omhelzen, niet een seksuele strekking hadden die in strijd was met de sociaal-ethische norm.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de beschuldigingen had begaan. Dit vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J.M. Molenaar, en is op 7 februari 2019 openbaar gemaakt.