ECLI:NL:RBDHA:2019:10598
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete opgelegd aan eiser wegens stelselmatig verzuim bij aangifte inkomstenbelasting
Op 9 oktober 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had verzuimboetes ontvangen voor het niet tijdig indienen van zijn aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2016. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht had gesteld dat eiser stelselmatig in verzuim was, wat de basis vormde voor het opleggen van de verzuimboete. De oorspronkelijke boete van € 5.278 werd echter gematigd tot € 1.000, rekening houdend met de privé omstandigheden van eiser en zijn constructieve houding in het verleden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en droeg de inspecteur op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aangifte en de gevolgen van stelselmatig verzuim, maar erkent ook de mogelijkheid tot matiging van boetes in bijzondere omstandigheden.