ECLI:NL:RBDHA:2019:10455

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2019
Publicatiedatum
7 oktober 2019
Zaaknummer
C/09/569502 / FA RK 19-1708
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek door meerderjarige met bijzondere omstandigheden

Op 7 oktober 2019 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking uitgesproken in een adoptiezaak waarbij verzoeker, [Y], de meerderjarige [meerderjarige] wil adopteren. Het verzoekschrift was ingediend op 26 februari 2019. [meerderjarige] is geboren op [geboortedatum] 1993 in India en is geadopteerd door [adoptief vader] en [adoptief moeder] in 1995. Het huwelijk van de adoptiefouders is in 1995 ontbonden. Verzoeker, die getrouwd is met de adoptiefmoeder, heeft samen met haar de verzorging en opvoeding van [meerderjarige] op zich genomen. Bij een eerdere uitspraak in 2005 is verzoeker samen met de adoptiefmoeder belast met het gezag over [meerderjarige] en heeft zij zijn geslachtsnaam gekregen.

Tijdens de zitting op 9 september 2019 werd het verzoek behandeld, waarbij [meerderjarige] instemde met de adoptie en verklaarde dat zij verzoeker als haar vader beschouwt. De rechtbank constateerde dat [meerderjarige] bij indiening van het verzoek 25 jaar oud was, wat in beginsel een adoptie uitsluit volgens artikel 1:228 lid 1 BW. Echter, de rechtbank erkende dat er bijzondere omstandigheden waren die een terzijdestelling van deze dwingendrechtelijke bepaling rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van [meerderjarige] was om haar juridische status in overeenstemming te brengen met de sociale en emotionele realiteit van haar gezinsleven met verzoeker.

De rechtbank besloot dat het vasthouden aan het minderjarigheidsvereiste in deze omstandigheden een ontoelaatbare inmenging in het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven opleverde. De adoptie werd uitgesproken, onder de voorwaarde dat de eerdere beschikking tot herroeping van de adoptie door [adoptief vader] onherroepelijk was geworden. De familierechtelijke betrekking met de adoptiefmoeder blijft in stand, en [meerderjarige] draagt al de geslachtsnaam van verzoeker, waardoor hierover geen beslissing hoefde te worden genomen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 19-1708
Zaaknummer: C/09/569502
Datum beschikking: 7 oktober 2019

Adoptie

Beschikking op het op 26 februari 2019 ingekomen verzoekschrift van:

[Y]

verzoeker,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[meerderjarige] ,

hierna te noemen: [meerderjarige] ,
wonende te [woonplaats] .

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift;
- de correctie op het verzoekschrift;
- de schriftelijke verklaring van [meerderjarige] van 5 maart 2019 inhoudende dat zij instemt met toewijzing van het verzoek, althans geen verweer wenst te voeren, en verklaart geen gebruik te willen maken van haar recht om door de rechter te worden gehoord;
- een F9-formulier van 5 september 2019 met bijlage.
Op 9 september 2019 is de zaak, in combinatie met het verzoek tot herroeping van de adoptie van [meerderjarige] door [adoptief vader] (zaaknummer C/09/569159) ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker met zijn advocaat alsmede [meerderjarige] en [adoptief moeder] . Van de zijde van verzoeker zijn pleitnotities overgelegd.

Verzoek

Het verzoek strekt tot adoptie door verzoeker van de meerderjarige [meerderjarige] , geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] , India, en te verstaan dat [meerderjarige] de geslachtsnaam [geslchtsnaam Y] zal blijven dragen.
[meerderjarige] stemt in met toewijzing van het verzoek.

Feiten

  • [meerderjarige] is bij uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Alkmaar van [datum] 1995 geadopteerd door de [adoptief vader] en [adoptief moeder]
  • Het huwelijk tussen de adoptiefouders is door echtscheiding ontbonden op [datum] 1995.
  • Bij rechterlijke uitspraak van de rechtbank Alkmaar van [datum] 2005 zijn de adoptiefmoeder en verzoeker gezamenlijk belast met het gezag over [meerderjarige] en is de geslachtsnaam van [meerderjarige] gewijzigd in ‘ [geslchtsnaam Y] ’.

Beoordeling

Verzoeker heeft het volgende naar voren gebracht. Verzoeker is gehuwd met de adoptiefmoeder van [meerderjarige] . Hij leeft vanaf 20 juni 1997 met de adoptiefmoeder en [meerderjarige] samen en heeft sindsdien samen met de adoptiefmoeder de verzorging en opvoeding van [meerderjarige] op zich genomen. Bij uitspraak van de rechtbank Alkmaar van [datum] 2005 is verzoeker samen met de moeder belast met het gezag over [meerderjarige] en kreeg [meerderjarige] de geslachtsnaam van verzoeker. Verzoeker, de adoptiefmoeder en [meerderjarige] zijn er steeds van uit gegaan dat met deze uitspraak ook een familierechtelijke betrekking tot stand was gekomen tussen verzoeker en [meerderjarige] . In 2018 vernamen zij bij een bezoek aan de notaris dat dit niet het geval was. Verzoeker wil alsnog de juridische situatie in overeenstemming brengen met de feitelijke situatie. Verzoeker is zich er van bewust dat voor toewijzing van een verzoek tot adoptie in beginsel vereist is dat het kind minderjarig is op de dag van indiening van het verzoek. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor een weigering van de adoptie een ongeoorloofde inmenging oplevert in het tussen verzoeker en [meerderjarige] bestaande familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Een terzijdestelling van het wettelijke vereiste dat de geadopteerde minderjarig moet zijn ten tijde van indiening van het verzoek is in dit geval gerechtvaardigd, aldus verzoeker. Het is in het belang van [meerderjarige] dat haar juridische status in overeenstemming wordt gebracht met de sinds jaar en dag bestaande sociale en emotionele realiteit van het tussen [meerderjarige] en de overige gezinsleden bestaande gezinsleven.
[meerderjarige] heeft ter zitting verklaard dat zij verzoeker als haar vader beschouwt. Zij heeft steeds met hem en haar adoptiefmoeder in gezinsverband geleefd. Zij was in de veronderstelling dat verzoeker ook juridisch gezien haar vader was. Het was een schok voor haar dat [adoptief vader] , die haar in 1995 met de adoptiefmoeder adopteerde, nog steeds als haar juridisch vader staat vermeld.
De rechtbank stelt vast dat [meerderjarige] bij de indiening van het adoptieverzoek 25 jaar oud was. Dit betekent dat niet is voldaan aan de in artikel 1:228 lid 1 onder a Burgerlijk Wetboek (BW) gestelde voorwaarde dat het kind op de dag van de indiening van het verzoekschrift minderjarig is. Die bepaling is van dwingend recht, zodat op grond van het toe te passen Nederlandse recht (stiefouder)adoptie in dit geval in beginsel is uitgesloten.
Er kan echter sprake zijn van (zeer) bijzondere omstandigheden die terzijdestelling van de dwingendrechtelijke wetsbepaling van artikel 1:228 lid 1 onder a BW kunnen rechtvaardigen. Het gaat dan om (zeer) uitzonderlijke gevallen, waarin de weigering van een adoptie wegens de enkele meerderjarigheid bij de indiening van het adoptieverzoek een ongeoorloofde inbreuk op het door artikel 8 EVRM beschermde gezins- en familieleven met zich zou brengen.
De rechtbank stelt voorop dat het recht op adoptie als zodanig niet behoort tot één van het door het EVRM beschermde rechten. Slechts indien sprake is van zeer bijzondere omstandigheden is een terzijdestelling van voormelde dwingendrechtelijke (nationale) bepaling gerechtvaardigd.
De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden en overweegt daartoe als volgt.
[meerderjarige] vormt sinds haar vierde levensjaar met verzoeker, haar adoptiefmoeder en halfbroer een gezin en heeft met hen sindsdien in gezinsverband samengeleefd. Dit betekent dat verzoeker vrijwel het gehele leven van [meerderjarige] samen met haar adoptiefmoeder mede-opvoeder van [meerderjarige] is geweest. Voor [meerderjarige] is verzoeker haar vaderfiguur. In 2005 heeft verzoeker het gezag over [meerderjarige] verkregen en heeft [meerderjarige] officieel zijn geslachtsnaam gekregen. Met haar adoptiefvader [adoptief vader] heeft [meerderjarige] niet tot nauwelijks contact. De adoptie van [meerderjarige] door [adoptief vader] is bij beschikking van deze rechtbank van 7 oktober 2019 herroepen. Na het onherroepelijk worden van die uitspraak is de familierechtelijke betrekking tussen [meerderjarige] en [adoptief vader] verbroken. De rechtbank is voorts van oordeel dat verzoeker afdoende heeft uitgelegd waarom tijdens de minderjarigheid van [meerderjarige] niet tot het indienen van een adoptieverzoek is overgegaan.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het in overeenstemming brengen van de juridische status met de sinds jaar en dag bestaande sociale en emotionele realiteit van het tussen [meerderjarige] en verzoeker bestaande gezinsleven in haar belang is.
Hoewel in beginsel het stellen van termijnen geen ongerechtvaardigde inmenging is in het
recht op eerbiediging van family life in de zin van artikel 8 EVRM, is de rechtbank gezien al het vorenoverwogene van oordeel dat het vasthouden aan het minderjarigheidsvereiste in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een ontoelaatbare inmenging in het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven van [meerderjarige] en verzoeker oplevert. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verzochte adoptie kan worden uitgesproken. Aannemelijk is geworden dat dit in het kennelijke belang van [meerderjarige] is en voor het overige is, voor zover van toepassing, voldaan aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 1:227 en 1:228 BW.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat de familierechtelijke betrekking met de adoptiefmoeder in stand blijft.
[meerderjarige] draagt al de geslachtsnaam van verzoeker zodat hierover geen beslissing hoeft te worden genomen

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit – onder de voorwaarde dat de beschikking van 7 oktober 2019 waarbij de adoptie van [meerderjarige] door [adoptief vader] is herroepen, onherroepelijk is geworden – de adoptie van:
[meerderjarige] , geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] , India,
door:
[Y] , geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] .
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C. Sluymer, J.T.W. van Ravenstein en L. Koper, kinderrechters, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 oktober 2019.