AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplichtigheid aan de handel in cocaïne en heroïne vanuit de woning van de verdachte
Op 7 augustus 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de handel in cocaïne en heroïne. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk verkopen, afleveren en verstrekken van deze verdovende middelen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 22 maart 2017. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op verschillende data, waarbij de officier van justitie mr. A. M. Ariese en de raadsman mr. N.M. Fakiri betrokken waren. De verdachte heeft verklaard dat hij zijn woning ter beschikking heeft gesteld aan een medeverdachte, die bekendstaat als 'de Rotterdammer', en dat hij in ruil daarvoor gratis cocaïne ontving. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de primaire beschuldiging van het verkopen van drugs, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan de drugshandel door zijn woning ter beschikking te stellen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het opzettelijk aanwezig hebben van drugs, omdat niet kon worden bewezen dat hij wist waar deze zich bevonden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 47 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals toezicht door de reclassering en behandeling voor zijn verslaving. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen bevolen.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2017080152, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Centrum, basisteam Hoefkade, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 270).
2.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 104.
3.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 58-59.
4.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 78.
5.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 62; proces-verbaal, blz. 256.
6.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 14 april 2017 opgesteld door ing. C.M.M. Diever-Heezen, blz. 263.
7.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 62; proces-verbaal, blz. 255.
8.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 14 april 2017 opgesteld door ing. C.M.M. Diever-Heezen, blz. 263.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 130.
10.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 24 juli 2019.