ECLI:NL:RBDHA:2019:10227
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verblijfsrecht van Belgische gemeenschapsonderdaan in Nederland en de beoordeling van economische zelfstandigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 september 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een Belgische gemeenschapsonderdaan tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die in Nederland verblijft, heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling dat hij nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar kennelijk ongegrond, wat de eiser heeft doen besluiten om beroep in te stellen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, waarbij de focus lag op de vraag of de eiser voldeed aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf in Nederland, zoals vastgelegd in het Vreemdelingenbesluit 2000.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser sinds zijn inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) op 25 april 2014 geen aantoonbare reële arbeid heeft verricht en niet kan worden aangemerkt als werkzoekende met een reële kans op werk. Bovendien heeft de eiser niet aangetoond dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt, wat een vereiste is voor economisch niet-actieve gemeenschapsonderdanen. De rechtbank heeft ook de belangenafweging van de staatssecretaris beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding was om af te wijken van het beleid, gezien de persoonlijke omstandigheden van de eiser.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep ongegrond is en dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de eiser niet rechtmatig verblijf heeft gehad. De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen aantonen van economische zelfstandigheid voor gemeenschapsonderdanen die in Nederland verblijven, en de noodzaak om te voldoen aan de voorwaarden van het Vreemdelingenbesluit. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.