ECLI:NL:RBDHA:2019:10226
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 september 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een man van Sierra Leoonse afkomst, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die het verzoek als kennelijk ongegrond bestempelde. De eiser had gesteld dat hij vreest voor vervolging in Sierra Leone vanwege zijn homoseksuele geaardheid. De rechtbank oordeelde dat de geloofwaardigheid van de eiser in twijfel werd getrokken, vooral omdat hij in eerdere asielprocedures onjuistheden had verklaard over zijn nationaliteit. De rechtbank benadrukte dat een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling plaatsvond, waarbij alle relevante omstandigheden in overweging werden genomen.
Tijdens de zitting op 5 september 2019, waar de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, werd duidelijk dat de eiser in het verleden geen melding had gemaakt van zijn seksuele geaardheid, wat volgens de rechtbank afbreuk deed aan zijn huidige verklaringen. De rechtbank vond dat de eiser voldoende gelegenheid had gekregen om zijn situatie toe te lichten, maar dat zijn verklaringen summier en oppervlakkig waren. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet onterecht had geoordeeld dat de seksuele geaardheid van de eiser ongeloofwaardig was, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter C. van Boven-Hartogh, in aanwezigheid van griffier M. van Andel.