6.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
Verdachte heeft geprobeerd aangeefster met geweld te verkrachten. Door zo te handelen heeft hij grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van aangeefster en een voor haar intimiderende en zeer beangstigend situatie doen ontstaan. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat zij nog lange tijd na het incident last heeft gehad van nachtmerries, herbelevingen en angst, waardoor zij in haar persoonlijk leven werd belemmerd. Voor haar klachten is zij behandeld door een psycholoog.
Verdachte heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften en heeft geen enkele waarde gehecht aan de wil van aangeefster en de gevolgen die zijn gedragingen voor haar zouden hebben.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 17 februari 2019, waaruit blijkt dat hij niet recentelijk is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit. Verdachte liep ten tijde van het begaan van het strafbare feit wel in een proeftijd. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van verdachte mee bij de straftoemeting.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft met betrekking tot de persoon van verdachte kennisgenomen van onder meer de volgende stukken:
- een reclasseringsadvies van GGZ Fivoor Den Haag gedateerd 8 januari 2019, opgesteld door [naam 2] , reclasseringswerker;
- een voortgangsverslag toezicht van GGZ Fivoor Den Haag gedateerd 14 februari 2019, opgesteld door [naam 3] , reclasseringswerker;
- een Pro Justitia rapportage psychiatrisch onderzoek van 12 april 2019, opgesteld door dr. [naam 4] , psychiater;
- een Pro Justitia rapportage psychologisch onderzoek van 30 april 2019, opgesteld door drs. [naam 5] , GZ-psycholoog;
- een reclasseringsadvies van Tactus reclassering Flevoland gedateerd 20 mei 2019, opgesteld door [naam 6] , reclasseringswerker;
- een reclasseringsadvies TBS met voorwaarden van Tactus Reclassering Flevoland gedateerd 23 augustus 2019, opgesteld door [naam 7] , reclasseringswerker.
Toerekeningsvatbaarheid
Volgens de psychiater is bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een verstandelijke beperking op de grens van zwakbegaafdheid en lichte zwakzinnigheid. Daarnaast is sprake van ziekelijke stoornissen van de geestvermogens in de vorm van stoornissen in het gebruik van cannabis en stimulantia en mogelijk ook alcohol, met afhankelijkheid. Verdachte wordt volgens de psychiater door zijn beperkte verstandelijke vermogens op de grens van licht zwakzinnigheid en zwakbegaafdheid, in combinatie met zijn voorgeschiedenis van verwaarlozing, gebrekkige opleiding en ongunstige sociaal-maatschappelijke omstandigheden, in het algemeen duurzaam beperkt in zijn gedragskeuzen en gedragingen.
Volgens de psycholoog lijdt verdachte aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens in de vorm van een lichte verstandelijke beperking en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken. Daarnaast is sprake van een gokstoornis en diverse stoornissen in middelengebruik (alcohol, wiet, cocaïne, crack en XTC). De psycholoog merkt verder op dat verdachte mede vanuit zijn verstandelijke beperking en persoonlijkheidsstoornis gevoelig is voor primaire behoeftebevrediging (waaronder een sterke seksuele gerichtheid) en dat hij een opportunistische instelling toont. Tegelijkertijd kent hij beperkingen in copingsvaardigheden ten aanzien van de impuls- en emotieregulatie, toont hij een egocentrisch perspectief en beschikt hij over lacunaire gewetensfunctie.
Hoewel verdachte het ten laste gelegde feit ontkent, komen de rapporteurs toch tot een conclusie ten aanzien van zijn toerekeningsvatbaarheid. De rapporteurs concluderen dat ten tijde van het ten laste gelegde feit sprake was van deze gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens en adviseren het ten laste gelegde feit, indien bewezen, aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
Recidive
Wederom in aanmerking genomen dat verdachte het tenlastegelegde ontkent, schatten de rapporteurs de kans op herhaling van soortgelijke feiten als hoog in. Er zijn nauwelijks beschermende factoren, afgezien van het feit dat verdachte op dit moment gemotiveerd is voor behandeling en begeleiding. Volgens de psychiater kan bij adequate behandeling, begeleiding en toezicht rekening worden gehouden met een lager recidiverisico.
De psycholoog merkt op dat verdachte hoog scoort op indicatoren voor een (gewelddadige) seksuele recidive. Verdachte heeft geen stabiele relaties, heeft onvoldoende zelfregulatie en beschikt over seksistische, stereotype, traditionele denkbeelden. Deze risicofactoren hangen samen met de geconstateerde pathologie bij verdachte, te weten primair zijn verstandelijke beperking en persoonlijkheidsstoornis. Het hoge recidiverisico wordt volgens de psycholoog verder gevoed door verslavingsproblematiek en psychosociale instabiliteit van verdachte. Zijn gebrekkige zelfregulering komt verder onder druk te staan wanneer hij onder invloed is van alcohol en (hard)drugs en het gebrek aan stabiele huisvesting, dagbesteding en sociaal vangnet voorkomt dat verdachte een langdurig stabiel bestaan kan opbouwen.
Passende behandeling
Zowel de psychiater als de psycholoog adviseren een intensieve klinische behandeling, met op termijn eventueel een ambulant vervolg. Zij achten van belang dat gedurende deze behandeling gewerkt wordt aan abstinentie van middelen en verantwoorde resocialisatie naar een beschermd wonen voorziening. Bij voorkeur vindt deze opname plaats binnen een gespecialiseerde kliniek met specifieke expertise over verstandelijke beperking, persoonlijkheidsproblematiek en verslaving. Voorts is van belang dat toegewerkt wordt naar een beschermd wonen voorziening, gericht op stabiele huisvesting, dagbesteding en maatschappelijke inbedding. Ook zal binnen de behandeling en begeleiding aandacht moeten worden besteed aan de (afwijkende) seksuele belevingen en opvattingen van verdachte. Ambulante behandeling biedt op dit moment onvoldoende kans van slagen.
Langdurige behandeling en begeleiding is, gezien verdachte’s lage functioneringsniveau en gevoeligheid voor ontregeling, noodzakelijk.
De rapporteurs adviseren bij een bewezenverklaring een deels voorwaardelijke straf op te leggen met een lange proeftijd en met als bijzondere voorwaarden klinische behandeling en resocialisatie naar begeleid of beschermd wonen en reclasseringstoezicht.
Ter zitting van 10 september 2019 zijn de psycholoog [naam 5] en de psychiater [naam 4] als deskundigen gehoord. Zij hebben verklaard dat zij nog steeds achter hun rapport staan. Zij hebben tevens aangegeven dat zij hebben geadviseerd om een interventie in de vorm van bijzondere voorwaarden gekoppeld aan een voorwaardelijk strafdeel te laten plaatsvinden, omdat de noodzakelijke behandeling opgestart kan worden vanuit zijn huidige detentiesituatie en verdachte gemotiveerd is mee te werken aan behandeling en begeleiding (met name ook binnen een verplicht kader). De deskundigen hebben niet de voorkeur voor de strakkere setting van de maatregel van TBS met voorwaarden. Het risico dat de resocialisatie in het kader van een TBS met voorwaarden kan worden onderbroken door terugplaatsing in een kliniek als verdachte één keer blowt en daarmee zijn voorwaarden schendt, heeft meegewogen om geen TBS met voorwaarden te adviseren.
Advies van de reclassering
Ook de reclassering schat de kans op herhaling van een seksueel delict in als hoog, mede op grond van de aanwezige verstandelijke beperking/zwakbegaafdheid, een (antisociale) persoonlijkheidsstoornis, verslavingsproblematiek en het ontbreken van beschermende factoren. Tevens is sprake van seksueel afwijkend gedrag.
De reclassering adviseert in haar rapport van 23 augustus 2019 aan verdachte, bij bewezenverklaring, de maatregel van TBS met voorwaarden op te leggen en adviseert daaraan de in het rapport genoemde algemene en bijzondere voorwaarden te verbinden. Dit stringente kader is voor verdachte ook nodig, omdat hij problemen heeft op alle leefgebieden. De reclassering adviseert de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Ter zitting van 10 september heeft [naam 7] aangegeven dat hij nog steeds achter dit advies staat. Een klinisch traject kan hiermee beter worden gewaarborgd en, bij niet naleving van de voorwaarden, kan omzetting volgen naar een bevel tot dwangverpleging.
Indien aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en behandelverplichting wordt opgelegd, is de inschatting dat verdachte zich hieraan zal onttrekken op het moment dat het even tegenzit en dat geen succesvolle behandeling zal plaatsvinden, waardoor het recidiverisico onveranderd hoog blijft.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde rapportages van de psychiater en de psycholoog op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de conclusies van het psychologisch en psychiatrisch onderzoek met betrekking tot de stoornissen van verdachte, zijn toerekenbaarheid en het recidive risico worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt die conclusies van de rapporteurs over en legt deze ten grondslag aan haar beslissing dat de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
De bij verdachte geconstateerde stoornissen, bezien in relatie tot het bewezenverklaarde, brengen mee dat naast een gevangenisstraf de oplegging van een strafrechtelijke maatregel noodzakelijk is.
De maatregel
Gelet op hetgeen in voornoemde rapportages over verdachte is vermeld, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zonder behandeling een gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Verdachte heeft een langdurige (klinische) behandeling, gericht op het stabiliseren van zijn persoonlijkheidsproblematiek en het aanpakken van zijn verslavingsproblematiek, met name het gebruik van harddrugs, om het gevaar voor recidive zo veel mogelijk terug te dringen.
Voorts is van belang dat toegewerkt wordt naar een beschermd wonen voorziening, gericht op stabiele huisvesting, dagbesteding en maatschappelijke inbedding. Ook zal binnen de behandeling en begeleiding aandacht moeten worden besteed aan de (afwijkende) seksuele belevingen en opvattingen van verdachte.
Behandeling van verdachte in een ander, minder dwingend, kader acht de rechtbank, mede gezien verdachte’s lage functioneringsniveau en gevoeligheid voor ontregeling, niet afdoende om het recidive risico voor de toekomst te beperken.
De rechtbank zal aan verdachte daarom de maatregel TBS met voorwaarden opleggen. Er wordt voldaan aan de eisen die de wet aan het opleggen van deze maatregel stelt. Het bewezenverklaarde feit is een misdrijf als genoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 1, van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Verder bestond er tijdens het begaan van deze feiten bij de verdachte een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Ten slotte eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van deze maatregel. Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen stelt de rechtbank voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte. De rechtbank sluit zich daarbij aan bij het reclasseringsadvies van Tactus Reclassering Flevoland.
Met betrekking tot het drugsverbod zal de rechtbank bepalen dat verdachte geen harddrugs mag gebruiken omdat de rechtbank uit de adviezen begrijpt dat met name het gebruik van harddrugs tot problemen bij verdachte leidt. Ook mag verdachte zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, geen softdrugs gebruiken. Hiermee wil de rechtbank voorkomen dat de TBS met voorwaarden – zoals de psycholoog en psychiater vrezen - wordt omgezet naar TBS met dwangverpleging indien verdachte door (beperkt) softdrugs gebruik zijn voorwaarden overtreedt.
De rechtbank zal de reclassering opdracht geven verdachte bij de naleving van de gestelde voorwaarden hulp en steun te verlenen. Verdachte heeft zich ter terechtzitting van 10 september 2019 bereid verklaard tot naleving van de hierna te noemen voorwaarden.
De rechtbank overweegt voorts dat, wanneer verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, de TBS met voorwaarden kan worden omgezet in een ongemaximeerde TBS met dwangverpleging omdat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank acht ten slotte termen aanwezig toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 38, lid 6 Sr en zal bevelen dat de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
de straf
Gelet op de ernst van het feit is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur moet worden opgelegd. De rechtbank houdt daarbij rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en ziet nadrukkelijk de noodzaak in van behandeling van verdachte. Om de aanvang daarvan niet al te lang uit te stellen, maar zonder af te doen aan de voormelde ernst van het bewezenverklaarde, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend en geboden.