ECLI:NL:RBDHA:2019:10051

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 september 2019
Publicatiedatum
25 september 2019
Zaaknummer
C/09/568944 / HA RK 19-132
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige geboren uit een huwelijk met een Nederlandse vader

Op 25 september 2019 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak met rekestnummer HA RK 19-132, waarin het verzoek werd behandeld van verzoekster, in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige [minderjarige]. Het verzoekschrift, ingediend op 19 februari 2019, strekt tot vaststelling van het Nederlanderschap van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats], Marokko. Verzoekster, die zelf de Marokkaanse nationaliteit heeft, is gehuwd met [Y], die bij Koninklijk besluit het Nederlanderschap heeft verkregen. De minderjarige is geboren uit dit huwelijk en de IND concludeert dat zij bij geboorte van rechtswege de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen op basis van artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder brieven van de IND en verzoekster, en heeft vastgesteld dat de minderjarige, ondanks de Spaanse nationaliteit van verzoekster, de Nederlandse nationaliteit niet heeft verloren. De rechtbank wijst het verzoek toe, aangezien het niet is betwist en op de wet is gegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: HA RK 19-132
Zaaknummer: C/09/568944
Datum beschikking: 25 september 2019

Beschikking op het op 19 februari 2019 ingekomen verzoekschrift van:

[X] ,

verzoekster,
in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , Marokko,
wonende te [woonplaats] , Spanje,
advocaat mr. M. Kaouass te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(Ministerie van Justitie en Veiligheid, Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verder te noemen “de IND”),
zetelende te ’s-Gravenhage,
vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Klis.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief van 7 mei 2019, met bijlagen, van de zijde van verzoekster;
- de brief van 6 juni 2019 van de zijde van de IND;
- de brief van 9 juli 2019, met bijlage, van de zijde van verzoekster;
- de brief van 21 augustus 2019 van de zijde van de IND.

Verzoek en het standpunt van de IND

Het verzoekschrift strekt tot vaststelling van het Nederlanderschap van de minderjarige [minderjarige] .
De IND concludeert tot toewijzing van het verzoek.

Feiten

  • Verzoekster, geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , Marokko, verkreeg bij geboorte de Marokkaanse nationaliteit.
  • Verzoekster is op [huwelijksdatum] 2001 te [huwelijksplaats] Marokko gehuwd met [Y] geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] , Marokko.
  • Bij Koninklijk besluit van 3 december 1997, nummer [nr.] is aan [Y] het Nederlanderschap verleend.
  • Op [geboortedatum] 2003 werd te [geboorteplaats] , Marokko, uit dit huwelijk de minderjarige [minderjarige] geboren.
  • Uit de afgifte van een Spaans paspoort op 20 september 2018 volgt dat verzoekster (op onbekende datum) de Spaanse nationaliteit verkreeg.

Beoordeling

Verzoekster verzoekt vast te stellen dat de minderjarige [minderjarige] sinds haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
De IND stelt zich op het volgende standpunt. De minderjarige [minderjarige] is geboren uit het huwelijk van verzoekster met [Y] , van Nederlandse (en Marokkaanse) nationaliteit. Door de geboorte tijdens dit huwelijk ontstond een familierechtelijke betrekking tussen [minderjarige] en [Y] . [Y] is de vader van de minderjarige zoals bedoeld in artikel 1 aanhef en onder d van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). [minderjarige] verkreeg daardoor bij geboorte van rechtswege de Nederlandse nationaliteit ex artikel 3 lid 1 RWN. Omdat [minderjarige] minderjarig is en haar vader nog steeds in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit, heeft [minderjarige] , gelet op artikel 16 lid 2 onder a RWN het Nederlanderschap niet verloren doordat verzoekster de Spaanse nationaliteit heeft verkregen. Het is daarbij niet van belang of zij gelijktijdig met of na haar moeder ook de Spaanse nationaliteit verkreeg. De IND concludeert daarom tot toewijzing van het verzoek.
Gelet op het vorenstaande wijst de rechtbank het verzoek als onweersproken en op de wet gegrond toe.

Beslissing

De rechtbank:
stelt vast dat [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , Marokko, sinds haar geboorte en nog steeds de Nederlandse nationaliteit bezit.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, rechter, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 september 2019.