ECLI:NL:RBDHA:2018:9974

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2018
Publicatiedatum
20 augustus 2018
Zaaknummer
NL18.4957
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige bekering en lidmaatschap van de kerk in China

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Chinese nationaliteit, heeft op 15 november 2017 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelde lid te zijn van een kerk in China. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat de geloofwaardigheid van het asielrelaas niet kon worden vastgesteld. Eiser heeft verklaard dat hij in een religieuze omgeving is opgegroeid en dat hij in oktober 2014 lid is geworden van de kerk. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende inzicht heeft gegeven in zijn bekering en de risico's die hij loopt in China. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig achtte, maar de bekering tot de kerk ongeloofwaardig vond. Eiser heeft geen overtuigende argumenten kunnen aanvoeren om zijn lidmaatschap en de gevolgen daarvan te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat er geen directe link was tussen eiser en de Chinese autoriteiten, en dat de afwezigheid van problemen met de autoriteiten zijn verhaal ondermijnde. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.4957
[persoonsnummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 augustus 2018 in de zaak tussen

[de persoon 1] ,

Geboren op [geboortedatum] 1998, van Chinese nationaliteit, eiser,
(gemachtigde: mr. C.E. Stassen-Buijs),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Oba).

ProcesverloopBij besluit van 7 maart 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond. Eiser moet Nederland onmiddellijk verlaten.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Voorts is verschenen als getuige [mevrouw] , secretaris van de kerk [de naam] (hierna: de kerk) in Nederland. Als tolk (Mandarijn) is verschenen S. Breukel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Asielrelaas
1. Eiser heeft China op 10 november 2017 verlaten en is op 11 november 2017 in Nederland aangekomen. Vervolgens heeft hij op 15 november 2017 in Budel een asielaanvraag ingediend.
2. Eiser heeft het volgende relaas aan zijn aanvraag ten grondslag gelegd. Eiser heeft gesteld aanhanger te zijn van de kerk, in China bekend als [de naam] . Eiser heeft verklaard dat hij is opgegroeid in een gezin dat lid was van de kerk. Het gezin moest in het najaar van 2005 al vluchten voor de overheid. Sindsdien is het gezin verscheurd. Eiser woonde bij zijn opa en oma, die ook lid waren van de kerk. In oktober 2014 is hij lid geworden van de kerk en is hij sindsdien daar actief. Eiser vertelt in dat verband dat hij verantwoordelijk is voor het dossier van de kerk en het organiseren van de informatie. Hij maakte sinds maart 2015 ook deel uit van een tekengroep van de kerk. Door de vervolging van de communistische partij moest hij vaak verhuizen. Op 16 oktober 2017 hoorde eiser dat een broeder was opgepakt bij een tekentechnische vergadering. Op een concepttekening zijn ook foto’s van eiser aangetroffen, is eiser verteld. Hij is toen gevlucht naar het huis van zijn zus in Shanghai. Ook heeft eiser verteld dat er broeders van de kerk zijn vermoord. Zijn oma heeft hem op 28 oktober 2017 telefonisch verteld dat de politie van de communistische partij bij hem aan de deur is geweest. Zij weten dat hij lid is van de tekengroep van de kerk.
Standpunt van verweerder
3.1
Verweerder heeft de geloofwaardigheid van het asielrelaas onderverdeeld in de volgende relevante elementen:
a. De identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser;
b. De bekering tot het geloof van de kerk;
c. De veronderstelling dat eiser wordt gezocht door de Chinese autoriteiten.
3.2
In het bestreden besluit, waarin het voornemen van 28 februari 2018 is ingelast, heeft verweerder de aanvraag van eiser afgewezen op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierbij heeft verweerder het volgende overwogen. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. Verweerder stelt zich verder op het standpunt dat er sprake is van een bekering die ongeloofwaardig is. Volgens verweerder heeft eiser niet inzichtelijk kunnen maken hoe zijn proces van bekering is verlopen. Eiser heeft volgens verweerder niet duidelijk weten te maken waardoor zijn bekering pas in 2014 heeft plaatsgevonden. Daarbij weegt verweerder mee dat eisers ouders en opa en oma ook al lid waren van de kerk, en door hen is grootgebracht. Volgens verweerder heeft eiser ook geen inzicht gegeven in de afweging van de negatieve gevolgen van zijn bekering. Wat verweerder aan de kennis van eiser van de kerk vindt afdoen, is dat uit verschillende bronnen blijkt dat de kerk gelooft dat Jezus Christus is teruggekeerd in de gedaante van een [persoon] . Eiser heeft dat niet genoemd. Verweerder acht het niet geloofwaardig dat eiser lid is of is geweest van de kerk. De legale uitreis en de mogelijkheid om een paspoort en visum te krijgen doet volgens verweerder afbreuk aan het verhaal dat eiser als gevolg van zijn activiteiten wordt gezocht door de Chinese overheid.
Standpunt van eiser
4. De beroepsgronden komen er op neer dat het besluit niet zorgvuldig is voorbereid, zo heeft verweerder zich niet verdiept in het geloof van eiser. Verweerder heeft een onjuist beeld van de kerk. De duiding van de relevante elementen door verweerder duidt volgens eiser op weinig begrip van verweerder voor zijn asielrelaas. Het relaas is volgens eiser ook op enkele punten onjuist weergeven dan wel verkeerd geïnterpreteerd door verweerder. Er is te weinig doorgevraagd op de zaken die verweerder ongerijmd heeft geacht. Verweerder heeft het relaas ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
De beoordeling door de rechtbank
5.1
De zorgvuldigheid van de gehoren.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder tijdens de gehoren van eiser niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Eiser is op 22 en 26 februari 2018 gehoord. Gelet op de omvang van het verslag van het laatste gehoor gaat de rechtbank ervan uit dat de gehoorambtenaar ruim de tijd heeft genomen voor gehoor. Eiser heeft uitvoerig kunnen vertellen over zijn situatie thuis en bij zijn opa en oma. Ook is hij uitvoerig gevraagd naar zijn reden en aanleiding voor de keuze voor de kerk. Uit het nader gehoor blijkt dat hij daar ook uitvoerig heeft kunnen verklaren. In dat verband is door de gehoormedewerker aan eiser gevraagd wat concreter te zijn over zijn keuze (pagina 8 en 9). Op pagina 9 van het nader gehoor wordt hem nog verteld dat het daarbij gaat om details van gebeurtenissen die hem zijn overkomen. Dat eiser in het nader gehoor heeft verklaard dat hij over zijn geloof niet alles kon vertellen, wil evenmin zeggen dat verweerder hem niet in staat heeft gesteld zijn keuze voor de kerk voldoende toe te lichten.
5.2
Het proces van de keuze van eiser voor de kerk.
Eiser woonde bij zijn opa en oma die ook lid waren van de kerk. In zijn tienerjaren heeft hij gekozen voor de kerk. Hij was verslaafd aan roken, drinken en gamen en voor dat laatste nam hij geld weg bij zijn opa en oma (p. 11 nader gehoor). Tot het moment dat hij in februari 2014 bezoek kreeg van een jonge broeder en zuster (p. 7 nader gehoor) van de kerk deed deze situatie zich voor. Zij waren leeftijdsgenoten en de gesprekken met hen leidden tot schuldgevoelens (p. 8 nader gehoor) over zijn gedrag en tot zijn keuze voor de kerk in oktober 2014. Verweerder heeft terecht onduidelijk geacht waarom eiser niet eerder voor de kerk heeft gekozen. Hij groeide immers op in een kerkelijk omgeving waar evangelisatie en bekeringsactiviteiten belangrijk zijn. Voorts heeft verweerder het terecht ongerijmd geacht dat eiser niet eerder door de religie overtuigd is geraakt. Eiser zegt enerzijds dat hij eerst dacht dat het meer iets was van oude mensen, terwijl hij (p. 10 nader gehoor) wel naar zijn grootouders luisterde om het woord van God te lezen en samen met zijn grootouders de woorden van God ging lezen. Verweerder kon het vreemd vinden dat eiser niet eerder met jongere mensen van de kerk in aanraking is gekomen. In dat licht bezien heeft verweerder het vreemd kunnen vinden dat dit aanleiding zou hebben gegeven om na de ontmoeting met de broeder en zuster wel te luisteren naar zijn grootouders. Voorts constateert de rechtbank dat eiser in het nader gehoor in algemene bewoordingen weergeeft wat het geloof in de kerk inhoudt. Hij is echter weinig concreet over het proces naar de keuze voor de kerk.
Verweerder heeft eiser ook mogen tegenwerpen dat hij geen blijk heeft gegeven van een afweging van de risico’s van zijn keuze. Het gaat hier immers om een land waar eiser mogelijk kan worden vervolgd voor het aanhangen van de kerk. Verder is het aan eiser om de gevolgen van zijn keuze kenbaar te maken aan verweerder. Het is zijn verhaal en verweerder hoeft hem dat niet te vragen.
5.3
De kennis van eiser van de leer van de kerk.
Verweerder heeft eiser verweten dat hij in het nader gehoor op een essentieel onderdeel foutieve en onvolledige verklaringen heeft afgelegd. Uit verschillende openbare bronnen blijkt volgens verweerder dat de kerk gelooft dat Jezus Christus is teruggekeerd in de gedaante van een [persoon] , [naam persoon] , die tevens is getrouwd met de oprichter van de sekte, [de persoon 2] . Verweerder baseert dit op een algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 februari 2018 over de situatie in China. Ook heeft verweerder in dat verband gewezen op de andere openbare bronnen waaronder het rapport [1] van de Immigration and Refugee Board of Canada d.d. 14 oktober 2014.
De getuige heeft ter zitting over de vrouwelijk wederkomst van Jezus verklaard dat dit een gerucht is van de communistische partij van China. Deze stelling blijkt echter niet uit openbare bronnen, noch hebben de getuige of eiser hiervoor een onderbouwing geleverd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder eiser dit verwijt dan ook kunnen maken. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat het hier gaat om een uniek en opvallend geloofsonderdeel dat verweerder terecht heeft gemist in het nader gehoor. Verweerder heeft dit daarom zwaar kunnen laten meewegen bij de beoordeling van de geloofwaardigheid. Het standpunt van eiser dat hem in het nader gehoor gevraagd had moeten naar het geslacht van Christus volgt de rechtbank niet. Het gaat hier om een essentieel onderdeel dat eiser zelf in het nader gehoor naar voren had moeten brengen.
5.3.1
Aan wat de getuige verder nog heeft verklaard kan de rechtbank niet de waarde toekennen die eiser daarmee heeft beoogd. Aan de getuige zijn begrijpelijke vragen gesteld. De antwoorden die echter werden gegeven, waren niet altijd verhelderend. In die antwoorden ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding om te concluderen dat verweerder een onjuiste opvatting zou hebben gehad over de leer van de kerk.
5.4
De informatie van Vluchtelingenwerk.
Over deze informatie die eiser heeft ingediend, heeft verweerder in lijn met de jurisprudentie terecht overwogen dat enkel de verwijzing naar stukken niet genoeg is om het relaas van eiser aannemelijk te maken. Overigens is het standpunt van eiser dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met schriftelijke informatie die hij heeft ingediend niet onderbouwd met dragende en heldere voorbeelden.
5.5
Wordt eiser in China gezocht?
Verweerder heeft geoordeeld, dat omdat het lidmaatschap van de kerk niet geloofwaardig is geacht, het niet aannemelijk kan worden geacht dat eiser daardoor problemen heeft ondervonden. Wat verweerder hierbij terecht heeft betrokken, is dat eiser probleemloos heeft kunnen uitreizen en aan reisdocumenten heeft kunnen komen. Dit doet af aan het verhaal van eiser dat hij wordt gezocht vanwege zijn keuze voor de kerk. Wat verder opvalt, is dat eiser sinds zijn keuze voor de kerk zelf niet eenmaal een confrontatie heeft gehad met de communistische politie. Alles wat zijn broeders is overkomen, heeft hij van horen zeggen. Hij heeft dat niet uit eigen wetenschap. Ook toen de tekengroep [2] van de kerk werd verstoord op 16 oktober 2017, heeft eiser dit niet zelf meegemaakt. Hem is verteld dat een broeder was opgepakt. Dat de communistische politie zijn woning heeft bezocht, heeft hij eveneens uit de tweede hand via zijn oma [3] . Er is dus geen enkele directe link tussen de communistische politie en eiser te leggen.
Verder heeft verweerder overwogen dat geenszins is gebleken hoe de personalia van betrokkene aan de hand van foto’s tot hem zouden zijn te herleiden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder hierbij terecht niet ingezien dat een dergelijke risicovolle methode gebruikt werd door de tekengroep. Overigens heeft eiser ook de inbeslagname van tekeningen met foto’s van hem en [de broeder] van een zuster gehoord [4] .
6. Tegen het terugkeerbesluit heeft eiser geen zelfstandige beroepsgronden gericht.
Conclusie
7. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder niet ten onrechte de keuze van eiser voor de kerk als ongeloofwaardig heeft aangemerkt. De beroepsgronden gericht tegen verweerders standpunt ten aanzien van de door eiser gestelde problemen met de autoriteiten in China slagen reeds daarom niet.
8. De rechtbank verklaart het beroep dan ook ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, rechter, in aanwezigheid van R.E. Toonen, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2018.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Voetnoten

1.“China: Religious texts used by the Church of the Almighty God (Eastern Lightning)”
2.Pagina 15 van het nader gehoor.
3.Pagina 25 van het nader gehoor
4.Pagina 16 van het nader gehoor.