ECLI:NL:RBDHA:2018:980
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rolbeslissing inzake betekening aan gedaagde in het buitenland
In deze rolbeslissing van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 31 januari 2018, wordt de procedure besproken met betrekking tot de betekening van een dagvaarding aan een gedaagde die in Canada woont. Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft op 6 september 2017 een dagvaarding uitgebracht, maar de gedaagde is niet verschenen. De rechtbank beoordeelt of de betekening op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, conform artikel 55 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Haags Betekeningsverdrag. De rechtbank stelt vast dat de gedaagde zijn adres heeft verlaten zonder een nieuw adres achter te laten, waardoor de betekening niet kon plaatsvinden. De rechtbank benadrukt dat het enkele feit dat het adres achteraf onjuist blijkt te zijn, niet automatisch betekent dat de betekening ongeldig is. De rechtbank geeft eiseres de gelegenheid om aan te tonen dat zij goede redenen had om aan te nemen dat de gedaagde op het vermelde adres bereikbaar was. Indien dit het geval is, moet eiseres de gedaagde oproepen via een advertentie in een lokaal dagblad in Ontario, Canada. De rol van de zaak is vastgesteld op 30 mei 2018, waarbij de rechtbank verdere beslissingen aanhoudt totdat eiseres de gedaagde op de juiste wijze heeft opgeroepen.