4.9.Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is - voor zover het gebruik van het teken CONOR MCGREGOR op de hoodie, de short en de jersey onder de reikwijdte van artikelen 2.23 BVIE en 14 UMVo valt - sprake van gebruik van het teken in strijd met de eerlijke gebruiken in nijverheid in handel. Het gebruik van het teken CONOR MCGREGOR op de hoodie, de short en de jersey moet namelijk voorshands worden aangemerkt als deloyaal jegens McGregor IP. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.9.1.Het bestanddeel MCGREGOR van het teken CONOR MCGREGOR wordt zeer prominent op de kledingstukken afgedrukt. De voornaam CONOR wordt slechts klein en in een afwijkende kleur op de kledingstukken weergegeven. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat bij een vluchtige oogopslag het verband met de MMA-vechter voor het publiek verloren zal gaan. De stelling van Adidas c.s. dat de voornaam Conor op de kledingstukken (van dichtbij) wel leesbaar is, doet hier niet aan af, omdat McGregor IP terecht heeft aangevoerd dat kleding door het publiek niet steeds van dichtbij en zorgvuldig wordt bestudeerd, maar ook geregeld vluchtig en op enige afstand wordt bezien. Dit wordt versterkt door het feit dat op de hoodie en de jersey het teken CONOR MCGREGOR uitsluitend is afgedrukt op de achterzijde (de rug) van de kledingstukken. De voorkant van kleding trekt doorgaans meer aandacht dan de achterzijde (zoals ook Adidas c.s. in repliek erkent), zodat de vrees van McGregor IP dat het publiek het bestanddeel CONOR over het hoofd zal zien, gerechtvaardigd is.
4.9.2.Anders dan Adidas c.s. betoogt, kan de MMA-vechtsport die Conor McGregor beoefent in Europa qua populariteit onder het publiek voorshands niet gelijk worden gesteld aan de voetbalsport. Het ligt daarom niet voor de hand, zoals Adidas c.s. stelt, dat aan de naam Conor McGregor eenzelfde bekendheid moet worden toegedicht als aan de namen van zeer bekende voetballers. Adidas c.s. heeft weliswaar gesteld en onderbouwd dat Conor McGregor één van de best verdienende sporters ter wereld is, maar dat zegt niet direct iets over zijn bekendheid bij het algemene publiek. De omstandigheid dat Conor McGregor met enige regelmaat in het (Nederlandse) nieuws is en miljoenen volgers heeft op social media is evenmin doorslaggevend. Dat McGregor binnen de volgers van de MMA-vechtsport (grote) bekendheid toekomt, is daarmee wel aannemelijk geworden, maar het publiek moet breder worden beschouwd. Door Adidas c.s. is in dit kort geding onvoldoende aannemelijk gemaakt, dat de vechter Conor McGregor dermate bekend is, dat het algemene publiek bij het zien van het woord MCGREGOR op de kledingstukken (zonder voldoende duidelijke vermelding van de voornaam CONOR) direct zal denken aan deze MMA-vechtsporter.
4.9.3.Daarom is de voorzieningenrechter van voorlopig oordeel dat het gebruik van het teken CONOR MCGREGOR op de kledingstukken, met daarbij de grote nadruk op het bestanddeel MCGREGOR, bij het betrokken bredere publiek, althans een aanzienlijk deel daarvan, de indruk kan ontstaan van een commerciële band tussen de waren van Adidas c.s. en McGregor IP.
4.9.4.De stelling van Adidas c.s. dat het gebruikelijk is, en dat het publiek eraan gewend is, dat alleen de achternaam van de MMA-vechters wordt weergegeven, doet hier niet aan af, met name nu - zoals reeds is overwogen - onvoldoende is gebleken dat het bredere publiek het bestanddeel MCGREGOR direct zal herkennen als de achternaam van de MMA-vechter Conor McGregor.
4.9.5.Hetzelfde geldt voor het betoog van Adidas c.s. dat de plaats waar het teken CONOR MCGREGOR op (met name) de hoodie en de jersey is afgebeeld, te weten (verticaal) op de rug van de kledingstukken, een gebruikelijke plaats is om de naam van een MME-vechter weer te geven. Het is niet aannemelijk dat het algemene publiek, althans een aanzienlijk deel daarvan, hiervan op de hoogte is. Het deel van het publiek dat bekend is met de gebruiken binnen de MMA-vechtsport zal het teken door zijn plaatsing wellicht als naamverwijzing van de vechter zien, maar dat geldt niet zonder meer voor het algemene publiek, waar de McGregor-merken op zijn gericht. Daarbij komt dat McGregor IP verschillende voorbeelden heeft overgelegd (in productie 27) waaruit blijkt dat het niet ongebruikelijk is om de merken van (sport)kleding op allerlei verschillende plekken op de kleding te plaatsen, waaronder tevens (verticaal) op de rug van de kledingstukken, zoals ook met het teken CONOR MCGREGOR op de hoodie en de jersey gebeurt.
4.9.6.Het feit dat op de hoodie, de short en de jersey tevens andere merken zijn vermeld (die, zo begrijpt de voorzieningenrechter althans het betoog van Adidas c.s., anders dan “Conor McGregor” wel op de herkomst betrekking hebben) maakt dit niet anders. Met name in de (sport)modebranche is het publiek eraan gewend dat op een kledingstuk meerdere merken worden weergegeven. Dat geldt ook al voor de kleding in deze kwestie waarop (afgezien van het teken CONOR MCGREGOR) immers zowel het woordmerk REEBOK en logo (van de producent) als het woordmerk UFC en logo (van de licentiegevende sportkoepel) is afgebeeld.
4.9.7.Aan het voorgaande doet onvoldoende af dat Adidas c.s. bij het aanbieden van de kleding vermeldt dat het gaat om de UFC lijn van producten en fankleding, door aansporingen als “steun de UFC kampioen Conor McGregor shirts en fangear”. Die vermeldingen zullen immers niet verhinderen dat consumenten, met name wanneer de kleding hun wordt getoond nadat deze is gekocht en de website met deze berichten niet (meer) in beeld is, in het teken een aanwijzing zien dat de waren afkomstig zijn van McGregor IP.