2.5Bijlage II, behorende bij artikel 2.2, tweede lid (Wijze van bepalen datum eerste toelating), behelst – voor zover hier van belang – het volgende.
Artikel 1. Begripsbepalingen
•1. In deze bijlage wordt verstaan onder:◦ datum eerste toelating: datum vastgesteld overeenkomstig deze bijlage;
◦ kentekenbewijs: kentekenbewijs als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de wet dat wat betreft de inhoud en de modellen voldoet aan richtlijn 1999/37/EG;
◦ modeljaar: aanduiding van een periode die aanvangt op 1 september van een bepaald jaar en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar, binnen welke periode het voertuig is gefabriceerd.
•2. In deze bijlage wordt voorts verstaan onder:◦ richtlijn 1999/37/EG: Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PbEG 1999, L 138).
Artikel 3. Vaststelling met afzonderlijk onderzoek voertuig
Indien de vaststelling van de datum van eerste toelating geschiedt in het kader van de aanvraag tot inschrijving met een afzonderlijk onderzoek van het betrokken voertuig, wordt de datum van eerste toelating vastgesteld aan de hand van het in bijlage I vastgestelde voertuigidentificatienummer en overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 10.
Artikel 4. Vaststelling datum eerste toelating indien het voertuig niet eerder in gebruik is genomen en niet eerder is geregistreerd.
•1. De datum van eerste toelating wordt vastgesteld op de datum van eerste tenaamstelling, indien de aanvrager een document overlegt waaruit blijkt dat het voertuig niet eerder is geregistreerd en niet eerder is gebruikt.
•2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, controleert de Dienst Wegverkeer op een door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze de overgelegde documenten.
Artikel 7. Datum van eerste toelating blijkt niet uit documenten
•1. Indien op grond van de artikelen 4 tot en met 6 geen datum van eerste toelating kan worden vastgesteld, wordt de datum van eerste toelating, overeenkomstig het tweede tot en met vierde lid vastgesteld aan de hand van het voertuigidentificatienummer.
•2. Indien uit het voertuigidentificatienummer een datum van fabricage blijkt, wordt de datum van eerste toelating vastgesteld op de datum van fabricage. Indien uit het nummer slechts een maand van fabricage blijkt, wordt de datum van fabricage gesteld op de eerste dag van die maand. Indien uit het nummer slechts een jaar van fabricage blijkt, wordt de datum van fabricage gesteld op 30 juni van dat jaar.
•3. Indien uit het voertuigidentificatienummer niet de datum, de maand of het jaar van fabricage blijkt, doch wel het modeljaar, wordt de datum van eerste toelating vastgesteld op 28 februari van het modeljaar.
•4. Indien uit het voertuigidentificatienummer niet de datum, de maand of het jaar van fabricage of het modeljaar blijkt, wordt door de Dienst Wegverkeer de datum van fabricage bepaald en wordt de datum van eerste toelating vastgesteld op deze datum.
Artikel 10. Nader onderzoek
•1. Indien naar oordeel van de Dienst Wegverkeer twijfel bestaat over de echtheid of juistheid van de overgelegde documenten of de daarop vermelde gegevens, kan de Dienst Wegverkeer een nader onderzoek instellen.
•2. Indien het in het eerste lid bedoelde onderzoek binnen zes weken geen resultaat oplevert, wordt overeenkomstig deze bijlage een datum van eerste toelating vastgesteld.
•3. Indien uit het nader onderzoek naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer blijkt dat de overgelegde documenten niet echt of juist zijn dan wel dat de daarop vermelde gegevens onjuist zijn, stelt de Dienst Wegverkeer de datum van eerste toelating vast overeenkomstig artikel 7.
Artikel 11. Onjuiste datum eerste toelating
Indien na vaststelling van de datum eerste toelating blijkt dat deze datum onjuist is, wordt de datum eerste toelating opnieuw vastgesteld overeenkomstig deze bijlage.