Uitspraak
Rechtbank Den Haag
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Gemeente Den Haag, vergunninghouder.
Procesverloop
Overwegingen
- natuur-, educatieve en milieuwaarden;
- belevings- en gebruikswaarden.
hop-overvoor vleermuizen, en heeft besloten dat in verband hiermee 21 bomen na 1 november 2018 gekapt kunnen worden. Als een dergelijke (tijdelijke) oplossing voor een beschermde diersoort mogelijk is, zou er naar voorlopig oordeel ook een oplossing gevonden moeten kunnen worden voor nader onderzoek naar de 9 bijzondere bomen en het daarmee gepaard gaande tijdsverloop. Niet uit te sluiten valt immers dat, als in bezwaar per bijzondere boom een nadere individuele afweging over de kap wordt gemaakt, er een andere uitkomst mogelijk is. Dit zou dan mogelijk kunnen betekenen dat in ieder geval meer dan 12 bijzondere bomen behouden kunnen blijven. Daarbij komt dat verweerder de voortgang van de bezwaarprocedure (grotendeels) zelf in de hand heeft.
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe, voor zover daarbij een omgevingsvergunning is verleend voor het kappen van de bijzondere bomen, door verweerder op de bij het bestreden besluit behorende tekening met kenmerk 95019094-DELFT-CUL-VG-002 CUL 1/2 (met daarop handgeschreven: 18/4 rectificatie bijlage 11) aangeduid en genummerd als 26, 27, 33, 34, 53, 68, 73, 86 en 87 en schorst het bestreden besluit van 31 mei 2018 in zoverre, en wel tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening voor het overige af;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van in totaal € 338,- aan verzoekers te vergoeden;