ECLI:NL:RBDHA:2018:9545

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 augustus 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 2897
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens onafgebroken uitvoeringshandelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, die zijn auto had geparkeerd op een door de gemeente Noordwijk aangewezen parkeerplaats, ontving een naheffingsaanslag van € 46,65. De naheffingsaanslag werd opgelegd omdat de parkeerbelasting niet was voldaan. Eiser heeft echter verklaard dat hij, vanwege problemen met de internetverbinding, zich pas één minuut na het opleggen van de naheffingsaanslag heeft kunnen aanmelden bij de parkeerprovider Yellowbrick, nadat hij naar een restaurant aan de overkant was gelopen om gebruik te maken van de wifi.

De rechtbank oordeelde dat eiser ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag bezig was met onafgebroken uitvoeringshandelingen om de parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank nam daarbij in overweging dat de aanmelding slechts één minuut na de naheffingsaanslag was gedaan en dat er enige tijd gemoeid was met het doen van een digitale aanmelding. De rechtbank hechtte geloof aan de verklaringen van eiser en concludeerde dat hij aannemelijk had gemaakt dat hij de nodige stappen had ondernomen om aan zijn betalingsverplichting te voldoen.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en de uitspraak op bezwaar, en veroordeelde de gemeente in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.500. Tevens werd de gemeente opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/2897

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

9 augustus 2018 in de zaak tussen

[eiser], wonende te [plaats], eiser(gemachtigde: N.G.A. Voorbach),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Noordwijk, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 9 maart 2018 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juli 2018.
Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon X].

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.500;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden.

Overwegingen

1. Op 7 december 2017 om 12.57 uur stond de auto van eiser, geparkeerd op een parkeerplaats aan het [adres] te [plaats]. Deze locatie is door burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk aangewezen als een parkeerplaats voor betaald parkeren.
2. Tijdens een controle op voormelde datum en voormeld tijdstip heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat de voor de auto verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Naar aanleiding daarvan is aan eiser een naheffingsaanslag ten bedrage van € 46,65 opgelegd, bestaande uit € 1 aan parkeerbelasting en € 45,65 aan kosten van de naheffingsaanslag.
3. Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
4. Uit de stukken blijkt dat de auto is aangemeld om 12:58 uur, dus één minuut na het opleggen van de naheffingsaanslag. Eiser heeft daarover verklaard dat vanwege problemen met de internetverbinding aanmelden bij Yellowbrick niet mogelijk was, hij daarom naar zijn werkafspraak bij een het pizzarestaurant is gelopen direct aan de overkant van de straat waaraan het parkeerterrein is gelegen en hij aldaar via de Wifi verbinding van het pizzarestaurant alsnog middels aanmelding bij Yellowbrick parkeerbelasting heeft voldaan voor de duur van 2 uur.
5. Verweerder heeft aangevoerd dat de desbetreffende parkeercontroleur bij het controleren van de auto geen uitvoeringshandeling heeft waargenomen terwijl hij er in verband met de controle toch enige tijd heeft gestaan. Eiser had, zoals verweerder voorts nog heeft gesteld, na de constatering dat het aanmelden bij Yellowbrick via het internet niet lukte, naar een parkeerautomaat moeten gaan om de parkeerbelasting te voldoen. Alleen op die manier kan de controleur nagaan of er uitvoeringshandelingen worden verricht.
6. Op grond van artikel 234, tweede lid onder a, van de Gemeentewet moet de parkeerbelasting bij aanvang van het parkeren worden voldaan. Volgens vaste jurisprudentie moet een parkeerder daarbij een, gelet op de omstandigheden, redelijke tijd hebben voor het verrichten van uitvoeringshandelingen tot voldoening van de belasting. Wel dient de parkeerder onverwijld en onafgebroken uitvoeringshandelingen te verrichten om de verschuldigde belasting te betalen. Ook bij het voldoen van de parkeerbelasting via (telefonische) aanmelding bij de parkeerprovider blijft onverkort gelden dat degene die parkeert onmiddellijk uitvoeringshandelingen moet verrichten om de belasting te voldoen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Gravenhage van 7 december 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BU9232).
7. De rechtbank hecht geloof aan de (ook ter zitting uitdrukkelijk herhaalde) verklaringen van eiser dat hij onafgebroken uitvoeringshandelingen heeft verricht om de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. Eiser heeft zich vanwege problemen met de internetverbinding direct via een wifi in het restaurant van zijn klant aan de overkant van de straat aangemeld bij Yellowbrick. Uit dit geheel van omstandigheden volgt, naar het oordeel van de rechtbank, dat eiser ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag bezig was met onafgebroken uitvoeringshandelingen die nodig waren voor het voldoen van parkeerbelasting. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de aanmelding slechts
één minuut, na het opleggen van de naheffingsaanslag is gedaan en dat met het doen van een digitale aanmelding via de wificode van het restaurant ook enige tijd gemoeid is geweest en voorts dat eisers versie van de gebeurtenissen wordt ondersteund met een schriftelijke verklaring van de klant van eiser.
8. Dat eiser bij problemen met de internetverbinding ervoor had moeten kiezen om een parkeerkaartje te kopen bij de automaat, omdat de parkeercontroleur anders niet kan controleren of iemand uitvoeringshandelingen aan het verrichten is, kan de rechtbank niet volgen. De mindere mate van controleerbaarheid is inherent aan het thans algemeen geaccepteerde systeem van voldoen van parkeerbelasting middels telefonische aanmelding bij een parkeerprovider en kan niet aan eiser worden tegengeworpen, zolang eiser maar aannemelijk kan maken - zoals hij hier heeft gedaan - dat hij onafgebroken uitvoeringshandelingen heeft verricht zonder eerst iets anders te gaan doen.
10. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het beroep gegrond verklaard.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.500 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 249, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 501 en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. de Hek, rechter, in aanwezigheid van
mr. P. Jasperse, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (team belastingrecht), Postbus 20302,
2500 EH Den Haag.