ECLI:NL:RBDHA:2018:9541
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van Dublinverordening met betrekking tot Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die stelt staatloos te zijn, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting, die plaatsvond in Middelburg, is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. H.C.Ch. Kneuvels, en was er een tolk aanwezig. De verweerder was afwezig, maar had een bericht van verhindering gestuurd. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiser met een visum van Italië het grondgebied van de Dublinlidstaten is ingereisd. De rechtbank heeft de recente politieke ontwikkelingen in Italië, zoals vermeld in door eiser overgelegde internetberichten, niet als voldoende bewijs gezien om te concluderen dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië niet meer van toepassing is.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.