ECLI:NL:RBDHA:2018:9540
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verweerder niet gehouden de aanvraag in behandeling te nemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, geboren op een onbekende datum en van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Slovenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder een verzoek om internationale bescherming had ingediend in Slovenië op 7 februari 2018. De Sloveense autoriteiten hebben op 29 mei 2018 bevestigd dat zij eiser terugnemen op basis van de Dublinverordening.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder terecht heeft gehandeld. De rechtbank heeft de stelling van eiser dat verweerder niet mocht uitgaan van de Eurodac-registratie verworpen, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen asielaanvraag in Slovenië heeft ingediend. Bovendien heeft Slovenië bevestigd dat eiser daar asiel heeft aangevraagd. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiser over systematische tekortkomingen in de Sloveense asielprocedure en opvangvoorzieningen niet onderbouwd geacht.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.