ECLI:NL:RBDHA:2018:9538

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
NL18.12479
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Slovenië

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een asielzoeker, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Slovenië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats in Middelburg, waar de behandeling van deze zaak samen met een andere zaak (NL18.12478) plaatsvond. Beide partijen waren niet verschenen, maar de voorzieningenrechter heeft desondanks onmiddellijk na de zitting mondeling uitspraak gedaan. In de uitspraak werd het beroep in de bodemzaak ongegrond verklaard, wat ook invloed had op het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.12479
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

(gemachtigde: mr. N. van Luijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Slovenië daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak met nummer NL18.12478, plaatsgevonden op 26 juli 2018. Partijen zijn met bericht van verhindering niet verschenen. Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak, zaaknummer NL18.12478, ongegrond verklaard.
2. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afwijzen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. van Boven-Hartogh, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2018.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel