ECLI:NL:RBDHA:2018:9451
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen en correctie S&O verklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen van € 26.212 voor het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 31 mei 2013, als gevolg van een correctie op de S&O-verklaring. De inspecteur handhaafde deze naheffingsaanslag na een bezwaar van eiser. Eiser stelde dat de naheffingsaanslag onterecht was en dat er geen uitstel van betaling was verleend. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat eiser de correctie van de S&O-verklaring niet had verwerkt. De rechtbank concludeerde dat het risico van het niet ontvangen van de correctie voor rekening van eiser kwam. Ook de belastingrente was volgens de wettelijke bepalingen berekend en eiser had geen concrete gronden aangevoerd tegen de belastingrente. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees het verzoek om een betalingsregeling af, omdat zij daartoe niet bevoegd was. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen konden binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.