6.1.Eiser heeft verder als beroepsgrond aangevoerd dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig acht dat hij en zijn familie in de negatieve belangstelling van Al Shabaab staan en dat Al Shabaab zijn zus heeft ontvoerd en zijn vader ernstig heeft mishandeld.
6.2.1.Eiser heeft tijdens het nader gehoor verteld dat Al Shabaab met regelmaat naar de winkel van zijn vader kwam en daarbij zijn vader mishandelde en zijn winkel vernielde. Een paar keer was eiser ook in de winkel aanwezig toen Al Shabaab langskwam. Al Shabaab heeft telkens tegen hem gezegd dat hij zal worden meegenomen als hij groter is.
6.2.2.Verweerder stelt dat niet geloofwaardig is dat eiser in de negatieve belangstelling staat van Al Shabaab. Hieraan legt hij ten grondslag dat, indien er een daadwerkelijk risico bestond op ontvoering van eiser door Al Shabaab, zijn ouders maatregelen zouden hebben genomen om dit te voorkomen. Volgens verweerder blijkt uit eisers verklaringen niet dat zijn ouders dergelijke maatregelen hebben genomen. Bovendien is het volgens verweerder niet logisch dat Al Shabaab eiser niet direct vanuit de winkel van zijn vader heeft meegenomen als zij daadwerkelijk in hem geïnteresseerd was.
6.2.3.De rechtbank is van oordeel dat eiser tijdens het nader gehoor, anders dan verweerder stelt, wel heeft verteld dat zijn ouders maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat hij door Al Shabaab zou worden meegenomen. Zo volgt uit pagina 18 van het verslag van het nader gehoor dat eiser heeft verteld dat hij na zijn meest recente bedreiging door Al Shabaab niet meer naar school is geweest, niet meer met zijn vader mee naar de winkel is gegaan en in feite niet meer buiten kwam. Ook volgt uit pagina 18 van het verslag van het nader gehoor dat eiser heeft verklaard dat zijn vader bezig was iemand te regelen die hem het land uit kon helpen. Deze verklaringen heeft verweerder, zoals eiser terecht stelt, ten onrechte niet bij de geloofwaardigheidsbeoordeling van het asielrelaas betrokken.
6.2.4.Verder is de rechtbank van oordeel dat verweerder met zijn standpunt dat het niet logisch is dat Al Shabaab eiser niet direct vanuit de winkel van zijn vader heeft meegenomen, voorbijgaat aan eisers verklaringen – weergegeven op pagina’s 6, 10 en 15 van het verslag van het nader gehoor – dat Al Shabaab jongens die vijftien jaar of ouder of groot genoeg zijn om voor haar te vechten meeneemt en dat eiser op de momenten dat hij door Al Shabaab in de winkel werd aangesproken nog geen vijftien jaar en nog niet groot genoeg was. Verweerder heeft ook deze verklaringen ten onrechte niet bij zijn geloofwaardigheidsbeoordeling betrokken.
6.3.1.Eiser heeft tijdens het nader gehoor verteld dat Al Shabaab op een dag naar de woning van zijn ouders is gekomen en vervolgens zijn zus heeft meegenomen en zijn vader heeft mishandeld. Verder heeft eiser verteld dat hij tijdens dit incident naar de woning van zijn buurman is gevlucht, waardoor hij een groot deel hiervan niet zelf heeft gezien of gehoord. Ook heeft eiser verteld dat zijn buurman op enig moment is gaan kijken bij de woning van zijn ouders, maar hem niet heeft willen vertellen wat er exact was gebeurd.
6.3.2.Verweerder stelt dat niet geloofwaardig is dat Al Shabaab eisers zus heeft meegenomen en zijn vader heeft mishandeld. Hieraan legt hij ten grondslag dat eiser over dit incident zeer summier en weinig gedetailleerd heeft verklaard, terwijl dit de kern van zijn asielrelaas is en daarom mag worden verwacht dat hij uitgebreider hierover kan vertellen. Bovendien is het volgens verweerder niet logisch dat eiser aan zijn buurman niet meer informatie over (de afloop van) het incident heeft gevraagd.
6.3.3.Eiser heeft zijn verklaringen over het incident waarbij zijn zus is ontvoerd en zijn vader is mishandeld deels gebaseerd op zijn eigen waarnemingen en deels op de informatie die hij van zijn buurman heeft gekregen. Uit pagina’s 13 en 14 van het verslag van het nader gehoor volgt dat hij heeft gezien dat zijn zus, op het moment dat Al Shabaab kwam, buiten water aan het halen was uit een watervat vlak voor hun huis, dat hij zijn zus heeft horen schreeuwen en dat hij zijn vader naar buiten heeft zien gaan en heeft horen smeken om zijn gezin met rust te laten. Daarna is hij naar eigen zeggen het huis uit gevlucht. In de correcties en aanvullingen op het nader gehoor heeft eiser verder vermeld dat zijn vader, toen hij naar buiten ging, tegen hem riep “blijf in huis” en dat hij heeft gehoord dat zijn vader tegen Al Shabaab zei: “neem alsjeblieft mijn dochter niet mee”.
6.3.4.Wat er is gebeurd nadat hij het huis van zijn ouders uit was gevlucht heeft eiser niet zelf gezien of gehoord, zo heeft hij verklaard. Voor zijn informatie hierover was hij afhankelijk van zijn buurman, die op enig moment bij het huis van eisers ouders is gaan kijken. Eiser heeft verklaard, zo volgt uit pagina’s 6 en 19 van het verslag van het nader gehoor, dat zijn buurman aan hem heeft verteld dat Al Shabaab zijn zus had meegenomen, zijn vader met een kolf van een geweer in zijn gezicht had geslagen, zodanig dat hij tanden is kwijtgeraakt en zijn schoolgenoot die in het huis ernaast woont, heeft vermoord. In zijn zienswijze heeft eiser naar voren gebracht dat hij aan zijn buurman heeft gevraagd meer te vertellen over wat er met zijn familie is gebeurd, maar dat zijn buurman heeft gezegd dat hij niet zoveel vragen moest stellen, omdat hij verdrietig zou worden van de antwoorden.
6.3.5.Hoewel eisers verklaringen over wat hij zelf van het incident heeft gezien en gehoord niet heel uitgebreid zijn, zijn deze op een aantal specifieke punten wel gedetailleerd. Het bestreden besluit geeft er onvoldoende blijk van dat verweerder acht heeft geslagen op deze details. Voorts is er in het bestreden besluit naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende rekening mee gehouden dat eiser niet zelf heeft gezien of gehoord hoe het incident is afgelopen en dat hij voor zijn informatie hierover afhankelijk was van zijn buurman. Eiser heeft tijdens het nader gehoor verteld wat hij van zijn buurman heeft vernomen en heeft voorts naar voren gebracht dat zijn buurman niet wilde ingaan op zijn vragen over de details van de afloop. Gelet hierop volgt de rechtbank eiser in zijn standpunt dat verweerder hem niet terecht tegenwerpt dat hij niet meer kan vertellen over de afloop van het incident.
6.4.1.Eiser heeft verder tijdens het nader gehoor verteld dat hij uit handen van Al Shabaab heeft kunnen blijven doordat hij het huis van zijn ouders via het raam aan de achterkant is ontvlucht en zich vervolgens heeft verscholen in het huis van zijn buurman. Tijdens het nader gehoor heeft hij een tekening gemaakt van de route die hij heeft afgelegd van het huis van zijn ouders naar het huis van zijn buurman.
6.4.2.Verweerder stelt dat niet geloofwaardig is dat eiser aan Al Shabaab is ontsnapt. Aan dit standpunt legt hij ten grondslag dat dit verhaal niet past in het beeld dat in de ambtsberichten wordt geschetst van de handelwijze van Al Shabaab.
6.4.3.Op de tekening van eiser is te zien dat Al Shabaab zich aan de voorkant van het huis van zijn ouders had opgesteld. Verder blijkt uit die tekening dat het huis van eisers buurman schuin achter het huis van zijn ouders ligt en dat aan de zijkant van het huis van zijn ouders een groepje bomen staat. Volgens eiser zorgen die bomen ervoor dat het zicht op de achterkant van het huis van zijn ouders en het huis van zijn buurman vanaf de plek waar Al Shabaab stond beperkt is.
6.4.4.In het bestreden besluit staat dat deze tekening niet duidelijk maakt hoe eiser aan Al Shabaab heeft kunnen ontsnappen. Deze enkele mededeling geeft er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende blijk van dat verweerder deze tekening van eiser en de daaruit voortvloeiende omstandigheden, als vermeld onder 6.4.3., bij zijn geloofwaardigheidsbeoordeling heeft betrokken. Dat had wel gemoeten. Bovendien heeft verweerder in het bestreden besluit niet uitgelegd welk beeld er in de ambtsberichten wordt geschetst van Al Shabaab en waarom eisers verhaal over zijn ontsnapping daar niet in zou passen.