Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2018 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 8 juni 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Eiser heeft ter onderbouwing van zijn aanvraag het volgende aangevoerd. Hij is in 1999 mishandeld door Albanezen met een bivakmuts op en zijn vrouw, moeder en zuster werden verkracht. Voorts heeft hij verklaard dat zijn geboorte in Kosovo niet geregistreerd staat en hij daardoor niet in het bezit kan komen van documenten. Hierdoor heeft hij geen toegang tot de medische zorg en heeft hij geen huis.
- de nationaliteit, identiteit en herkomst van eiser;
- de aanval door gemaskerde mannen vanwege zijn Roma-afkomst in 1999;
- de vrees om slecht behandeld te worden vanwege zijn Roma-afkomst.
3. Verweerder heeft in het bestreden besluit de elementen van het asielrelaas van eiser geloofwaardig geacht. Volgens verweerder is er geen grond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, Vw, omdat Kosovo in het algemeen een veilig land van herkomst is en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Kosovo ten aanzien van hem zijn verdragsverplichtingen niet nakomt, noch dat er, indien er zich problemen voordoen in Kosovo, voor hem geen mogelijkheid bestaat om tegen deze problemen de bescherming van de (hogere) autoriteiten van Kosovo in te roepen. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat Kosovo kan worden beschouwd als veilig land van herkomst.
Eiser voert aan dat Kosovo voor Roma niet kan worden beschouwd als veilig land van herkomst. Anders dan verweerder heeft geconcludeerd, blijkt uit het door verweerder aangehaalde rapport van de Europese Commissie over Kosovo van 10 november 2015 (SWD(2015) 215 final), dat de bescherming van minderheden, waartoe Roma behoren, in Kosovo aanzienlijk dient te worden verbeterd. Zij hebben in het algemeen te maken met slechte leefomstandigheden, sociale uitsluiting en frequente discriminatie, terwijl het voor hen moeilijk blijft om toegang tot de arbeidsmarkt te verkrijgen.
Ook uit het
Country Report on Human Rights Practicesuit 2015 blijkt dat Roma te maken hebben met wijdverbreide sociale en economische discriminatie. Zij hebben vaak geen toegang tot basishygiëne, gezondheidszorg en onderwijs. Zij zijn voor hun bestaan in hoge mate afhankelijk van humanitaire hulp.
Uit het rapport
Lost in Translation: The Forced Migration Circle of Roma, Ashkali and Balkan Egyptians from Kosovo van de Society of Threatend Peoplesuit november 2015 blijkt dat het voor Roma veel moeilijker is om aan betaald werk te komen, waardoor de werkloosheid in bepaalde gebieden volgens Kosovaarse autoriteiten zelfs oploopt tot (bijna) 100%. Het overgrote deel van de Roma is afhankelijk van het Kosovaarse socialezekerheidsstelsel, maar daarmee kan zelfs niet in de minimale kosten van hun bestaan worden voorzien.
Uit het rapport
The Wall of Anti-Gypsyism: Roma, Ashkali and Egyptians in Kosovovan
Civil Rights Defenders, gepubliceerd in november 2017, blijkt dat discriminatie tegen Roma in Kosovo niet of nauwelijks wordt geregistreerd vanwege de daarvoor gebruikte criteria en beslissingen in voorkomende gevallen van de openbaar aanklager en/of rechter. Gemiddeld 75% van de Romajongeren is werkloos en vele Roma kunnen geen beroep doen op het socialezekerheidsstelsel. Het blijft voor hen nog altijd zeer moeilijk om een adequate woning te vinden. Het Kosovaarse rechtssysteem is in algemene zin ineffectief, zeer traag en ondoorzichtig.
Verder stelt eiser dat de vraag of een land als veilig heeft te gelden niet afhankelijk kan worden gesteld van de vraag of non-gouvernementele organisaties (ngo’s) hulp kunnen bieden.
In aanvulling daarop heeft verweerder in het bestreden besluit erop gewezen dat de Kosovaarse autoriteiten worden bijgestaan door internationale organisaties, die mede toezien op de veiligheids- en mensenrechtensituatie in het land, te weten EULEX en de NAVO vredesmacht.
Daarnaast heeft verweerder verwezen naar diverse bronnen, zoals het
Country Report on Human Rights Practices 2015van het
US Department of Stateen het rapport van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (VN) van 29 juli 2016.
De omstandigheid dat sprake is van onder meer discriminatie, etnisch geweld en maatschappelijke problematiek, maakt volgens verweerder niet dat Kosovo niet als veilig land kan worden aangemerkt. Er zijn weliswaar problemen bij de behandeling van minderheden zoals Roma en er is verbetering nodig, maar uit de rapporten blijkt dat de autoriteiten de nodige moeite doen om de positie van de minderheden te verbeteren. Er zijn lokale actieplannen voor integratie van deze minderheden. Minderheden hebben toegang tot medische zorg en er is budget voor huisvesting van minderheden. Er wordt opgetreden tegen politiegeweld waarbij ook vervolging van politieagenten plaatsvindt die zich schuldig maken aan geweldpleging tegen minderheden. Minderheden worden in gerechtelijke procedures ondersteund. In Kosovo zijn nationale en internationale organisaties actief die zich bezig houden met mensenrechten. De Kosovaarse autoriteten werken mee en reageren in zekere mate positief op de bevindingen van deze organisaties. Het onafhankelijke
Ombudsman Institutionwordt in toenemende mate als effectief aangemerkt. De Kosovaarse wet- en regelgeving verbiedt discriminatie. Hoewel de autoriteiten deze wet- en regelgeving niet altijd effectief ten uitvoer brengen en sprake is van interetnisch geweld, is wel sprake van enige verbetering in die situatie. De autoriteiten doen verder de nodige moeite om werkgelegenheid te scheppen voor minderheden.
Uit de door verweerder aangehaalde bronnen blijkt dat er in Kosovo, hoewel dat land geen partij is bij het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (het Vluchtelingenverdrag) en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), wet- en regelgeving is die vervolging en behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM verbiedt, dat die wet- en regelgeving wordt toegepast en dat daadwerkelijk een systeem van rechtsmiddelen beschikbaar is, hetgeen voor Roma niet anders is.
Verweerder heeft met het hiervoor weergegeven standpunt deugdelijk gemotiveerd dat in Kosovo algemeen gezien en op duurzame wijze geen vervolging of behandeling in strijd met artikel 3 EVRM plaatsvindt als bedoeld in artikel 3.37f VV.
De beroepsgrond slaagt niet.
Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst eiser naar het rapport
Lost in Translation: The Forced Migration Circle of Roma, Ashkali and Balkan Egyptians from Kosovovan de
Society of Threatend Peoplesuit november 2015. Daarin staat dat het zonder geboorteakte vrijwel onmogelijk is om een identiteitsbewijs te verkrijgen, waardoor men geen of nauwelijks toegang heeft tot overheidsdiensten en feitelijk staatloos is.
Eiser verwijst verder naar het rapport
The Wall of Anti-Gypsyism: Roma, Ashkali and Egyptians in Kosovovan
Civil Rights Defenders, gepubliceerd in november 2017. Daarin staat dat in Kosovo een goed systeem om met terugkerende Kosovaren zonder officiële documenten om te gaan, ontbreekt.
Verweerder verwijst naar het hiervoor genoemde rapport van de Europese Commissie over Kosovo van november 2015, waarin onder meer het volgende staat (p. 27):
Progress has been made with regard to solving registration problems for children and the government extended its assistance tot he registration process to over 600 displaced Roma, Askhali and Egyptians currently in Montenegro. In the absence of identity documents, Kosovo has yet to produce reliable data on its Roma, Ashkali and Egyptian communities.
Country Report on Human Rights Practices 2015van het
US Department of State. Daaruit blijkt dat de UNHCR hulp verleent aan ongedocumenteerde Roma’s en dat er samenwerking tussen Kosovo en de Montenegrijnse overheid heeft plaatsgevonden om identiteitsdocumenten aan te vragen. In het rapport staat onder meer het volgende (p.18):.
Children who were born of parents displaced outside the country and entered with their readmitted parents often lacked documentation, including birth certificates, from their place of birth. Authorities acknowledged the problem but did not develop a systematic resolution. On June 24th, the Civil Registration Agency of the Ministry of Internal Affairs promoted free birth registration and late registration by removing the expiry date that that would have triggered fees or penalties for many registration services for Kosovo Roma, Kosovo Askhkali, and Kosovo Egyptians.
Country Report Human Rights Kosovo 2017en het rapport van de
Secretary-General van de United Nations Interim Administration Mission in Kosovovan de
Security Council van de United Nationsvan 1 mei 2018, waaruit ook blijkt dat de UNHCR hulp biedt bij het verkrijgen van documenten en met die hulp Roma er toch in zijn geslaagd om geboorteakten en paspoorten te verkrijgen.
Country Report Human Rights Kosovo 2017dat het
Civil Registration Agencyaan 924 terugkerende personen geboorteaktes, identiteitsdocumenten en/of paspoorten heeft verstrekt. De UNHCR blijft onder andere Roma ondersteunen en heeft 92 personen begeleid bij het verkrijgen van documenten. Dat uit de informatie niet precies blijkt aan hoeveel Roma alsnog documenten zijn verstrekt en of ook documenten zijn verstrekt aan Roma die terugkeren vanuit Nederland, zoals eiser heeft aangevoerd, maakt het voorgaande niet anders. Uit de informatie volgt dat het voor Roma in het algemeen mogelijk is om bij terugkeer naar Kosovo een geboorteakte te verkrijgen en zich te laten registreren.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.