ECLI:NL:RBDHA:2018:9049

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2018
Publicatiedatum
25 juli 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 12959
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na ongegrondverklaring beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2018 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling, aangeduid als verzoeker met V-nummer [V-nummer]. De zaak betreft een afwijzing van de aanvraag om uitstel van vertrek door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 14 juli 2017 is genomen. Het primaire besluit werd gevolgd door een bestreden besluit op 30 november 2017, waarin het bezwaar van de verzoeker ongegrond werd verklaard. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en tegelijkertijd een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.

De voorzieningenrechter is verzocht om te bepalen dat de uitzetting van de verzoeker achterwege blijft totdat er op het beroep is beslist. Echter, de rechtbank heeft in een andere procedure met zaaknummer AWB 17/16489, na behandeling ter zitting op 13 juni 2018, het beroep ongegrond verklaard. Hierdoor werd niet langer voldaan aan het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moest worden verklaard.

De voorzieningenrechter heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 17/12959
uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 juli 2018 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[eiser], verzoeker, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde mr. A.G. Kleijweg),
tegen

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Dijcks).

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) afgewezen.
Bij besluit van 30 november 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep te bepalen dat uitzetting achterwege blijft, totdat op het beroep is beslist.
2. De rechtbank heeft heden het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 17/16489 - na behandeling hiervan ter zitting op 13 juni 2018 - ongegrond verklaard, zodat niet langer wordt voldaan aan het in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde connexiteitsvereiste.
3. Het verzoek zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. De voorzieningenrechter acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. Kroon, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2018.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.