Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2018 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, V-nummer [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van haar identiteit heeft eiseres haar UNHCR-registratiekaart, haar doopcertificaat, een rapport van de vijfde klas van de elementary school en de identiteitskaart van haar ouders overgelegd. Ten aanzien van de UNHCR-registratiekaart heeft verweerder in het bestreden besluit terecht overwogen dat deze kaart is afgegeven op de eigen verklaring van eiseres en in zoverre onvoldoende is om de identiteit van eiseres aannemelijk te maken. In het verweerschrift heeft verweerder verder gesteld dat in het bestreden besluit reeds is gemotiveerd dat het doopcertificaat geen identificerende kenmerken bevat, op het schoolrapport, behalve een naam, geen verdere persoonsgegevens en foto’s zijn weergegeven en dat de identiteitskaarten van de gestelde vader en moeder van eiseres geen gegevens bevatten over eiseres zelf. Anders dan verweerder stelt is deze motivering echter niet in het bestreden besluit opgenomen. Gelet op de nieuwe gedragslijn is het bestreden besluit ten aanzien van de identiteit van eiseres dan ook onvoldoende gemotiveerd. Gelet op de gegeven motivering in het verweerschrift, die naar het oordeel van de rechtbank voldoende is, ziet de rechtbank echter aanleiding dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te passeren en het bestreden besluit in stand te laten.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002,-