ECLI:NL:RBDHA:2018:8290

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
C/09/540724 / FA RK 17-7624
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarige kinderen naar Ierland na mediation tussen ouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2018 een beschikking gegeven waarin aan de vader vervangende toestemming wordt verleend om met de minderjarige kinderen naar Ierland te verhuizen. De ouders hebben in mediation overeenstemming bereikt over de zorgregeling na de verhuizing, welke is vastgelegd in een ouderschapsplan. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en vastgesteld dat de kinderen zelf de wens hebben geuit om met de vader te verhuizen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd dat de verhuizing in het belang van de kinderen is en dat zij zich goed kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie. De rechtbank heeft ook de zorgen van de moeder over het contact met de kinderen in overweging genomen, maar is van mening dat moderne communicatiemiddelen voldoende mogelijkheden bieden voor contact. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om goed met elkaar te blijven communiceren over de kinderen en de gemaakte afspraken na te komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummers: FA RK 17-7624 (verdeling van de zorg- en opvoedingstaken) en
FA RK 17-8568 (verhuizing)
Zaaknummers: C/09/540724 (verdeling van de zorg- en opvoedingstaken) en
C/09/542724 (verhuizing)
Datum beschikking: 27 juni 2018

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en verhuizing

Beschikking op het op 10 oktober 2017 ingekomen (zelfstandig) verzoek van:

[de moeder, verzoekster]

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.H. Remmelink te Zoetermeer,
waarin als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader, belanghebbende] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. H.P.J. van der Eerden te 's-Gravenhage,
alsmede op het op 2 november 2017 ingekomen (aanvullend) verzoek van:

[de vader, verzoeker]

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. H.P.J. van der Eerden te ’s-Gravenhage,
waarin als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder, belanghebbende] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.H. Remmelink te Zoetermeer.

Procedure

Bij beschikking van 11 oktober 2017 (met rekest- en zaaknummer: FA RK 17-7624 en C/09/540724) van deze rechtbank is aan de vader vervangende toestemming verleend om met de minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , met vakantie te gaan naar Ierland. De beslissing op het zelfstandig verzoek van de moeder ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is aangehouden.
Bij beschikking van 9 november 2017 (met rekest- en zaaknummer: FA RK 17-7624 en C/09/540724) is de Raad voor de Kinderbescherming (hierna ook: de raad) verzocht een onderzoek te verrichten, alsmede de rechtbank te rapporteren en te adviseren en is een voorlopige beslissing genomen ten aanzien van de zorgregeling. Iedere verdere beslissing ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is pro forma aangehouden. De behandeling van het aanvullend verzoek van de vader tot verhuizing met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar Ierland (met rekest- en zaaknummer: FA RK 17-8568 en C/09/542724) is verwezen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
Bij beschikking van 13 februari 2018 van deze rechtbank (met rekest- en zaaknummer:
FA RK 17-8568 en C/09/542724) is de raad verzocht om het eerder gelaste onderzoek uit te breiden en te adviseren over de volgende vragen:
- is een verhuizing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] met de vader naar Ierland in hun belang?
- bij welke zorgregeling met de moeder zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] het meest gebaat, in het geval zij naar Ierland zouden verhuizen?
Iedere verdere beslissing ten aanzien van het verzoek tot vervangende toestemming tot verhuizing is pro forma aangehouden.
Bij beschikking van 15 februari 2018 van deze rechtbank (met rekest- en zaaknummer:
FA RK 17-7624 en C/09/540724) is de behandeling van het zelfstandige verzoek van de moeder ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken verwezen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
- het F9-formulier van 16 februari 2018 van de zijde van de man;
- het rapport en advies van de Raad voor de Kinderbescherming te ’s-Gravenhage d.d. 29 maart 2018, kenmerk [nummer rapport RvdK] ;
- het F9-formulier van 18 april 2018 van de zijde van de man;
- de brief van 26 april 2018 van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 28 mei 2018, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 28 mei 2018, met bijlagen, van de zijde van de vrouw.
Op 30 mei 2018 heeft ter terechtzitting van deze rechtbank een
gecombineerde behandelingvan de zaken met de rekestnummers FA RK 17-7624 en FA RK 17-8568 plaatsgevonden. In onderhavige beschikking zal op beide zaken worden beslist.
Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de man met zijn advocaat;
- de vrouw met mr. N.M. Zeeman, kantoorgenote van haar advocaat;
- [medewerker RvdK] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Van de zijde van de man zijn ter zitting nadere stukken overgelegd.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikkingen is overwogen en beslist, voor zover in het navolgende niet anders zal worden overwogen en beslist.
Vanwege proceseconomische redenen zal de rechtbank eerst het verzoek van de vader om vervangende toestemming voor de verhuizing met de kinderen naar Ierland beoordelen.
Verhuizing
Advies van de raad
De raad is van mening dat een verhuizing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] met hun vader naar Ierland in hun belang is en adviseert de door de vader verzochte vervangende toestemming te verlenen.
De raad stelt vast dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zelf een duidelijke voorkeur uitspreken om met de vader te verhuizen naar Ierland. De raad beschouwt dit als een bestendige en authentieke wens. De raad verwacht dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de schoolwisseling die met de verhuizing gepaard gaat, aankunnen. De kinderen ontwikkelen zich op cognitief niveau naar behoren en zien de schoolwisseling zelf wel zitten. De raad geeft aan dat [minderjarige 2] wel een training nodig heeft om zijn sociale vaardigheden te versterken.
Voor wat betreft het contact tussen de moeder en de kinderen heeft de raad wel zorgen, mede omdat de ouders – ondanks langdurige inzet van hulpprogramma’s zoals Ouderschap Blijft – niet in staat zijn gebleken om zonder hulp op een constructieve manier met elkaar te communiceren. Daarnaast is het contact tussen de moeder en de kinderen wel verbeterd, maar verloopt dit in de beleving van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] soms stroef. De raad adviseert de moeder om bijvoorbeeld het programma Tripple P (opnieuw) te volgen om beter te kunnen omgaan met het gedrag van pubers.
De raad heeft ten slotte een inhoudelijk voorstel gedaan voor een zorgregeling, en adviseert de ouders met elkaar in mediation gaan om nadere afspraken met elkaar te maken over de manier waarop de kinderen contact onderhouden met hun moeder en om te bepalen hoe zij met elkaar gaan communiceren over de kinderen.
Beoordeling
Het komt in deze zaak aan op een belangenafweging, waarbij de rechtbank het belang van de kinderen voorop stelt. Uit vaste jurisprudentie (HR 25 april 2008, LJN:BC5901) volgt echter dat het belang van de kinderen niet altijd zwaarder weegt dan andere belangen. Bij de beoordeling dient de rechtbank dan ook alle omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen en tegen elkaar af te wegen.
De rechtbank stelt vast dat de vader in overwegende mate voor de kinderen zorgt. Dat de kinderen het hoofdverblijf bij de vader zullen behouden, of zij nu naar Ierland verhuizen of niet, is geen discussiepunt tussen de ouders. De zorgen die de moeder eerder in deze procedure heeft geuit over de opvoedsituatie bij de vader, worden door de raad niet onderschreven.
Uit het raadsonderzoek is naar voren gekomen dat de kinderen zelf de nadrukkelijke wens hebben om met de vader (en zijn nieuwe partner) te verhuizen naar Ierland en dat de verhuizing ook in hun belang is. De kinderen zien de verhuizing als een nieuwe start, die hen bovendien de mogelijkheid biedt om zich verder te ontwikkelen op het gebied van sport. Dit geldt met name voor [minderjarige 1] . De raad heeft op basis van de gesprekken met de kinderen vastgesteld dat de wens van de kinderen bestendig en authentiek is. De rechtbank gaat om die reden voorbij aan de stelling van de moeder dat de wens van de kinderen niet serieus kan worden genomen, omdat de vader de kinderen onder druk zou hebben gezet en hen zou hebben gemanipuleerd bij het vormen van hun mening.
De rechtbank onderkent het belang van de vader om zijn leven opnieuw in te richten door met zijn nieuwe partner in Ierland te gaan wonen en daar met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] een bestaan op te bouwen. De vader komt oorspronkelijk uit Ierland en heeft sinds anderhalf jaar een bestendige relatie met [nieuwe partner man] , die evenzeer uit Ierland afkomstig is. Daarnaast bevindt de familie van vader zich voornamelijk in Ierland. De partner van de vader woont en werkt in Ierland, en heeft momenteel verlof opgenomen om de kinderen in Nederland te helpen met hun Engelse taalvaardigheid en de vader te ondersteunen bij de voorbereidingen voor de (voorgenomen) verhuizing. De vader heeft vermoedelijk werk gevonden in Ierland binnen de familiekring en heeft aldaar een sociaal netwerk waarop hij kan terugvallen.
De vader heeft met de kinderen al een school bezocht waar zij in het nieuwe schooljaar kunnen starten. Deze school besteedt aandacht aan het probleem van dyslexie (waar beide kinderen mee te maken hebben), bijvoorbeeld door voor het maken van toetsen extra tijd te geven. Ter zitting heeft de vader toegelicht dat hij via zijn partner contact heeft gelegd met een kinderpsychotherapeut in Ierland bij wie [minderjarige 2] speltherapie zou kunnen gaan volgen. De rechtbank onderschrijft het advies van de raad dat dergelijke hulpverlening voor [minderjarige 2] nodig is en gaat ervan uit dat deze hulpverlening voor [minderjarige 2] daadwerkelijk in gang wordt gezet. Hiermee wordt in voldoende mate tegemoet gekomen aan de zorgen die de raad heeft geconstateerd over de gebrekkige sociale vaardigheden van [minderjarige 2] , die een belemmering zouden kunnen vormen in het aangaan van nieuwe vriendschappen met leeftijdsgenootjes.
De verhuizing zal vanzelfsprekend een grote impact hebben op het contact tussen de moeder en de kinderen, omdat zij niet meer – zoals nu – dichtbij elkaar wonen. De rechtbank volgt de moeder echter niet in haar betoog dat het contact zodanig onder druk zal komen te staan dat er een gegronde vrees bestaat voor ouderverstoting. Zoals de raad ter zitting ook al heeft aangegeven kan het gebruik van moderne sociale media bijdragen aan een frequent laagdrempelig contact tussen de moeder en de kinderen. De rechtbank is van oordeel dat de continuïteit van het contact tussen de moeder en de kinderen door de hierna te bespreken zorgregeling en de mogelijkheden van moderne communicatiemiddelen voldoende is gewaarborgd. De vader dient zich wel te realiseren dat op hem een grote verantwoordelijkheid rust om de kinderen in dit contact te stimuleren, zeker nu het gaat om kinderen in de puberleeftijd en de moeder zelf niet meer de mogelijkheid zal hebben om de kinderen op te zoeken bij het beoefenen van hun sport of bij vergelijkbare gelegenheden.
Alles afwegende komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat het verzoek van de vader om vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen naar Ierland te verhuizen, moet worden toegewezen.
De rechtbank complimenteert de ouders dat zij, hoewel zij geen onderlinge overeenstemming hebben bereikt over de verhuizing zelf, er wel in zijn geslaagd om in mediation afspraken te maken over de gevolgen van de verhuizing. Deze afspraken zijn neergelegd in het Ouderschapsplan Ierland (hierna: het ouderschapsplan). In het ouderschapsplan is onder meer opgenomen dat de kinderen in de zomervakantie vier weken zullen doorbrengen bij de moeder, alsmede (een deel van) de voorjaarsvakantie, de vakantie in april en de kerstvakantie.
Het is voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van wezenlijk belang dat zij ook na de verhuizing met hun moeder een goede band kunnen blijven houden, waarvoor een goede communicatie tussen de ouders essentieel is. De ouders zullen zich dan ook beiden moeten blijven inspannen om na de verhuizing met elkaar te communiceren over de kinderen en de gemaakte afspraken na te komen. In dit verband wijst de rechtbank erop dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen zullen blijven uitoefenen en dat op de vader de verplichting rust om de moeder tijdig en volledig te informeren over belangrijke zaken in het leven van de kinderen. Ook hierover zijn concrete afspraken gemaakt in het ouderschapsplan, waar de ouders aan zijn gehouden.
Ook verwacht de rechtbank dat de vader zijn toezegging ter zitting na zal komen, namelijk dat hij de kosten van de tickets van de kinderen zal voldoen wanneer zij volgens de afgesproken regeling naar de moeder in Nederland gaan.
De rechtbank wil de moeder nog meegeven dat de raad ter zitting heeft benadrukt dat het voor de kinderen ontzettend belangrijk is dat – ondanks haar eigen gevoelens bij het vertrek van de kinderen naar Ierland – de moeder hen steunt bij het komende afscheid.
Zorgregeling
Nu de toestemming voor de verhuizing zal worden verleend en de ouders afspraken over de verdeling van de zorg en opvoedingstaken hebben vastgelegd in het ouderschapsplan, heeft de moeder naar het oordeel van de rechtbank geen belang meer bij haar oorspronkelijke verzoeken ten aanzien van de (aanpassing van de) zorgregeling. Van de ouders wordt verwacht dat zij de in het ouderschapsplan onderling afgesproken zorg- en contactregeling nakomen.

Beslissing

De rechtbank:
*
verleent toestemming aan de vader – welke toestemming die van de moeder vervangt – om met ingang van 1 augustus 2018 met de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
naar Ierland te verhuizen;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M. van Paridon, J. Visser en I. Zetstra, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Veelenturf-Beukhof als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2018.