ECLI:NL:RBDHA:2018:8272
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en de verantwoordelijkheidsverdeling onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een minderjarige, had verzocht om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar haar aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar asielverzoek. Eiseres stelde dat Nederland op grond van artikel 8 van de Dublinverordening verantwoordelijk was, omdat zij minderjarig zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat informatie uit Italië, waar eiseres als meerderjarige geregistreerd stond, voldoende was om haar als meerderjarige te beschouwen. De rechtbank verwierp ook het beroep op de humanitaire clausule, omdat de gestelde afhankelijkheid van haar zus in Nederland niet was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd digitaal ondertekend en bekendgemaakt, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.