ECLI:NL:RBDHA:2018:8268

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
18.8592 18.8594
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvragen van Tunesische eisers als kennelijk ongegrond op basis van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2018 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee Tunesische eisers. De aanvragen werden afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de aanvragen als kennelijk ongegrond bestempelde. De eisers waren afkomstig uit Tunesië, dat door de autoriteiten werd aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat Tunesië in hun specifieke geval niet als veilig kon worden beschouwd. Ze voerden aan dat het Tunesische rechtssysteem gebreken vertoonde en onderbouwden dit met nieuwsberichten en rapporten over corruptie en de positie van vrouwen in Tunesië. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze algemene informatie niet voldoende was om van het uitgangspunt van een veilig land van herkomst af te wijken.

De zitting vond plaats in Middelburg, waar de eisers en hun gemachtigde niet verschenen, terwijl de Staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. De rechtbank deed onmiddellijk uitspraak na de zitting en verklaarde de beroepen ongegrond. De rechtbank concludeerde dat de eisers hadden moeten proberen bescherming te vragen van de Tunesische autoriteiten, wat zij niet hadden gedaan. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd digitaal ondertekend en bekendgemaakt, met de mogelijkheid voor de eisers om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL18.8592 en NL18.8594
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam] , eiser,

[naam1], eiseres,
hierna gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigde: mr. J.C. van Zundert),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij twee afzonderlijke besluiten van 2 mei 2018 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Bij deze besluiten is tevens aan eisers aangezegd het Nederlandse grondgebied onmiddellijk te verlaten en is aan hen een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken met nummers NL18.8593 en NL18.8595, plaatsgevonden op 24 mei 2018. Eisers en hun gemachtigde zijn met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk op 24 mei 2018 ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Overwegingen

1. Bij de bestreden besluiten heeft verweerder de asielaanvragen afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat eisers afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst.
2. Eisers voeren aan dat Tunesië in hun geval niet kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst. Daarbij beroepen zij zich op de stelling dat het Tunesische rechtssysteem gebreken kent. Ter onderbouwing daarvan wijzen eisers op een nieuwsbericht over een geval van eerwraak in een voorstad van Tunis in 2014, een nieuwsartikel over de beslissing van het Europees Parlement om Tunesië op een zwarte lijst te zetten van landen waarin veel geld wordt witgewassen, en op een fragment uit het rapport over Tunesië van
Freedom Housewaarin wordt ingegaan op heersende corruptie en uitblijvende aandacht voor de positie van de vrouw.
3. Niet in geschil is dat Tunesië terecht in algemene zin als veilig land van herkomst is aangemerkt. Naar het oordeel van de rechtbank hebben eisers de stelling dat in hun geval van dat uitgangspunt moet worden afgeweken, niet aannemelijk gemaakt. Daartoe is redengevend dat eisers met een beroep op algemene landeninformatie niet aannemelijk kunnen maken dat Tunesië voor hen persoonlijk en in afwijking van het uitgangspunt niet als veilig land van herkomst kan gelden. Verweerder heeft om die reden ook terecht overwogen dat van eisers kon worden verwacht om bescherming te vragen van de Tunesische autoriteiten en terecht aan eisers tegengeworpen dat zij dat hebben nagelaten.
4. De beroepen zijn ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, op 24 mei 2018.
Het proces-verbaal is digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.