ECLI:NL:RBDHA:2018:8257
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Colombiaanse lesbische stellen op grond van ongeloofwaardigheid
In deze zaak hebben twee Colombiaanse vrouwen, eiseres 1 en eiseres 2, asiel aangevraagd in Nederland na een reeks bedreigingen en geweldsincidenten door een man genaamd [naam2]. Eiseressen zijn op 15 november 2017 Nederland binnengekomen en hebben op 11 december 2017 asiel aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hun aanvragen op 19 april 2018 afgewezen, met als argument dat hun relaas op verschillende punten ongeloofwaardig was. Tijdens de zitting op 17 mei 2018 hebben eiseressen hun standpunten toegelicht, bijgestaan door hun gemachtigden en een tolk. De rechtbank heeft de argumenten van eiseressen, waaronder de moord op de neef van eiseres 1, [naam3], en de redenen voor hun vertrek uit Colombia, beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geoordeeld dat het asielrelaas grotendeels ongeloofwaardig is. De rechtbank wijst erop dat de individuele verklaringen van eiseressen de basis vormen voor de beoordeling van hun asielaanvragen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is digitaal ondertekend op 12 juli 2018. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.