ECLI:NL:RBDHA:2018:8216

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
18.10103
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Tunesische nationaliteit op grond van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser had op 17 mei 2018 een asielaanvraag ingediend, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 mei 2018 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de eiser afkomstig was uit Tunesië, dat door de Nederlandse autoriteiten wordt aangemerkt als een veilig land van herkomst.

De rechtbank overwoog dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij in Tunesië problemen ondervond die asielrechtelijke bescherming rechtvaardigden. De eiser had verklaard dat hij meer dan vier jaar in verschillende EU-lidstaten had verbleven zonder asiel aan te vragen, wat niet wijst op een noodzaak voor bescherming. Bovendien had hij geen documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn claims over arrestaties en detentie in Tunesië. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de eiser ongeloofwaardig waren en dat hij niet had aangetoond dat hij blijvende problemen met de Tunesische autoriteiten had.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier A.S. Hamans. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.10103
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

(gemachtigde: mr. M.C. Heijnneman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.H.M. Maas).

ProcesverloopBij besluit van 28 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak met nummer NL18.10104, plaatsgevonden op 3 juli 2018. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Tunesische nationaliteit. Zijn asielaanvraag van 17 mei 2018 is afgewezen als kennelijk ongegrond omdat eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst.
2. Verweerder heeft terecht in aanmerking genomen dat eiser volgens zijn verklaringen tijdens het aanmeldgehoor al meer dan vier jaar in verschillende EU-lidstaten heeft verbleven zonder ergens asiel te vragen, hetgeen niet wijst op de noodzaak van asielrechtelijke bescherming. Ook heeft eiser verklaard economische motieven te hebben voor zijn vertrek uit Tunesië.
3. Verder heeft verweerder vastgesteld dat eiser zijn verklaringen over ondervonden problemen in Tunesië met geen enkel document heeft gestaafd, terwijl dat wel in de rede had gelegen. Het betreft immers verklaringen over arrestaties, detentie, strafvervolging en medische behandeling. Eiser heeft geen enkele moeite ondernomen om hiervan alsnog documenten te laten overkomen. De stelling dat dit wordt verhinderd door de Tunesische overheid is door hem niet onderbouwd.
4. Daarnaast heeft verweerder tegengeworpen dat eiser ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd over de aanleiding voor zijn problemen en de daaropvolgende gebeurtenissen. De desbetreffende tegenwerpingen zijn door eiser niet weerlegd. De enkele gestelde omstandigheid dat eiser afkomstig is uit de wijk Wardaya in Tunis, is daarbij onvoldoende om aan te nemen dat eiser blijvend problemen heeft met de Tunesische autoriteiten. Met de verwijzing naar de algemene situatie in Tunesië heeft eiser zijn verklaringen niet alsnog aannemelijk gemaakt. Gelet hierop heeft eiser evenmin aannemelijk gemaakt dat Tunesië voor hem niet kan gelden als veilig land van herkomst.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, op 3 juli 2018.
Dit proces-verbaal is digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.