ECLI:NL:RBDHA:2018:8204
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake asielaanvraag en verantwoordelijkheid Slovenië
In deze zaak heeft de eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 30 mei 2018, waarbij zijn asielaanvraag werd afgewezen. De zitting vond plaats op 29 juni 2018 in Middelburg, waar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat de eiser op 3 april 2018 een asielaanvraag heeft ingediend, maar dat hij eerder op 12 februari 2018 al een asielverzoek had gedaan in Slovenië. Nederland heeft Slovenië gevraagd om de eiser terug te nemen, en Slovenië heeft hiermee ingestemd. De rechtbank concludeert dat Slovenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van de eiser.
De rechtbank wijst de stelling van de eiser dat hij gedwongen werd om vingerafdrukken af te staan van de hand, omdat dit niet afdoet aan de verantwoordelijkheid van Slovenië. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen mogelijkheid heeft om te klagen over de behandeling van zijn asielprocedure in Slovenië. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om de behandeling van de asielaanvraag door Nederland te laten plaatsvinden. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.