I. Woning [adres 2]
te bepalen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat:
de woning aan de vrouw wordt toebedeeld tegen de waarde van € 960.000, dan wel voor de waarde waartegen deze zal worden getaxeerd, onder de opschortende voorwaarde dat de vrouw binnen 3 maanden na verkoop en levering van de woning aan de [adres 1] erin slaagt de hiertoe benodigde financiering te verkrijgen en dat de man zal worden ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de hypothecaire geldleningen op deze woning, waarbij tevens wordt bepaald dat de verkoopopbrengst verminderd met de hypotheek (€ 823.000), de verkoopkosten en de leningen verstrekt door de vennootschappen van de vrouw ten behoeve van de verbouwing en de inboedel (€ 54.568,97 afkomstig uit [B.V. II] en € 78.402,48 afkomstig uit [B.V. I] ), wordt verdeeld, in die zin dat de vrouw recht heeft op 73% en de man op 27% van de opbrengst.
A. Hierbij geldt dat de door de vrouw gedane aflossingen op de hypothecaire geldlening gedaan na de peildatum van 1 juni 2015 bij voorrang alleen aan haar toekomen, voordat partijen bovengenoemde opbrengst delen. Bij overname van de woning door de vrouw, zal zij de gebruikelijke kosten voor de koper voor haar rekening nemen. De overige kosten vallen onder genoemde verkoopkosten.
B. Indien sprake is van een onderwaarde zal deze conform de gemaakte afspraken in de samenlevingsvoorwaarden bij helfte tussen partijen worden gedragen, waarbij de hoogte van de openstaande hypotheeksom per peildatum 1 juni 2015 zal worden betrokken (de door de vrouw gedane aflossingen op de hypothecaire geldlening na de peildatum van 1 juni 2015 zullen dan ook aan de vrouw toekomen).
C. Indien de vrouw niet in staat zal zijn binnen 3 maanden na verkoop en levering van de woning aan de [adres 1] de benodigde financiering ter overname van de woning aan de [adres 2] te verkrijgen, dan wel de man niet kan worden ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de hypothecaire schuld, te bepalen dat
1. de woning zal worden verkocht aan een derde;
2. partijen uiterlijk binnen 1 (één) week nadat de woning aan de [adres 1] is verkocht en geleverd en de vrouw geen bewijs heeft verstrekt dat zij de woning aan de [adres 2] kan financieren, gezamenlijk makelaar [de makelaar] te Den Haag, opdracht zullen geven tot de verkoop van de woning;
3. indien partijen niet binnen 2 (twee) weken na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt;
4. indien de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper;
5. iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris in geval van overdracht van de woning aan de vrouw, en de overige gebruikelijke kosten ter zake van de verkoop en levering aan derden te dragen;
6. de hypothecaire geldleningen bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zullen worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
7. de verkoopopbrengst verminderd met de hypotheek (per peildatum 1 juni 2015), de verkoopkosten alsmede de leningen aan de vennootschappen van de vrouw, wordt verdeeld, in de zin dat de vrouw recht heeft op 73% en de man op 27% van de opbrengst. Hierbij geldt dat de door de vrouw gedane aflossingen op de hypothecaire geldlening gedaan na de peildatum van 1 juni 2015 bij voorrang alleen aan haar toekomen, voordat partijen voornoemde opbrengst delen.
8. de man de uiteindelijke koopovereenkomst met betrekking tot voornoemde woning dient te ondertekenen, bij gebreke waarvan de in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van de benodigde handtekening van de man;
9. de man zijn medewerking dient te verlenen aan de levering van voornoemde woning aan derden, bij gebreke waarvan de in deze te wijzen vonnis in de plaats zal treden van de benodigde handtekening van de man onder de notariële leveringsakte.
II. Woning [adres 1]
te bepalen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat:
A. de woning zal worden verkocht aan een derde;
B. partijen uiterlijk binnen 1 (één) week na bekendwording van het te dezen te wijzen vonnis, gezamenlijk makelaar [de makelaar] te Den Haag, opdracht zullen geven tot de verkoop van de woning over te gaan,
C. indien partijen niet binnen 2 (twee) weken na de opdrachtverlening er in slagen om
gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt,
D. indien de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper,
E. iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, en de overige gebruikelijke kosten terzake van de verkoop en levering aan derden te dragen.
F. de hypothecaire geldleningen bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zullen worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
G. de verkoopopbrengst verminderd met de hypotheek en de verkoopkosten bij helfte wordt gedeeld, waarbij geldt dat aan de vrouw bij voorrang een bedrag van
€ 14.500,00 toekomt, alsmede een bedrag van € 3.385,69, uit hoofde van kosten aanbouw garage en aanleg airconditioning, € 242 ten behoeve van de taxatiekosten, € 134,12 ten behoeve van de waterschapsbelasting en € 651,80 van de borg, voordat partijen bovengenoemde opbrengst bij helfte delen.
H. de man de uiteindelijke koopovereenkomst met betrekking tot voornoemde woning dient te ondertekenen, bij gebreke waarvan het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van de benodigde handtekening van de man;
I. de man zijn medewerking dient te verlenen aan de levering van voornoemde woning aan derden, bij gebreke waarvan het in deze te wijzen vonnis in de plaats zal treden van de benodigde handtekening van de man onder de notariële leveringsakte.