Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de Meervoudige Kamer
4 juni 2018 (II) ingekomen verzoeken van:
[de vrouw]
[pleegouders 1] ,
[pleegouders 2] ,
[pleegmoeder] ,
De verzoeken en het procesverloop
Feiten
Standpunten partijen
Tussen met name [minderjarige 1] en haar grootouders is goed contact. Er was eerder sprake van dat [minderjarige 1] bij hen geplaatst zou kunnen worden na de observatieperiode. De moeder gaat echter niet akkoord met deze plaatsing en volgens de Deense regelgeving kan zij een plaatsing blokkeren, zo heeft de gemeente [stad 3] meegedeeld.
Voor wat betreft het terugkeerplan merken zij op dat [minderjarige 1] nare ervaringen heeft met ’s nachts reizen door de wijze waarop zij met haar moeder is gevlucht vanuit [woonplaats] naar Nederland. De pleegouders zijn bereid zelf gedurende de dag met [minderjarige 1] af te reizen naar [woonplaats] om de overdracht voor haar prettiger te maken wanneer beslist wordt dat [minderjarige 1] naar [woonplaats] terugmoet.
Beoordeling
Uit het verslag van de gedragswetenschapper drs. Lengkeek (26 juni 2018) volgt dat er tussen de moeder en de kinderen een affectieve band zichtbaar is.
Voorts staat vast dat de familie van de kinderen in [woonplaats] woonachtig is.