ECLI:NL:RBDHA:2018:7926

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juni 2018
Publicatiedatum
4 juli 2018
Zaaknummer
NL18.3086 en NL18.3088
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Turkse eisers met sympathieën voor Gülen en afwijzing door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak hebben twee Turkse eisers, geboren in 1986, een asielaanvraag ingediend in Nederland, waarbij zij verklaarden sympathieën te hebben voor het gedachtegoed van Fethullah Gülen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hun aanvragen voor een verblijfsvergunning afgewezen op basis van de Vreemdelingenwet, met als argument dat de eisers niet als aanhangers van Gülen konden worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 juni 2018, waarbij de eisers bijgestaan werden door hun gemachtigde, A.W. Eikelboom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers voldoen aan verschillende criteria die door de Turkse overheid worden gehanteerd om iemand als Gülen-aanhanger te bestempelen, zoals het gebruik van de app Bylock en het hebben van een bankrekening bij Asya Bank. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de eisers niet als aanhangers van Gülen worden gezien. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eisers, vastgesteld op € 1503.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: NL18.3086 en NL18.3088
[persoonsnummers]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 7 juni 2018 in de zaken tussen

[de persoon 1] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1986, eiser
en
[de persoon 2],
geboren op [geboortedatum 2] 1986, eiseres
mede namens haar minderjarige kinderen [kind 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2013 en [kind 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2016,
allen van Turkse nationaliteit, eisers
(gemachtigde A.W. Eikelboom),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 22 januari 2018 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers van 20 oktober 2016 tot verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 afgewezen. Op 13 februari 2018 heeft de rechtbank de beroepschriften van eisers ontvangen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2018. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. Ook was ter zitting aanwezig M.A.A. Priem, als tolk in de Turkse taal. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Asielrelaas
1. Eisers hebben het volgende asielrelaas aan hun aanvraag ten grondslag gelegd. Eiser is sinds 2006 werkzaam geweest bij de politie. Zijn laatste functie was bij de [afdeling] in Ankara. Op 24 juni 2016 heeft eiser te horen gekregen dat hij zou worden overgeplaatst naar [plaats] . Eiser vatte dit op als ballingschap. Na de couppoging van 15 juli 2016 zijn collega’s en leidinggevenden van eiser gearresteerd en is de voormalige werkplek van eiser gebombardeerd. Eiser vreest dat ook hij van betrokkenheid bij de couppoging wordt verdacht. Eisers vrezen dat zij worden aangemerkt als Gülenisten en daarom zullen worden vervolgd en blootgesteld aan een behandeling in strijd met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Standpunt verweerder
2. Verweerder heeft de volgende relevante elementen aangemerkt:
identiteit, nationaliteit en herkomst;
religie;
werkzaamheden van eiser;
toegedichte betrokkenheid bij couppoging van 15 juli 2016;
toegedichte aanhangers van Fethullah Gülen.
3. Verweerder heeft de aanvragen van eisers afgewezen op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000. Uit de voornemens, die zijn ingelast in de bestreden besluiten, blijkt dat verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst, de religie van eisers en de werkzaamheden van eiser geloofwaardig acht. Verweerder acht echter de toegedichte betrokkenheid van eiser bij de couppoging het feit dat eisers worden gezien als aanhangers van Gülen ongeloofwaardig. Niet is gebleken dat eiser zelf in de negatieve aandacht van de Turkse autoriteiten is komen te staan. Eiser heeft na de coup nog zo’n tweeënhalve maand gewerkt voor de Turkse autoriteiten, zonder noemenswaardige problemen. Verder hebben eisers legaal kunnen uitreizen en heeft eiser in oktober 2016 nog een nieuwe identiteitskaart aangevraagd en gekregen. Ook hieruit blijkt niet dat eiser in de negatieve belangstelling stond van de Turkse autoriteiten. Eiser heeft vaag verklaard over dat personen naar hem zouden hebben geïnformeerd. Wat betreft de stelling dat eisers als Gülenisten worden aangemerkt heeft verweerder opgemerkt dat eisers geen actieve aanhangers van Gülen zijn. Dat eiser heeft verklaard wel sympathieën te hebben voor deze beweging maakt nog niet dat hij hierdoor ook te vrezen heeft voor de Turkse autoriteiten. Niet is gebleken dat personen binnen de autoriteiten op de hoogte zijn van zijn sympathieën. Eisers hebben dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zij te vrezen hebben voor vervolging of een risico lopen op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM.
Standpunt eisers
4. In beroep hebben eisers zich op het standpunt gesteld dat verweerder hun aanvragen ten onrechte heeft afgewezen. Volgens eisers worden zij wel degelijk gezien als Gülenisten. Zij gebruiken namelijk de app ‘Bylock’, de bank ‘Bank Asya’, ze lazen de krant ‘Zaman’ en ze lazen boeken van Gülen. Daarbij heeft eiseres zich in het openbaar geuit als aanhangster van Gülen. De overplaatsing van eiser naar [plaats] was dan ook een maatregel in verband met zijn sympathie voor de Gülenbeweging. De overplaatsing was weliswaar normaal en ingezet vóór de couppoging, maar in geval van zwangerschap (eiseres was toen zwanger) zou normaal gesproken de overplaatsing niet door zijn gegaan. In het geval van eiser is het verzoek om de overplaatsing te annuleren geweigerd, vanwege zijn sympathie voor de Gülenbeweging.
Verweerschrift
5. In het verweerschrift heeft verweerder aangevoerd dat eisers in de gehoren hebben verklaard geen aanhanger te zijn van Gülen. Zij hebben slechts verklaard dat zij zijn ideeën hoogachten. Dit is onvoldoende om als aanhanger aangemerkt te worden. Verder is niet gebleken dat eisers in de negatieve belangstelling staan. De overplaatsing van eiser naar [plaats] is de normale gang van zaken. Dat zijn verzoek tot annulering niet is ingewilligd terwijl dit normaal gesproken wel zou zijn gebeurd, is een aanname van eiser. Verder wijst verweerder erop dat eisers na de couppoging geen problemen hebben ondervonden.
Oordeel rechtbank
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ontoereikend heeft gemotiveerd dat eisers niet als Gülen-aanhangers kunnen worden gekwalificeerd. De rechtbank acht daartoe het volgende van belang.
6.1.
In het nader gehoor heeft eiser het volgende verklaard:

Vraag: Bent u een Gülen-aanhanger?
Antwoord: Ik kan niet direct zeggen dat ik een sympathisant ben van de Gülen-beweging maar dat hangt een beetje van de definitie af. Het is wel zo dat ik zijn ideeën hoog acht en belangrijk vind. Ik volg tevens alles wat er gebeurt rondom zijn persoon. Wat ik verder nog wil zeggen, is dat groeperingen zoals IS en Al Qaida een beeld van de islam geven alsof zij gewelddadig is of dat je te maken hebt met jihad-strijders. Daar ben ik het niet mee eens en de ideologie van Gülen is dat de islam een religie van vrede is. Dat vind ik een hele mooie gedachte waar ik het ook zelf mee eens ben. Als Gülen op de een of andere manier betrokken is bij deze couppoging, dan vind ik ook dat de verantwoordelijke daarvoor gestraft moet worden. Het recht moet gelden.
Vraag: Uitte u uw sympathie voor Gülen openlijk in Turkije?
Antwoord: In gesprekken die ik heb, zeg ik vaak dat het met het beeld van de islam zoals dat bepaald wordt door IS en andere jihadistische groeperingen absoluut niet eens ben. Maar dat ik een vreedzame islam voorsta zoals Gülen dat predikt. Dat laat ik ook zeker merken in mijn gesprekken.
Vraag: Waren personen buiten uw vriendenkring en familie op de hoogte van uw sympathie voor het gedachtengoed van Gülen?
Antwoord: Nee. Onbekenden bedoelt u? nee, die zijn niet op de hoogte van wat ik doe. Ik ben geen prediker ofzo.” [1]
6.2.
In haar nader gehoor heeft eiseres het volgende verklaard:
“Vraag: Bent u een Gülen-aanhanger?
Antwoord: Wij zitten niet echt in de beweging van Gülen. Je hoort wel over hem en je zietdingen die in zijn naam gedaan worden. En scholen die in zijn naam opgericht worden. En Turkse taal olympiades. Wat je zo hoort en ziet dat zijn wel mooie gedachten. Het geeft aan dat de islam iets anders kan zijn dan de godsdienst die de terreur propagandeert. Je hoort van vrienden die hun kinderen naar die scholen sturen. Wij hebben er wel sympathie voor. Maar als hij, zoals ze zeggen, een slecht persoon is, breng hem dan naar het gerecht. Maar op dit moment is er geen rechtvaardigheid in Turkije.
Vraag: U geeft aan dat u wel sympathie heeft voor het gedachtegoed van Gülen. Beschouwt u zichzelf als een aanhanger van Gülen?
Antwoord: Ik persoonlijk niet zo erg. Ik ontplooide niet allerlei activiteiten. Ik las wel zijnboeken, ik koester wel sympathie voor zijn mening. Ik had ook vrienden die dezelfde mening hadden. Het is bekend dat ik daar sympathie voor heb. Je wordt dan aangewezen als: jij bent ook iemand die aan het theater van 15 juli heeft deelgenomen. Je zou eigenlijk alle mogelijke boeken moeten kunnen lezen. Ik lees onder andere zijn boeken. Ik vind dat hij goede dingen zegt. Je moet altijd openstaan voor alle soorten religies. Mensen moeten elkaar helpen. Je moet tolerant zijn tegenover elkaar. Dat probeer ik in de praktijk te brengen. Maar alleen omdat je dat goede dingen vindt, is tegenwoordig in Turkije een delict.
Vraag: U geeft aan dat het bekend is dat u sympathie voor Gülen heeft. Waaruit volgt dat?
Antwoord: Nog voor het hele toneelstuk van 15 juli praat je met collega’s en vrienden. Je hebt wel eens het boek bij je. Je hebt het over de olympiades, en dat je dat leuk vindt. En dat het best goede scholen zijn en dat je daar best je kinderen heen kunt sturen. Net als je het over een andere schrijver hebt. Je hebt het daar gewoon over met vrienden. Het vervelende is dat mensen die op mijn werkplek ontslagen zijn, die worden op een gegeven moment gemarteld. Tijdens die marteling wordt dan gezegd: geef meer namen van mensen die dezelfde overtuiging hebben als jij. Dan kunnen ze net zo goed mijn naam noemen. Voor je het weet staat de politie voor de deur.
Vraag: Uitte u uw sympathie voor Gülen openlijk in Turkije?
Antwoord: Je hebt het er natuurlijk met vrienden wel over. Maar nu is het zo, er is geen rechtvaardigheid meer. Ze zeggen dan: jij leest de boeken, jij bent een misdadiger. Je denkt dan: als Gülen zo slecht is, waarom wordt hij dan niet gewoon berecht? Zelfs familieleden worden tegen elkaar opgezet. Ook die hele klikcultuur, je hebt niks gedaan maar iemand verklikt je gewoon. Het slaat toch eigenlijk alles. Het lijkt nergens op.
Vraag: Waren personen buiten uw vriendenkring en familie op de hoogte van uw sympathie voor het gedachtegoed van Gülen?
Antwoord: Mensen die mij kennen die wisten in meer of mindere mate wel wat ik vond en waar ik voor sta. Mensen die ik niet ken, die weten dat niet. Zo gaat dat met alles. Iemand op je werk kan natuurlijk wel zeggen na wat geroddel: misschien is zij er ook wel eentje. Ik kan ook gewoon iemand vals beschuldigen. Je belt de kliklijn en dat is dan meer dan genoeg. Als je wilt, kun je heel veel mensen op die manier problemen veroorzaken.
Opmerking rapporteur: betrokkene gaapt.
Vraag: Bent u moe?
Opmerking rapporteur: betrokkene lacht.
Antwoord: Ik moest wel vroeg opstaan, maar het gaat goed. En nu ik over mijn verhaal kan praten, raak ik meer opgelucht.
Vraag: Uw kinderen hebben er nu nog niet de leeftijd voor, maar zou u uw kinderen naar een Gülen-school sturen?
Antwoord: Dat kan ik niet honderd procent zeker zeggen. Maar wat ik hoor van mensen die hun kinderen naar Gülen-scholen hebben gestuurd, is dat het goede scholen zijn. Ik sta er niet afwijzend tegenover. Ook mensen die niet eens Gülen-aanhangers zijn, sturen hun kinderen naar dergelijke scholen omdat zij gewoon tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs.
Vraag: Is uw man een Gülen-aanhanger?
Antwoord: Eigenlijk hetzelfde als ik. Wij zitten op dezelfde lijn.” [2]
6.3.
Uit bovenstaande verklaringen maakt de rechtbank op dat eisers, hoewel zij niet nadrukkelijk stellen aanhangers van Gülen te zijn, wel sympathie hebben voor de ideeën van Gülen en zijn ideeën hoog achten. Verder volgt uit de hierboven aangehaalde verklaringen van eisers dat zij het daar ook met andere mensen, zoals familie, vrienden en collega’s over hebben gehad.
6.4.
In beroep hebben eisers landeninformatie overgelegd waarin criteria worden genoemd die de Turkse overheid hanteert om te bepalen of iemand een Gülen-aanhanger is. De volgende criteria worden onder andere genoemd [3] :
  • bankrekening bij Asya Bank;
  • lidmaatschap bij een Gülen organisatie of bond;
  • het gebruik van ByLock;
  • donaties aan de liefdadigheidsinstelling Kimse Yok Mu Derneği;
  • rapporten van de politie en inlichtingendiensten;
  • gegevens van social media;
  • bijwonen van lezingen, bijeenkomsten of evenementen van de Gülen-beweging;
  • betrouwbare informatie van informanten, tips of door bekentenissen;
  • informatie verkregen door collega’s;
  • kinderen naar Gülen-geaffilieerde scholen sturen (na 17 december 2013);
  • abonnement op Gülen-geaffilieerde kranten of andere uitgaven (na 17 december 2013.
6.5.
Niet in geschil is dat eisers een bankrekening hebben bij Asya Bank, Bylock gebruiken en een abonnement hadden op de krant Zaman. Verder hebben eisers in beroep stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij donaties hebben gedaan aan de liefdadigheidsinstelling Kimse Yok Mu Derneği. Tot slot heeft eiseres ook verklaard dat zij bijeenkomsten van de Gülen-beweging heeft bijgewoond. De door eisers gestelde donaties en het bijwonen van bijeenkomsten van de Gülen-beweging door eiseres zijn door verweerder niet betwist.
6.6.
De rechtbank is op grond van de door eisers ingeroepen landeninformatie, in combinatie met wat eisers hebben verklaard in hun nader gehoor, van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eisers niet als Gülen-aanhangers zullen worden gezien door de Turkse autoriteiten. Juist het hoogachten van de ideeën van Gülen, de gesprekken daarover met bekenden, bezien in samenhang met de bankrekening bij Asya Bank, het gebruik van de app Bylock, het abonnement op Zaman en de donaties, maakt dat wel degelijk voorzienbaar is dat eisers zullen worden aangemerkt als aanhangers van Gülen.
6.7.
Omdat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eisers niet als Gülen-aanhangers zullen worden beschouwd, komt de rechtbank aan de rest van de gronden van eisers niet toe. De door eisers gevreesde problemen bij terugkeer hangen immers samen met het al dan niet door de Turkse autoriteiten worden beschouwd als Gülen-aanhangers. Verweerder dient eerst opnieuw te beoordelen, in het licht van de aanwezige landenninformatie, of eisers kunnen worden beschouwd als Gülen-aanhangers. Indien verweerder deze vraag bevestigend beantwoordt, dient verweerder de te verwachten problemen, en ook de al door eisers ondervonden problemen zoals de overplaatsing van eiser naar [plaats] in dat licht te beoordelen.
7. Hieruit volgt dat de bestreden besluiten zijn genomen in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De beroepen zijn gegrond en de rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. Verweerder zal daarom nieuwe besluiten moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
8. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1503,-- (2 punten voor het indienen van de beroepschriften, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 501,--, en een wegingsfactor 1). Omdat aan eisers een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandsverlener.

Beslissing

De rechtbank,
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.503,-- (zegge: vijftienhonderd en drie euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Baldinger, rechter, in aanwezigheid van mr. J.C.E. Krikke, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2018.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Conc.: JK
D: B
VK
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-Gravenhage). Naast de vereisten waaraan het beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 van de Awb (zoals het overleggen van een afschrift van deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing.

Voetnoten

1.Verslag nader gehoor van 25 januari 2017, pagina’s 17 en 18
2.Verslag nader gehoor 25 januari 2017, pagina’s 8 en 9
3.Zie onder andere het artikel