ECLI:NL:RBDHA:2018:7564
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding advocaatkosten tijdens mediation in bestuursrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiseres, werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek om vergoeding van advocaatkosten voor mediation door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eiseres was sinds 1 maart 2006 in dienst en is sinds 1 april 2015 uitgevallen door ziekte. Op advies van de bedrijfsarts zijn partijen een mediationtraject gestart, waarbij de kosten voor de mediator door de verweerder zijn vergoed. Eiseres heeft echter ook advocaatkosten gemaakt, die zij vergoed wilde zien door de verweerder, op basis van een afspraak dat deze kosten vergoed zouden worden als de mediation tot een oplossing zou leiden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de mediation niet heeft geleid tot een schriftelijke overeenkomst en dat de herstelmelding van eiseres niet het directe resultaat van de mediation was. De rechtbank oordeelt dat de bijstand van een advocaat tijdens de mediation niet verplicht was en dat er geen wettelijke grond is voor de vergoeding van de advocaatkosten door de verweerder. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 juni 2018, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.