ECLI:NL:RBDHA:2018:7510

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
18 / 1701
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beëindiging opvangvoorzieningen asielzoeker niet-ontvankelijk verklaard

Op 26 februari 2018 heeft het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (verweerder) aan eiseres medegedeeld dat haar recht op opvangvoorzieningen op 19 maart 2018 eindigt. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om de beëindiging van de opvang te schorsen. De voorzieningenrechter heeft op 16 maart 2018 het verzoek toegewezen, waardoor de beëindiging van de opvang werd opgeschort tot de beslissing op het beroep.

De behandeling van het beroep vond plaats op 28 maart 2018 in Breda, waar eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. R.C. van den Berg, aanwezig was. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. V.D. Schröder. Tijdens de zitting werd ook een ander beroep behandeld, geregistreerd onder zaaknummer NL18.824, dat gericht was tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres.

De rechtbank heeft op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in de onderhavige zaak. In de uitspraak is het beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL18.824, ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen recht meer heeft op opvang. Aangezien eiseres in afwachting van de uitspraak opvang heeft genoten, concludeert de rechtbank dat zij geen belang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over het beroep tegen de beëindiging van de opvang. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. W. Toekoen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.A. Dijk, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 juni 2018. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 18/1701

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juni 2018 in de zaak tussen

[naam 1] , eiseres,
gemachtigde: mr. R.C. van den Berg,
en
het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers, verweerder,
gemachtigde: mr. V.D. Schröder.

Procesverloop

Op 26 februari 2018 heeft verweerder aan verzoekster medegedeeld dat haar recht op opvangvoorzieningen op 19 maart 2018 eindigt en dat zij op die datum de opvang dient te verlaten.
Verzoekster heeft tegen deze met een besluit gelijk te stellen mededeling (het bestreden besluit) beroep ingesteld. Zij heeft voorts de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt de beëindiging van de opvangvoorzieningen op te schorten tot vier weken na de beslissing op het beroepschrift.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Op 16 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, in die zin dat de beëindiging van de opvangvoorzieningen wordt opgeschort totdat op het beroep is beslist.
De behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 28 maart 2018 in Breda. Het verzoek is ter zitting tegelijk met de zaken met zaaknummers NL18.824 en NL18.3463 behandeld. Eiseres is ter zitting verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL18.824, gericht tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres, ongegrond verklaard. Deze uitspraak heeft als gevolg dat eiseres geen recht meer heeft op opvang. Nu eiseres bovendien in afwachting van de onderhavige uitspraak opvang heeft genoten, komt de rechtbank tot de conclusie dat zij geen belang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over dit beroep. De rechtbank zal het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaren.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Toekoen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2018.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.