ECLI:NL:RBDHA:2018:7477

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juni 2018
Publicatiedatum
22 juni 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 4157
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake sluiting van een belwinkel wegens illegaal gokken

Op 22 juni 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sluiting van een belwinkel in verband met illegaal gokken. De burgemeester van de gemeente waar de belwinkel is gevestigd, had op 6 juni 2018 besloten om de inrichting tijdelijk te sluiten voor een periode van drie maanden, ingaande op 13 juni 2018. Dit besluit volgde op eerdere waarschuwingen aan de ondernemer van de belwinkel, die in januari en maart 2018 waren uitgereikt vanwege constatering van illegale kansspelen in de inrichting.

De verzoeker, de eigenaar van de belwinkel, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 18 juni 2018 heeft de voorzieningenrechter het onderzoek aangehouden om de burgemeester de gelegenheid te geven om nadere informatie te verstrekken over de uitgereikte waarschuwing. Na ontvangst van deze informatie heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten.

In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de burgemeester voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verzoeker betrokken was bij het aanbieden van gelegenheid tot deelname aan illegale kansspelen, wat in strijd is met de Wet op de kansspelen (Wok). De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de sluiting van de belwinkel noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter geen spoedeisend belang bij de verzoeker heeft kunnen vaststellen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR AWB 18/4157
uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 juni 2018 op het verzoek om een voorlopige voorziening van
[verzoeker], te [plaats], verzoeker
(gemachtigde: mr. M.G. Cantarella),
tegen

de burgemeester van [plaats], verweerder

(gemachtigden: mr. M.A. van der Sluijs en I.Y. de Vreede).

Procesverloop

Bij besluit van 6 juni 2018 heeft verweerder inrichting [verzoeker] in het perceel [perceel] tijdelijk voor een periode van drie maanden gesloten, ingaande op woensdag 13 juni 2018 12.00 uur en eindigend op donderdag 13 september 2018, 12.00 uur.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Hij heeft voorts de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2018. Verzoeker is daarbij verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Ter zitting heeft de voorzieningenrechter de zaak aangehouden om verweerder in de gelegenheid te stellen om duidelijk te maken wanneer de waarschuwing is uitgereikt. Verweerder heeft daarvoor tot woensdag 20 juni 2018 tot 12.00 uur de tijd gekregen. Verzoeker heeft tot vrijdagochtend 22 juni 2018 om 9.00 uur de mogelijkheid gekregen hierop te reageren.
Verweerder heeft op 18 juni 2018 nadere stukken overgelegd, te weten een afschrift van de uitgereikte waarschuwing van 30 januari 2018 en het voornemen tot sluiting van 9 april 2018. Verzoeker heeft hierop een reactie gegeven.
Daarop heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1 Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.1
Op 31 januari 2018 is verzoeker een waarschuwing uitgereikt in verband met de constatering dat op 15 december 2017 in de inrichting gelegenheid werd geboden aan deelname aan illegale kansspelen.
2.2
Op 22 maart 2018 is wederom geconstateerd dat in de inrichting illegaal gelegenheid werd gegeven deel te nemen aan kansspelen.
2.3
Op 9 april 2018 is verzoeker een voornemen tot sluiting van de inrichting uitgereikt.
3 Verweerder heeft aan zijn besluit ten grondslag gelegd dat de feiten en omstandigheden die blijken uit de informatie van de politie voldoende aannemelijk maken dat verzoeker als ondernemer, dan wel de leidinggevende van de belwinkel meermalen in de inrichting de gelegenheid heeft geboden tot deelname aan kansspelen. Dit is in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen (Wok) en beïnvloedt de openbare orde nadelig. Verweerder acht een sluiting voor de duur van drie maanden noodzakelijk om de openbare orde en het woon- en leefklimaat ter plaatse te herstellen.
4 Verzoeker stelt dat hij spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening omdat hij door de sluiting in ernstige financiële problemen zal geraken. Verzoeker betwist dat hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor het feit dat bezoekers van de belwinkel op de aldaar aanwezige computers gokken op internationale goksites.
5 Op grond van artikel 1 van de WOK is het, voor zover hier van belang, verboden de gelegenheid te bieden tot deelname aan kansspelen.
6 De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
Gebleken is dat verweerder op 31 januari 2018 een schriftelijke waarschuwing heeft uitgereikt aan de in de winkel aanwezige medewerker, waarin staat dat wanneer de overtredingen aanhouden, het optreden ingrijpender zal worden. Verzoeker kan dan een bestuurlijke maatregel verwachten, zoals sluiting van de inrichting. Dat volgens verzoeker deze medewerker de waarschuwing niet aan hem heeft overhandigd, dan wel dat de waarschuwing is zoekgeraakt na de politiecontrole op 22 maart 2018, komt voor verzoekers eigen rekening en risico.
Verweerder past ter zake van overtreding van de Wok in voor publiek toegankelijke inrichtingen de beleidslijn toe, dat éénmaal een waarschuwing wordt gegeven en dat bij een volgende constatering tot sluiting van de inrichting kan worden overgegaan. De voorzieningenrechter acht dit beleid niet kennelijk onredelijk.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder gelet op de informatie van de politie voldoende aannemelijk heeft kunnen achten dat sprake is van illegaal gokken in de inrichting. De diverse aangetroffen computers waarvan de beeldschermen op goksites staan, in combinatie met de beheerderscomputer waarop op beheerderssites van goksites was ingelogd, de aangetroffen – op diezelfde dag uitgeprinte -
betting slipsen de aangetroffen printer heeft verweerder voldoende kunnen achten om aan te nemen dat gelegenheid werd geboden voor illegaal gokken en dat het geopend blijven van de winkel een ernstig gevaar voor de openbare orde oplevert. Verweerder heeft hierbij in aanmerking kunnen nemen dat het gelegenheid geven aan illegaal gokken, zoals dat hier aan de orde is, een misdrijf is in de zin van artikel 1a van de Wok en een schending van de openbare orde is, nu de belwinkel een voor publiek toegankelijk gebouw is.
Gelet op het voorgaande bestaat onvoldoende grond om op voorhand aan te nemen dat verweerder ten onrechte tot sluiting voor de duur van drie maanden is overgegaan.
7 Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
8 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.G. Egter van Wissekerke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2018.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.