2.3Op 9 april 2018 is verzoeker een voornemen tot sluiting van de inrichting uitgereikt.
3 Verweerder heeft aan zijn besluit ten grondslag gelegd dat de feiten en omstandigheden die blijken uit de informatie van de politie voldoende aannemelijk maken dat verzoeker als ondernemer, dan wel de leidinggevende van de belwinkel meermalen in de inrichting de gelegenheid heeft geboden tot deelname aan kansspelen. Dit is in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen (Wok) en beïnvloedt de openbare orde nadelig. Verweerder acht een sluiting voor de duur van drie maanden noodzakelijk om de openbare orde en het woon- en leefklimaat ter plaatse te herstellen.
4 Verzoeker stelt dat hij spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening omdat hij door de sluiting in ernstige financiële problemen zal geraken. Verzoeker betwist dat hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor het feit dat bezoekers van de belwinkel op de aldaar aanwezige computers gokken op internationale goksites.
5 Op grond van artikel 1 van de WOK is het, voor zover hier van belang, verboden de gelegenheid te bieden tot deelname aan kansspelen.
6 De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
Gebleken is dat verweerder op 31 januari 2018 een schriftelijke waarschuwing heeft uitgereikt aan de in de winkel aanwezige medewerker, waarin staat dat wanneer de overtredingen aanhouden, het optreden ingrijpender zal worden. Verzoeker kan dan een bestuurlijke maatregel verwachten, zoals sluiting van de inrichting. Dat volgens verzoeker deze medewerker de waarschuwing niet aan hem heeft overhandigd, dan wel dat de waarschuwing is zoekgeraakt na de politiecontrole op 22 maart 2018, komt voor verzoekers eigen rekening en risico.
Verweerder past ter zake van overtreding van de Wok in voor publiek toegankelijke inrichtingen de beleidslijn toe, dat éénmaal een waarschuwing wordt gegeven en dat bij een volgende constatering tot sluiting van de inrichting kan worden overgegaan. De voorzieningenrechter acht dit beleid niet kennelijk onredelijk.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder gelet op de informatie van de politie voldoende aannemelijk heeft kunnen achten dat sprake is van illegaal gokken in de inrichting. De diverse aangetroffen computers waarvan de beeldschermen op goksites staan, in combinatie met de beheerderscomputer waarop op beheerderssites van goksites was ingelogd, de aangetroffen – op diezelfde dag uitgeprinte -
betting slipsen de aangetroffen printer heeft verweerder voldoende kunnen achten om aan te nemen dat gelegenheid werd geboden voor illegaal gokken en dat het geopend blijven van de winkel een ernstig gevaar voor de openbare orde oplevert. Verweerder heeft hierbij in aanmerking kunnen nemen dat het gelegenheid geven aan illegaal gokken, zoals dat hier aan de orde is, een misdrijf is in de zin van artikel 1a van de Wok en een schending van de openbare orde is, nu de belwinkel een voor publiek toegankelijk gebouw is.
Gelet op het voorgaande bestaat onvoldoende grond om op voorhand aan te nemen dat verweerder ten onrechte tot sluiting voor de duur van drie maanden is overgegaan.
7 Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
8 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.G. Egter van Wissekerke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2018.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op: