ECLI:NL:RBDHA:2018:7360

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
09/766087-16
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens ontucht en kinderpornografie

Op 11 juni 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht en het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 16 jaar oud was, in de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 in Alphen aan den Rijn contact had met een 13-jarig meisje, aangeduid als [slachtoffer]. De officier van justitie stelde dat de verdachte het meisje had aangespoord tot het maken van naaktfoto's en filmpjes, en dat hij deze beelden had ontvangen via Skype. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte en stelde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen.

De rechtbank oordeelde dat het gedrag van de verdachte, hoewel onverstandig, niet strafrechtelijk verwijtbaar was. De chatgesprekken tussen de verdachte en het slachtoffer werden gezien als experimenteergedrag tussen jeugdigen met seksuele nieuwsgierigheid. Bovendien ontbraken er wettige en overtuigende bewijzen dat de verdachte kinderpornografie had vervaardigd of verspreid, aangezien er geen relevante afbeeldingen in het dossier aanwezig waren. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op jeugdigen en de complexe dynamiek van seksuele relaties tussen minderjarigen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten en dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen.

Uitspraak

Rechtbank Den Haag

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09/766087-16
Datum uitspraak: 11 juni 2018
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag, rechtdoende in jeugdstrafzaken, heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting met gesloten deuren van 11 juni 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L.A. Pronk en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M.R. Backer, advocaat te Den Haag, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 te Alphen aan den Rijn met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, meermalen, althans eenmaal, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte (telkens),
- die [slachtoffer] aangespoord en/of bij die [slachtoffer] aangedrongen tot het maken van een
of meer foto('s) en/of film(s) waarbij zij met zichzelf ontuchtige handelingen verricht (te weten het
zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het betasten/strelen van haar borsten) en/of
- die [slachtoffer] een of meer ontuchtige handeling(en) (bij haarzelf) laten verrichten terwijl dit
voor verdachte door gebruik van een webcam zichtbaar was, te weten het zich geheel of gedeeltelijk
ontkleden en/of het tonen van de (blote) borsten en/of (ontbloot) onderlichaam en/of het
betasten/strelen van haar borsten);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 te Alphen aan den Rijn door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit
feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding,
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen meermalen, althans eenmaal, een of meer ontuchtige handelingen te plegen en/of van verdachte te dulden, te weten (telkens) die [slachtoffer] zichzelf geheel of gedeeltelijk laten ontkleden en/of laten tonen van de (blote) borsten en/of (ontbloot) onderlichaam en/of het laten
betasten/strelen van haar borsten terwijl dit voor hem, verdachte, door gebruik van een webcam zichtbaar was,
zulks terwijl sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die
[slachtoffer] en/of verdachte wist, althans redelijkerwijs had kunnen vermoeden, dat die
[slachtoffer] verliefd was op hem, verdachte;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 te Alphen aan den Rijn, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en) en/of
gegevensdragers, bevattende afbeeldingen (te weten een telefoon en/of een notebook),
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken (te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] ),
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] en/of waarbij die
[slachtoffer] zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding
ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van die [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) borsten in
beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het bij zichzelf betasten en/of aanraken van de (ontblote) borsten door die [slachtoffer] .

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Inleiding
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de verdachte zich in de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 schuldig heeft gemaakt aan de in voornoemde tenlastelegging weergegeven handelingen en zo ja, of deze handelingen kunnen worden gekwalificeerd als strafbare ontuchtige handelingen (feit 1 primair) of verleiding tot ontucht (feit 1 subsidiair).
Ook dient de rechtbank zich te buigen over de vraag of de verdachte kinderpornografie
heeft vervaardigd, in zijn bezit heeft gehad en/of heeft verspreid (feit 2).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat de verdachte feit 1 primair heeft begaan en dat de rechtbank de verdachte van feit 2 zal vrijspreken.
De officier van justitie heeft hiertoe kort aangevoerd dat er op iPad van [slachtoffer] , die in de periode van 1 april 2016 tot en met 19 september 2016 pas 13 jaar oud was, diverse chatgesprekken via Skype zijn aangetroffen. Deze gesprekken vonden plaats tussen [slachtoffer] en iemand met de Skypenaam [skypenaam] . Via onderzoek van het door [skypenaam] gebruikte IP-adres is de politie bij de verdachte uitgekomen. [slachtoffer] heeft bij de Belgische politie verklaard op aandringen van de verdachte, naaktfoto’s en filmpjes met seksuele handelingen te hebben gemaakt en naar hem te hebben toegezonden. De verdachte heeft niet ontkend dat hij via Skype met [slachtoffer] heeft gechat en dat hij (naakt)foto’s van haar heeft ontvangen. De officier van justitie acht daarom bewezen dat de verdachte [slachtoffer] tot het maken van deze foto’s en filmpjes heeft aangezet, hetgeen als ontucht kan worden gekwalificeerd. Dat de verdachte 16 en - op het laatst - 17 jaar was maakt, aldus de officier van justitie, niet dat sprake is van een zodanig klein leeftijdsverschil dat het ontuchtige karakter aan de handelingen zou komen te ontvallen, omdat een jongen van 16, bijna 17 jaar, in zijn seksuele ontwikkeling veel verder is dan een meisje van 13 jaar.
De officier van justitie heeft voorts tot vrijspraak van feit 2 gerequireerd nu in het dossier geen foto’s/printjes voorhanden zijn waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografie.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het onder feit 1 primair en subsidiair ten laste gelegde bepleit nu uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet blijkt van redengevende feiten en omstandigheden die duiden op betrokkenheid van de verdachte bij een strafbaar feit. Bruikbaar en betrouwbaar bewijs ontbreekt, aldus de raadsman.
Dat de verdachte en [slachtoffer] via Skype met elkaar hebben gechat wordt niet betwist en ook niet dat [slachtoffer] normale en pikante foto’s naar de verdachte heeft gestuurd. Wel wordt betwist dat de in het dossier opgenomen chatgesprekken door de verdachte zijn gevoerd alsook dat hij [slachtoffer] met iets ergs zou hebben gedreigd om haar te bewegen naaktfoto’s te sturen en uitdagende poses in te nemen en of bepaalde handelingen met zichzelf te verrichten. Op de laptop en de telefoon van de verdachte is ook niets aangetroffen dat hiervan getuigt. Enige betrokkenheid van de verdachte bij een strafbaar feit ontbreekt, aldus de raadsman.
De raadsman heeft voorts betoogd dat de verklaring van [slachtoffer] , zowel voor wat betreft de wijze waarop het verhoor is afgenomen als de inhoud daarvan, onbetrouwbaar is en niet voor het bewijs kan worden gebezigd. Mocht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] wel voor het bewijs gebruiken, dan verzoekt de raadsman [slachtoffer] als getuige te horen.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman eveneens vrijspraak bepleit, nu de verdachte de twee foto’s die hij destijds van [slachtoffer] heeft ontvangen meteen heeft verwijderd en van andere afbeeldingen die hij van [slachtoffer] op zijn telefoon/of notebook zou hebben ontvangen, niet is gebleken.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt voorop dat uit het dossier genoegzaam blijkt dat het de verdachte is geweest die de chatberichten zoals deze in het proces-verbaal zijn opgenomen en die zijn verstuurd onder de Skypenaam [skypenaam] heeft verstuurd. De verdachte heeft immers zelf verklaard dat hij skypte onder de naam [skypenaam] , dat hij bij het openen van het bewuste Skype-account een verkeerde geboortedatum heeft opgegeven, dat hij heeft gechat met ene [slachtoffer] en dat hij ook pikante foto’s van haar heeft ontvangen.
Uit de inhoud van de gesprekken blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat sprake is geweest van strafbare ontucht of verleiding tot strafbare ontucht.
Hoewel uit de chatberichten volgt dat de verdachte erg bij [slachtoffer] heeft lopen zeuren dat zij hem naaktfoto’s zou sturen of voor de webcam haar kleren zou uittrekken, was er geen sprake van overwicht door feitelijke verhoudingen, immers [slachtoffer] was weliswaar nog maar 13 jaar, maar de verdachte was het overgrote deel van de tenlastegelegde periode zelf pas
16 jaar. Evenmin kan uit de chatberichten worden opgemaakt dat de verdachte [slachtoffer] heeft bedreigd, gechanteerd of anderszins gedwongen tot het maken van en versturen van naaktfoto’s en/of het zich uitkleden voor de webcam. De berichten komen dus in zoverre niet overeen met de verklaring die [slachtoffer] daarover bij de politie heeft afgelegd.
Tevens is niet gebleken dat de verdachte aanwijzingen heeft gegeven aan [slachtoffer] om zich op een bepaalde manier op (naakt)foto’s of voor de webcam te gedragen of bepaalde poses aan te nemen. De verdachte heeft de foto’s, die hij heeft verklaard te hebben ontvangen ten slotte verspreid, noch bewaard.
Het gedrag zoals volgt uit de in het dossier aanwezige chatgesprekken ziet de rechtbank als experimenteergedrag tussen jeugdigen die een bepaalde (seksuele) nieuwsgierigheid naar elkaar hebben waarbij weliswaar onverstandig en onwenselijk is gehandeld door de verdachte, maar niet strafrechtelijk verwijtbaar.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van deze feiten.
Ten aanzien van feit 2
Nu het dossier geen afbeeldingen van seksuele gedragingen (van aangeefster) bevat, op de telefoon en/of notebook van de verdachte dergelijke afbeeldingen niet zijn aangetroffen en de officier van justitie ter terechtzitting heeft aangegeven ook niet te beschikken over een toonmap met een representatieve selectie van afbeeldingen, is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van dit feit.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de hem bij dagvaarding onder 1 primair en subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter, voorzitter,
mr. J.J. Peters, kinderrechter,
en mr. J.A.H.M. Janssen, kinderrechter-plv.,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juni 2018.
Mr. Janssen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.